‘China neemt een open en inclusieve houding aan in internationale economische betrekkingen’. Dat is de boodschap van zijn leiders en woordvoerders bij de recente ontwikkelingen rond de Aziatische Infrastructuur Investeringsbank (AIIB) en op het China Development Forum in Beijing.
Het is intussen een bekend verhaal: in oktober 2014 werd onder impuls van China door 21 landen, o.a. India en Singapore, een bank opgericht die investeringen zal bijeenbrengen voor de modernisering en uitbreiding van de infrastructuur in Azië. Tot 31 maart kunnen nog meer landen inschrijven om aan te sluiten bij die AIIB. Het ziet er meer en meer uit als een succesverhaal.
Nog een wending van de VS
Experts zoals Jin Liqun, de interim secretaris-generaal van de bank, verwachten dat het aantal lidstaten dan zal toenemen tot 35. Oorspronkelijk had de VS zijn bondgenoten onder druk gezet om niet deel te nemen aan de AIIB. Washington beweerde dat het beleid van die bank niet zou deugen, maar wil eigenlijk zijn dominante positie in de regio en de internationale financiën behouden en China inperken. Met dat doel heeft het China ook al geweerd uit het Trans-Pacific Partnership van 12 landen rond de Stille Oceaan. De doorzichtige Amerikaanse tactiek was niet bestand tegen de aantrekkingskracht van de voordelen die deelname aan de AIIB kan hebben voor een aantal belangrijke bondgenoten van Washington. Groot Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Zwitserland haalden intussen hun schouders op voor de boycot-oproep van Uncle Sam en hebben gekozen voor de samenwerking. Zuid-Korea en Australië, die eerst geneigd waren Washington naar de ogen te zien, zijn ook bezig zich te bedenken: hun enorme handelsbetrekkingen met China zullen bijdragen tot hun koerswijziging. De VS zelf lijken nu een andere toon aan te slaan: een belangrijke politicus heeft al laten weten dat de regering van Obama een formeel partnerschap van de AIIB met de Wereldbank en de Aziatische Ontwikkelingsbank zal verwelkomen en dat de nieuwe bank eerder het werk van de internationale financiële organisaties zal aanvullen dan ze te beconcurreren. De officiële reactie van China, bij monde van zijn woordvoerder tegenover de wereldpers: ‘China juicht het toe dat landen die geïnteresseerd zijn lid worden van de bank.’ Eerder had de minister van Financiën, Lou Jiwei, de bezorgdheden van sommige landen al willen wegnemen door de goede verhoudingen tussen de AIIB en de Wereldbank te bepleiten en erop te wijzen dat China door zijn eigen bijdrage aan de AIIB, meer zou kunnen betekenen voor de ontwikkeling in Azië.
Intussen in Beijing
Premier Li Keqiang had een ontmoeting met Takehiko Nakao, de Japanse president van de Aziatische Ontwikkelingsbank (Asian Development Bank, ADB). Ze hebben elkaar gesproken tijdens het China Development Forum in Beijing. De Chinese premier benadrukte dat Beijing de oprichting van de AIIB had voorgesteld om de regionale interconnectiviteit en economie een boost te geven. Ook Li sprak van ‘een bank die eerder andere instellingen wil aanvullen dan ze te beconcurreren’ en hij voorspelde dat alle partijen zouden winnen bij de betrekkingen. China is verder van plan om met de ADB zijn goede samenwerking voort te zetten, vooral met het oog op armoedebestrijding. Nakao, de president van de Aziatische Ontwikkelingsbank, is daar ook klaar voor en wil dat ADB zijn kennis en ervaringen deelt met de Chinese functionarissen. De voormalige Japanse minister van Financiën weet ook waarom: de economie van de Aziatische landen aan de Stille Oceaan die zich willen ontwikkelen, heeft tot het eind van het decennium zo’n 7 biljoen dollar nodig voor wegen, havens en andere vormen van infrastructuur. De ADB zal de AIIB als partner zien wanneer die bank zijn normen voor leningen op milieugebied en op het sociale terrein in orde heeft, had Nakao in een interview verklaard. De huidige Japanse minister van Financiën, Taro Aso, blijft echter juist op die punten en op dat van de transparantie van de regels die de bank zal aanhouden, weigerachtig. Aso heeft eerdere welwillende uitlatingen over de AIIB sterk gerelativeerd en zegt dat Japan beslist nog niet zal meedoen op 31 maart. Het blijft voorlopig een open vraag of dit toch weer komt door gehoorzaamheid aan een Amerikaanse richtlijn, of dat het hoort bij de rivaliteit tussen Japan en China. Li Keqiang beloofde tijdens het China Development Forum aan de verzamelde CEO’s van allerlei internationale bedrijven een gemakkelijker toegang tot de Chinese markt, een openstelling van de dienstensector en een betere bescherming van de intellectuele eigendom. Volgens Li wil China zijn beleid transparanter en zijn administratie efficiënter en meer berekenbaar maken. ‘Er komt dan een markt die ook fair is voor buitenlandse firma’s’, zo zei de Chinese premier, die vroeg of de andere landen dan wel op hun beurt het protectionisme bij de handel zouden verwerpen.
Xinhua, China Daily Asia, SCMP, WSJ
Op 26 maart verschijnt in de Global Times een verhelderende beschouwing van Martin Jacques over de ontwikkelingen rond de AIIB. Ze staat al op zijn website:
http://www.martinjacques.com/articles/articles-geopolitics-globalisation/how-the-aiib-is-transforming-the-balance-of-power-in-east-asia/
“Rijzende zon” is misschien een iets verkeerd gekozen beeldspraak: hiermee wordt Japan bedoeld !
Het was als knipoog bedoeld, vanwege de Japanse aarzelingen.
Iets te verwarrend wellicht: daarom hebben we het nu over ‘rijzende ster’, het Chinese bancaire alternatief voor de rijzende zon.