Naar aanleiding van de bezoeken die de dalai lama deze week aan Europa (o.a. Nederland) brengt, kregen we een opiniestuk van Frederik Geirnaert. Opiniestukken geven niet noodzakelijk de mening weer van Chinasquare.be.
Dit soort artikelen moet wel voldoen aan de minimumeisen die Chinasquare.be aan bijdragen stelt. Zie over.
Niet zo zen?
Opiniestuk van Frederik Geirnaert
(sinoloog van opleiding die gedurende 8 jaar in China woonde, o.a. medewerker van de website tibetdoc.eu.)
De dalai lama is een immer vriendelijk lachende monnik die peis en vree brengt waar hij gaat… toch? Nu hij naar Nederland komt op 10 mei en ik een boek las met de prikkelende titel ‘Dalaï-Lama Pas si ZEN’ van Maxime Vivas (ed. Max Milo 2011), kwamen er toch wat vragen bij me op.
Het boek van Vivas las als een thriller en wat ik nogal overtuigend vond was dat hij vooral de woorden van de dalai lama en zijn entourage zelf gebruikt. Toegegeven, het boekje is in het Frans geschreven. Daarom dus dit stukje, waarop ik – aan de hand van citaten en info uit het boek – je meeneem door het toch wat curieuze levensverhaal van de dalai lama. Sta mij toe om misschien wat overtuigingen op losse schroeven te zetten.
Als God geboren
Op 6 juli 1935 wordt hij geboren, Lhamo Dhondrub. In een dorpje in de provincie Qinghai. Op zijn 2 jaar spreekt hij niet enkel het lokale Chinese dialect, maar ook nog eens vlotjes Tibetaans met een accent uit Lhasa. En hij weet aan te wijzen welke bezittingen tot de overleden 13e dalai lama behoorden. Reden genoeg dus om hem te herdopen als “Jetsun Jamphel Ngawang Lobshang Yeshe Tenzin Gyatso”, ofwel “Heilige Heer, Zachte Glorie, Meedogende, Beschermer van De Leer, Oceaan van Wijsheid”. (p.31) Hij is nu de 14e dalai lama, geestelijke en – op dat moment – wereldlijke leider van Tibet.
Laten we hier toch even bij stilstaan, zo schrijft Vivas in hoofdstuk VIII: ‘Ze zijn zeer zeldzaam, de Fransen die, een eeuw na de wet van 1905 (die de scheiding tussen religie en staat wettelijk vastlegde, n.v.d.a.), ervoor pleiten om de kerk zijn privileges van weleer terug te geven. (…) En toch rest er nog een (zeer) zwakke minderheid die, in een weinig cartesiaanse logica, de lekenstaat in eigen land koestert en tegelijkertijd ervoor ijvert dat die scheiding van religie en staat in een regio in een ver land afgeschaft wordt. (p.120)
In de leer bij… de Waffen SS
7 years in Tibet. Een leuke film over een regio die tot de verbeelding spreekt. Maar de film vertelt wel het verhaal van Heinrich Harrer door een roze bril. De Oostenrijker Harrer wordt in 1933 – vijf jaar voor de Anschluss – lid van de Waffen SS. Hij wordt later door Hitler en Himmler persoonlijk naar Tibet gezonden op een ‘missie van strategische, raciale en mystieke aard’, om relaties aan te knopen met de jonge dalai lama en zijn regenten (p.29). Hij slaagt hierin met verve en volgens de dalai lama zelf is het Harrer die ‘het Westen en de moderne tijden’ aan de jonge dalai lama openbaart. Terzijde: zelfs die ‘goede vriend Harrer’ typeert de regering van de dalai lama als ‘het schoolvoorbeeld van de dictatuur van de clerus’. (p.29)
De reïncarnatie van Janus: dalai lama aan de macht in China
