De Chinezenmoord – een recensie

In oktober 1740 richtten de burgers van de Nederlandse kolonie Batavia (in het huidige Indonesië) een verschrikkelijke slachting aan. Alle Chinese stadgenoten, bij elkaar ongeveer de helft van de bevolking, werden vermoord. De moordenaars trokken van huis tot huis, zelfs de ziekenhuizen en gevangenissen werden niet overgeslagen.

Het boek

Dit is een recensie van: De Chinezenmoord – De kolonisatie van Batavia en het bloedbad van 1740, door Leonard Blussé, Uitgeverij Balans, 2023.

De auteur

Leonard Blussé (1946) is emeritus hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Als sinoloog en historicus is hij gespecialiseerd in de relatie tussen Azië en Europa en is lid van de Academia Europaea. Naast zijn vele academische studies, publiceert hij ook populair wetenschappelijke boeken, waarvan dit het meest recente is. Dit is een zeer leesbaar boek dat boeit tot de laatste pagina. Het is een verantwoorde historische studie die zo geschreven is dat het voor een groot publiek toegankelijk is.

Batavia

De eerste hoofdstukken beschrijven de opkomst van de Nederlandse kolonie Batavia, het kroonjuweel van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Gezien vanuit hedendaags perspectief kun je niet meer zeggen trots te zijn op dit onderdeel van je geschiedenis, maar dat daargelaten, was Batavia lange tijd een van de meest ontwikkelde Europese koloniën in Azië. De illustraties in het boek laten zien hoezeer de stad ingericht was naar voorbeeld van een typische Hollandse stad van die tijd, compleet met grachten als die van Amsterdam, waar het hoofdkwartier van de VOC gezeteld was.

Chinezen

Blussé besteedt extra aandacht aan de bijdrage van de Chinezen aan de bloei van Batavia. Chinese jonken deden op geregelde tijden Batavia aan, beladen met niet enkel Chinese koopwaar, maar ook Chinese burgers die hun fortuin buiten het eigen land zochten. Chinese kooplieden vestigden zich in de stad, maar ook daar buiten werden Chinezen actief, met name in de teelt en bewerking van suikerriet. Suiker werd een van de meest lucratieve exportproducten van de kolonie. Aanvankelijk waren de Chinezen zeer welkom. Ze waren in principe vrij in hun doen en laten. De Nederlanders delegeerden het bestuur van de Chinese bevolking aan ambtenaren van Chinese afkomst. Blussé citeert het advies dat het bestuur van de VOC aan de pionier Jan Pieterz. Coen meegaf, waarin gesteld werd dat ‘van de Chinezen – een ijverig, naarstig en ongewapend volk – niets te vrezen was, mits alle bestuursfuncties maar door de nobelsten en bekwaamsten van onze eigen natie zouden worden bediend’.

Contacten met China

De meeste Chinezen in de kolonie bleven contact met het thuisfront houden. Daarnaast was de handel met China, via de zuidelijke havenstad Guangzhou een van de belangrijkste goederenstromen van en naar Batavia. Een aantal Nederlanders ondernam een reis naar China, tot aan de keizer in Peking. Het haalde echter niet veel uit, omdat de keizers van de Qing dynastie, Mantsjoes afkomstig uit het verre noordoosten van China, niet in zeevaart of andere volkeren geïnteresseerd waren. Buitenlandse handel via de zuidelijke havensteden werd toegelaten, maar meer ook niet. Officieel mochten Chinezen zich zelfs niet in het buitenland vestigen, maar ook dat werd in de praktijk toegestaan.

Uitbuiting

Het oorspronkelijke advies van de VOC raakte helaas in vergetelheid. Het bestuur van Batavia werd geleidelijk bureaucratischer. Sommige bestuurders begonnen de rijke Chinese ondernemers te zien als een makkelijke bron van inkomen in de vorm van belastingen; makkelijker dan dat te bereiken via de ontwikkeling van de handel. Om een voorbeeld te noemen: in plaats van de prijsvorming van suiker aan de vrije markt over te laten werd op een gegeven moment een vaste prijs verordonneerd. Dat kwam de schatkist ten goede doordat dit meer belasting opleverde, maar verslechterde de concurrentiepositie van Bataviase suiker en dupeerde de Chinese suikerproducenten.

