Een reeks recente verklaringen wijzen op een verschuiving van de strijd tegen corrupte individuen naar georganiseerde netwerken. Sommige Westerse media suggereren – zonder concrete elementen- dat politieke motieven meespelen.
Het begon vrij onopvallend in oktober: Wang Qishan, de verantwoordelijke voor partijdiscipline en dus ook voor anticorruptie, verklaarde dat alle partijleden moeten voldoen aan de partijregels, en dat de vorming van netwerken binnen de partij niet getolereerd kan worden. Wang maakte meteen duidelijk dat het niet om politieke fracties binnen de partij ging, maar om netwerken die “voordeel zoeken”. Zijn opmerking ging wat verloren in een meer algemene intentieverklaring om op te treden tegen het fenomeen dat partijleden soms hun eigen weg gaan, in het publiek akkoord gaan met regels maar in privé anders handelen.
Eind december blijkt het probleem van corrupte netwerken ernstig te zijn. In een verklaring van 29 december zegt het Politiek Bureau, het op één na machtigst orgaan van de CPC, dat de discipline versterkt moet worden en dat “Netwerken binnen de partij organiseren rond persoonlijke zakeninitiatieven absoluut niet toelaatbaar is”.”Hoewel er al een zekere controle op ongewenste werkstijlen en corruptie is, moet de hele partij het hoofd koel houden in de nog altijd moeilijke en ingewikkelde strijd tegen de corruptie”.”De discipline moet sterker aanwezig zijn om partijambtenaren en –leden onder controle te kunnen houden door strikte en eenduidige regels”. De vergadering van het Politiek bureau werd voorgezeten door partijleider en president Xi Jinping.
Buitenlandse media zoals de BBC pikken het onderwerp deze week op, naar aanleiding van een hoofdartikel in People’s Daily, waarin staat: “Sommige netwerken van ambtenaren zijn in feite parasitaire vormen van relaties die alleen dienen om voordelen door te schuiven”. In dezelfde periode vermeldt het persagentschap Xinhua zelfs drie corrupte netwerken met naam: ‘De bende van de secretarissen’ zou bestaan hebben uit nauwe medewerkers van hoge leiders, ondermeer de persoonlijke secretarissen van de nu zelf beschuldigde voormalige verantwoordelijke voor binnenlandse veiligheid Zhou Yongkang. ’De oliebende’ waren bureaucraten uit de oliesector, waar Zhou Yongkang ook ooit een leidende positie had. En de ‘Bende van Shanxi’ bestond uit ambtenaren uit de steenkoolprovincie Shanxi, waarvan sommigen een band hadden met Ling Jihua, een voormalig nauwe medewerker van vorig president Hu die onlangs opgepakt werd.
Met deze nadruk op het bestrijden van corrupte netwerken verschuift de anticorruptiecampagne van het beteugelen van slechte individuen naar een meer structurele aanpak van georganiseerde misdaad binnen de partij. Het is zowel een zorgwekkende aanwijzing van de ernst van het rot dat de partij heeft aangetast als een bevestiging dat het partijleider Xi menens is met het uitmesten van de augiasstal.
De BBC suggereert zonder verdere argumenten dat het vervolgen van corrupte individuen en nu corrupte netwerken ook een politieke strijd binnen de partij maskeert. Dergelijke suggesties duiken ook regelmatig in andere buitenlandse media op. Nochtans zijn er weinig objectieve elementen die in die richting wijzen. Uiteraard zijn er binnen een grote en brede partij zoals de CPC verschillende politieke meningen over de verdere ontwikkeling van het socialisme in China, en dat blijkt ook ten overvloede uit de opinies die in de media verschijnen. Maar behalve de in 2012 afgezette Bo Xilai met zijn opleving van het rode decorum, heeft geen enkele van de afgezette partijleiders of aangeklaagde netwerken een uitgesproken politiek profiel. Er zijn ook nergens sporen van onenigheid binnen de partijtop over de huidige anticorruptiecampagne te vinden.
Bronnen: People’s Daily, BBC.