In 1949 wordt de Volksrepubliek China opgericht. En dan verwacht je natuurlijk dat het Rode Leger ‘met zwaard en vuur’ de revolutie in heel China en dus ook Tibet zal opleggen. Of toch op zijn minst een eind maakt aan de ‘dictatuur van de clerus’. Maar… niets van dat alles. Met een staaltje van ‘realpolitik’ geven Mao Zedong en Zhou Enlai de dalai lama de garantie dat Tibet een apart statuut met verregaande autonomie behoudt. En de dalai lama mag aan de macht blijven en de – broodnodige – hervormingen in zijn eigen tempo doorvoeren. De dalai lama van zijn kant lijkt zich daar goed in te vinden. In 1954 gaat hij zelfs naar Beijing om te zetelen in de nationale raad. In 1959 gaat hij in Beijing het Chinees nieuwjaar vieren en schrijft er een ode aan Mao. Nog in november 1956 was hij naar India gegaan om de 2500e verjaardag van Boeddha te vieren en keerde toen, ondanks protest van zijn broers die al langer naar India uitgeweken waren, netjes terug naar de Volksrepubliek. (p.50) Later zal de dalai lama over deze periode zeggen dat dit alles maar een farce was. Dat hij deed alsof. En dat hij al die tijd eigenlijk het verzet organiseerde. ‘Alle (religies) leren ons niet te liegen,…’ (p.43) zo zegt ons de dalai lama in 2008. Een godheid? Dan toch één met twee gezichten. Maar niet echt kijkend naar verleden en toekomst, zoals Janus, maar eerder ‘schijnheilig’. Zo kunnen we de periode tussen 1949 en 1959 wel kenmerken.
De slavenmeester
Harrer overdreef niet toen hij het bewind van de dalai lama een dictatuur noemde. Tot 90% van de bevolking was immers slaaf of horige. Het verschil tussen beiden? Een slaaf was eigendom van zijn eigenaar, vaak een monnik. Een horige moest ‘enkel’ corvee doen (tot 200 dagen per jaar!) en zo iemand was het ook wel verboden om zonder toestemming te reizen, trouwen, verhuizen… En ook de straffen voor overtreding waren niet mis: ogen uitbranden, lichaamsdelen afhakken tot zelfs in een zak vastbinden en in een kolkende rivier werpen. Hoe ziet ‘de meedogende’ dit: ‘Wat er ook van zij, in weerwil van ons sociaal systeem, in weerwil van ons moeilijke klimaat, kunnen we toch stellen dat Tibet het gelukkigste land ter wereld was.’ (p.45)
Dit grote geluk duurt tot… 1959: ‘In zijn memoires legt hij uit dat hij een aanvang ging maken met hervormingen, net op het moment dat het Rode Leger Tibet binnenviel. Door schuldig verzuim liet hij het aan de centrale regering in Beijingover om de slavernij en de horigheid af te schaffen, de corvee en de religieuze standrechtelijke rechtspraak te verbieden, scholen op te richten en het volk te alfabetiseren, de bevolkingsgroei aan te wakkeren na 2 eeuwen van stagnatie en de levensverwachting te verdubbelen.’ (p.32). Maar de dalai lama was dat ook net op dat moment van plan, natuurlijk. Gelove wie het wil.
The art of war
In onze media wordt de dalai lama en bij uitbreiding Tibet als een soort Shangri-La aanzien. Maar Tibetanen zijn een volk als een ander en dus is de vrede soms ver te zoeken. Of om het met de woorden van de dalai lama te zeggen: ‘Ik beweer niet dat alle Tibetanen zachtaardig zijn. Wij hebben onze zondaars en criminelen. Onder onze nomadenstammen, van wie de mensen veelal vredelievend zijn, zijn er ook clans die wel eens op plundertocht durfden gaan, en zodoende moesten mensen in hun afgelegen woning zich ook wapenen, en gaven reizigers er de voorkeur aan om zich in grote groepen te verplaatsen. (Voor de stam der Khampas) was hun geweer belangrijker dan welk ander ding ook.’ (p. 55) Weg dus het beeld van Tibet als een vreedzame hippie-commune.
