Ontwikkeling van grote steden, het is een van de kernpunten van het Chinese regeringsbeleid. Ook hier de bekende uitdaging: hoe verzoen je de eisen van economie en ecologie. Een rapport maakt de stand van zaken op voor 112 grote Chinese steden. Op een aantal terreinen tekent het een duidelijke en bevredigende vooruitgang op, maar de last van enorme problemen die onder grote tijdsdruk moeten worden opgelost, blijft enorm zwaar.
In 1990 woonden er in de steden 380 miljoen mensen, in 2008 was het aantal stadsbewoners meer dan verdubbeld en over twee decennia wordt dat waarschijnlijk een miljard. Tussen 2004 en 2008 heeft het Urban China Institute, een nieuwe denktank, gegevens verzameld over 112 steden in heel China. Het waren steden die in het 11e vijfjarenplan (2006-2010) op de lijst stonden als strategische gebieden voor milieubescherming en duurzame ontwikkeling. De gegevens kwamen van nationale en stedelijke bureaus voor statistiek. Het rapport hanteerde 18 criteria van duurzaamheid, zoals beschikbaarheid van gebruiksveilig water, het herwinnen van grondstoffen en energie-efficiëntie.
Aan de creditzijde vinden we de volgende feiten en cijfers. Van de beoordeelde steden waren er 33 die een volgehouden economische groei met succes hadden gecombineerd met duurzaamheid. Zij hadden op de beide vlakken beter gepresteerd dan hun collega-steden. Vooral Shenyang, Tianjin, Nanning (een stad in Guangxi) en de oostelijke havenstad Qingdao krijgen een goed rapport. De betere levens- en werkomstandigheden maken hen aantrekkelijker voor investeerders en dat geeft een cumulatie van gunstige effecten. In alle steden was er voor de burgers een betere gezondheidszorg, beter onderwijs en meer woonruimte gekomen. Het percentage gezuiverd afvalwater was verhoogd van 56 % (2005) tot 72 % (2008).
De bevolking en de diensten in een kwart van deze steden waren beter geografisch gespreid dan in rijke landen. Het is een pluspunt dat meer controle op de groei mogelijk maakte en de mensen minder afhankelijk liet zijn van vervoer met personenwagens; nog een voordeel is de gemakkelijker toepassing van smartgridtechnologie, geïnformatiseerde elektriciteitsdistributie. Het openbaar vervoer is er met sprongen op vooruitgegaan en brengt China op het niveau van de ontwikkelde landen. Een concreet voorbeeldje: in Guangzhou reist een gemiddelde inwoner 600 keer per jaar met het openbaar vervoer, in Beijing en Shanghai 300 keer, in New York zou dat maar 100 keer zijn. En inderdaad, in de loop van dit vijfjarenplan heeft driekwart van de onderzochte steden meer geld uitgegeven aan milieubescherming.
De debetzijde blijft echter intimiderend. Luchtvervuiling en de uitstoot van zwaveldioxide tasten nog steeds de kwaliteit van het leven aan. China heeft de uitstoot van zwaveldioxide drastisch verminderd, maar toch blijft het achter bij het Westen. In de steden ligt de concentratie nog boven de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Hoewel er in heel China intussen veel zuiniger met energie wordt omgesprongen, laten de steden het ook op dit terrein nog afweten, met een lichte stijging van de energie-intensiteit. De dominantie van industriële activiteiten met intensief gebruik van elektriciteit laten Chinese steden zelfs achterblijven op sommige steden in Mexico, India en Brazilië.
Als het de steden niet lukt nog meer vooruitgang te boeken, zal dat een weerslag hebben op de welvaart en het milieu in het hele land. Extra uitdagingen zijn: de doorgaande toevloed van migranten, de noodzaak om de snelle economische groei vol te houden, het blijvende gebrek aan kennis en aan middelen waar planners in bepaalde steden last van hebben. In de geschiedenis zijn er ook geen modellen voorhanden van urbanisatie die duurzaam moest verlopen onder zulke dwingende en ingewikkelde omstandigheden. Daar staat dit tegenover: de overheid kent de problematiek grondig en is zich bewust van het feit dat het uitstel van een aanpak de oplossingen in de toekomst alleen maar duurder maakt. De woordvoerder van het Urban China Institute komt op basis van het rapport tot de conclusie dat het stimuleringsbeleid van de overheid de belangrijkste factor voor het welslagen is, nog belangrijker dan het economische gewicht van deze of gene stad.
Het Urban China Institute is een samenwerkingsverband van instituten verbonden aan de universiteiten van Columbia (VS) en Tsinghua (Beijing, China). Het is opgericht onder impuls van McKinsey & Co, een consultancybedrijf met een afdeling in Shanghai.
Bronnen: China Daily en Reuters.