Factiestrijd

Een ander probleem in Batavia was de groeiende factiestrijd onder de lokale bestuurders. Het was ook niet makkelijk de koloniën vanuit Amsterdam te besturen. Een belangrijke bron van de auteur zijn de briefwisselingen van bestuurders met de VOC en hun familie en vrienden in Holland. Het snelste antwoord op een brief kwam meer dan een half jaar na versturing. Als in Amsterdam beslist werd de Gouverneur-Generaal te vervangen, dan kwam dat besluit ook pas na zoveel tijd in Batavia aan. Het kon zomaar gebeuren dat de nieuw benoemde Gouverneur inmiddels overleden was. Ook als de nieuwe Gouverneur vers uit Europa gezonden werd, kwam die pas veel later in Batavia aan. Onderweg rustten ze ook nog graag enige maanden uit in de VOC kolonie in Kaapstad.

Opstand

Ook al omdat zij geen steun uit hun vaderland konden verwachten, verdroegen de Chinezen de uitbuiting lange tijd gelaten. Uiteindelijk kwamen de Chinezen in de omringende landen van Batavia, de Ommelanden genoemd, in 1740 toch in opstand. Het was een ongelijke strijd, ondanks dat zij zich van, meest zelfgemaakte, wapens voorzien hadden. Nederlandse en inheemse soldaten wonnen de meeste gevechten en de opstandelingen die overbleven verschansten zich nog verder in het binnenland.

Moordpartij

Daarbij had het kunnen blijven en had het koloniale bestuur de situatie weer onder controle kunnen brengen. De Nederlanders waren echter niet in staat de factiestrijd zelfs niet tijdelijk te staken en eerst het nijpendste probleem van de Chinese opstand aan te pakken. In dat machtsvacuüm begonnen Nederlandse en inlandse bewoners van Batavia systematisch alle Chinese mannen te doden. Zij trokken van huis naar huis in de Chinese wijken en haalden ook Chinese patiënten en gevangenen uit ziekenhuizen en gevangenissen. Er vielen duizenden doden.

Afhandeling

Ook de afhandeling van deze massamoord stond in het teken van de factiestrijd tussen de Nederlandse bestuurders. Door de langzame communicatiestroom van die tijd drong het pas in de loop van 1741 in Holland door wat er in Batavia gebeurd was. De afschuw was algemeen, maar de VOC was niet echt bij machte de problemen bij de wortel aan te pakken. De Gouverneur werd door zijn rivaal vervangen. Die probeerde te redden wat er te redden viel, maar met slechts weinig succes.

China redt de situatie

Het staat niet letterlijk zo in het boek, maar in feite moet Nederland China dankbaar zijn voor het redden van Batavia. In China was het nieuws van de moordpartij op de landgenoten sneller bekend. De ambtenaren die dat nieuws aan de keizer moesten melden vermeldden daar echter meteen bij dat deze landgenoten zich illegaal in het buitenland gevestigd hadden. Hun dood was daarom te betreuren maar geen oorlog waard. Het hielp ook dat de Gouverneur van Batavia een verontschuldigende brief aan de Chinese keizer gezonden had. De opeenvolgende regeringen, in feite tot de dag van vandaag in het onafhankelijke Indonesië, bleven jegens de Chinezen een soort apartheidsbeleid volgen.

Analogie met het heden

Het lezen van dit boek bezorgde mij geregeld koude rillingen. Bij veel passages voelde ik een sterke analogie met de huidige anti-China campagne in het westen. China werd ooit als een belangrijke handelspartner beschouwd en ook Chinezen die zich hier vestigden werden als hardwerkende ondernemers gezien die nooit hun hand ophielden voor subsidies of andere vormen van steun. Totdat China zich zo snel ontwikkelde dat het de westerse landen op steeds meer gebieden voorbij streefde. Zoals ik al eerder op Chinasquare betoogde, was dat kennelijk nooit de bedoeling van westerse ‘ontwikkelingshulp’ geweest. China en Chinezen worden nu als een bedreiging gezien. Terug naar het gebeuren in 1740 vraag je je als geëngageerde lezer af iets vergelijkbaars in de 21ste eeuw nogmaals plaats kan vinden. Chinese studenten stellen zich als gasten in onze regio gewoonlijk bescheiden op, maar in 2008 stond een groep op de Dam in Amsterdam te protesteren tegen als die negatieve publicaties waarmee de media het feest van de Olympische Spelen in China trachtten te verstoren. In Nederland wordt nu geroepen Chinese promovendi voor bepaalde vakken uit te sluiten. Indien een universiteit dat oppakt, wat gebeurt er dan met de Chinese promovendi die al bezig zijn? Mogen die hun onderzoek afmaken of worden die geïnterneerd en op het eerste vliegtuig naar China gezet? Je kunt je niet voorstellen dat deze discussie in 2023 nog plaatsvindt, maar het gebeurt. Ik spreek in deze sectie niet namens de auteur maar namens mijzelf, als ik de hoop uitspreek dat meer lezers de analogie tussen het gebeurde in 1740 en het heden zien en dat dat ook hen aan het denken zal zetten.