In 1959 immers ontploft immers het – zogezegde – dubbelspel. Al dan niet op aanstoken van ‘De Oceaan der Wijsheid’ kwamen Tibetaanse landsheren uit de randgebieden (Tibetaanse dorpen en regio’s in Qinghai en Xinjiang waar wel landhervormingen doorgevoerd werden) in opstand. Met veel bloedvergieten aan beide zijden en weinig succes. Op 10 maart breekt dan een oproer uit in Lhasa, maar ook dat wordt gauw bedwongen. Het enige resultaat is dat de dalai lama het land ontvlucht. Vermomd als… soldaat! (p.60) Nog een pittig detail: ‘Met hem vlucht een heel aantal hoogwaardigheidsbekleders, dienaars van verschillende rang alsook een karavaan van meer dan 1000 muilezels en een groot aantal dragers om koffers vol goud en kostbaarheden te evacueren uit Potala.’ (p.61)
Toont de dalai lama dan berouw om het gebruikte geweld? Zweert hij het af? Geenszins: in 2008 in een interview met Der Spiegel klinkt het zo: ‘Moeten de Tibetanen de wapens opnemen om de onafhankelijkheid te veroveren? Welke wapens, en van waar? Van de Moudjahedins uit Pakistan misschien? En als wij deze bekomen, hoe brengen we ze dan Tibet binnen? En als de onafhankelijkheidsoorlog begint, wie zal ons helpen? De Verenigde Staten? Duitsland?’ (p.57) We onthouden: geweld is niet opportuun, zeker niet op dit moment. Maar dat was het vroeger wel. Gedurende de jaren na zijn vlucht helpt de dalai lama, en vooral dan zijn broer Gyalo Thondrup, de CIA om guerrilla strijders op te leiden en Tibet binnen te brengen voor de gewapende strijd. Hij wordt dan ook betaald door de CIA en voor wat hoort wat. Dat is een feit dat de dalai lama en de zijnen jarenlang ontkenden, maar toen die info in 1998 openbaar werd, was de reactie laconiek: ‘Het is een geheim dat onthuld is, we zullen het dus niet ontkennen’ (p.100)
De imaginaire genocide
In de jaren 60 en 70 is de haatcampagne tegen de Volksrepubliek echt giftig. Vooral de beschuldiging van genocide wordt luidkeels verspreid en in het Westen gretig geloofd. Maar wat blijkt? Als kritisch waarnemer van de Chinese politiek en als directeur van Free Tibet Campaign kon de Brit Patrick French de archieven van de regering in ballingschap van de dalai lama (in Dharamsala, n.v.d.a.) raadplegen. Hij ontdekte dat de bewijzen voor de genocide vervalst waren en nam ontslag uit zijn functie. Hij bestudeerde voornamelijk de cijfers verzameld door Gyalo Thondrup. French stelde vast dat de doden van confrontaties met het Rode Leger waarbij 5 verschillende vluchtelingen hetzelfde voorval rapporteerden, bij elkaar werden opgeteld. Het was een van de manieren voor Dharamsala om de som (die overal ter wereld herhaald en gepubliceerd werd) te laten oplopen tot 1,2 miljoen doden op een totale bevolking van 1,5 miljoen mannelijke Tibetanen. (p.72)
Culturele genocide en geloofsvrijheid
Nadat Nixon naar China reisde en de dalai lama met zekere ontgoocheling moest vaststellen dat geen enkel land hem echt steunde om met geweld de macht te heroveren, veranderde hij het geweer van schouder. Hij mat zich het imago aan dat we nu van hem kennen. Een goedgemutste vredesduif, die in 1989 zelfs de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Hoewel hij jarenlang het absolute verzinsel van 1,2 of zelfs ‘miljoenen’ doden rondvertelde heeft hij toen erkend dat er geen genocide geweest is.Hij liet ook het even absurde verhaal van de etnische genocide vallen en heeft het nu over een culturele genocide, als zou de Tibetaanse cultuur in gevaar zijn. Maar wat blijkt? De door Tibetanen samengestelde regering van de Autonome Tibetaanse Regio (binnen de Volksrepubliek, afgekort tot ATR) kan volledig zelf maatregelen nemen als aanvulling van de bestaande wetten en regels in China, om aan specifieke vragen en problemen van de ATR en de Tibetanen te voldoen. En zo is het dat een werkweek in de ATR 35 uren duurt, ofwel 5 uur minder dan in de rest van het land. En zo is het dat onderwijs in het Tibetaans verplicht is in de ATR zodat er nu enkele miljoenen Tibetanen zijn die hun taal ook kunnen lezen en schrijven (terwijl dat er tijdens het bewind van de Lama’s slechts een paar duizenden waren). En zo is het dat het aantal Tibetanen in China, na eeuwenlang rond 2 miljoen te blijven hangen, nu tot meer dan 6 miljoen aangegroeid is.
Laat het ons dan even over geloofsvrijheid hebben. Nog een punt waar men in het Westen graag op hamert. Het klopt ten eerste al niet dat geloof verboden is in de Volksrepubliek. Ieder kan vrij zijn geloof belijden, zolang dat maar niet voor politieke doeleinden misbruikt wordt. Toegegeven, dat kan je ruim interpreteren en de centrale regering mengt zich soms actief en soms passief in de benoeming van bisschoppen, belangrijke lama’s en dergelijke. Maar voor de dalai lama is geloofsvrijheid ook niet absoluut. Dan blijkt ook weer hoezeer hij met twee maten meet: in de wereldpers roept hij moord en brand omwille van de verdrukking van ‘zijn’ godsdienst door Peking. Maar wat lezen we bij Maxime Vivas? Al op 12 augustus 2005 tijdens een openbare verklaring geeft de dalai lama zijn vijandigheid te kennen tegen een richting in het geloof die hem niet meer bevalt: ‘Sommigen onder u weten het vast, maar anderen weten het niet, dat er in de Tibetaanse traditie een verering bestaat van een godheid die Dordjé Shougdèn heet, dat sommige personen dit geloof volgen en volgelingen zijn van de verering van deze godheid en dat ik me tegen deze praktijk heb uitgesproken omdat zij ingaat tegen mijn principes en die van de dalai lama’s’. (p.24) Deze ‘excommunicatie’ van een strekking binnen het Boeddhisme die niet eens de zijne is (de dalai lama is de spirituele leider van slechts 1 van de 4 grote strekkingen binnen het Tibetaanse Boeddhisme) heeft concrete gevolgen: de volgelingen van ‘zijne heiligheid’ veroordelen publiekelijk in de straat hun broers en zusters, die vanaf dan slachtoffer zijn van grove discriminaties in het dagelijkse leven. Aanplakborden maken duidelijk in welke plaatsen ze niet binnen mogen. Een Tibetaan getuigt dat in zijn dorp in het zuiden van India alle deuren gesloten zijn voor hem en de leden van zijn gemeenschap. France 24 bevestigt: ‘De monniken van Shougdèn mogen de facto niet meer binnen in handelszaken, publieke plaatsen en zelfs niet meer in de hospitalen.’
Conclusie
Hij is van geboorte een alleen heersende almachtige godheid. Het typevoorbeeld van de ‘dictatuur van de clerus’. Hij genoot onderricht van een Waffen SS’er, een vriendschap die hij nooit heeft afgezworen. Negen jaar lang had hij de kans om zijn feodale regime te veranderen, maar het is pas als hij uit het land vlucht dat het slavendom, de horigheid, de corvee en de bijhorende lijfstraffen en willekeur afgeschaft worden. Pas dan begint de ontwikkeling, worden scholen, wegen, hospitalen gebouwd. Pas dan begint de bevolking terug aan te groeien. Vanuit zijn ballingschap probeert hij met de bewezen steun van de CIA de nieuwe regering met een guerrilla oorlog te verdrijven. Als dat niet lukt, spannen ze samen om de ‘vijand’ valselijk van etnische genocide en later van culturele genocide te beschuldigen. Nooit veroordeelde hij het apartheidsregime, noch de illegale bezetting van Palestina. Wel kwam hij in 1999 tussen bij de regering van Groot-Brittannië om hen te vragen gratie te verlenen aan de Chileense dictator Pinochet die daar gevangengenomen was (p.28). Zelf aarzelt hij ook niet om een hele strekking van zijn geloof in de banvloek te gooien wat tot discriminatie en vervolging leidt.
En toch hebben we met zijn allen heel veel sympathie voor deze goedheilig man! Een sprookje waar Sinterklaas nog een puntje aan kan zuigen…
Nog een laatste opmerking: de bedoeling van dit artikel is enkel om de dalai lama te tonen voor wat hij is. Een figuur die tweedracht zaait en een echte oplossing voor het Tibetaanse vraagstuk in de weg staat. Ook van de kant van Beijing mag wel wat water in de wijn gedaan worden. Maar die kant van het probleem komt wel vaak in het nieuws.
Hier wat links voor wie het eens van een andere kant wil bekijken en wie van plan is zich meer te verdiepen in deze zaak:
‘Dalaï-Lama Pas si ZEN’ van Maxime Vivas, Max Milo 2011
In het Frans. Het origineel is natuurlijk veel beter dan dit stukje.
Voor wie liever in het Engels leest, is dit een uitstekend stuk van Michael Parenti.
http://www.michaelparenti.org/Tibet.html
Lees hier het verhaal van de Shougdèn
http://www.westernshugdensociety.org/
Lees over de bemoeienissen van de CIA, de boekbespreking door J.Jonckheere
http://www.chinasquare.be/actueel-nieuws/de-geheime-cia-oorlog-tibet-het-onbekende-verhaal/
Wie toch de taal van Voltaire machtig is, kan ook een schat aan informatie vinden op http://www.tibetdoc.eu/
”Nooit veroordeelde hij het apartheidsregime,”
hij had de zuid Afrikaanse president nelson mandela wel een keer ontmoet. maar na zijn president schap had hij hem niet echt een vriend genoemd. apart relatie. ook nog is het niet Tibetaanse nieuw jaar samen met de penchem lama in beijing. in de film kundun van Martin Scorsese zie je allen de daila lama (leugen).
het is waar dat mao ooit tegen hem zei dat religie het opium is van het volk. maar dat komt omdat hij zei dat hij zelf ook een marxist is een citeert heel wat marxist zinnen wat erg vervelend is voor mao terwel er nog slavenij is in tibet. ook nog in een interview in 2013 zei hij nooit tegen een reporter mao is ald een vader voor me.
http://www.thehindu.com/news/international/mao-was-like-a-father-to-me-says-the-dalai-lama/article3566341.ece
Vandaag nam de dalai deel aan een discussie in de Nederlandse tweede kamer. Daar maakte hij onomwonden zijn huidige maatschappijvisie duidelijk : ‘ “Het land (China nvr)heeft een Amerikaanse stijl van democratie nodig.”
en hoe zit het met de tibet goverment in exile dan.
in het dharlamsala parlement is meeste MP lid een familie lid van hem. elke onderwerp en Mp lid moet door hem worden goedgekeurd. en waarom hij Dordjé Shougdèn verbied waarom spreken niemand tegen in het parlement. zo waar is zijn democratie??? en trouwens meeste minderheden willen waarschijnlijk geen democratie in china. het ccp zorgen voor gelijk rechten democratie zotgt vor het recht van het meerderheid (han).