De oppositie in Hongkong en de regering Trump

China verzet zich tegen ‘buitenlandse inmenging in Hongkong’ bij de gebeurtenissen rond de Uitleveringswet. Kenny Coyle, een waarnemer uit Macau, signaleert de bezoeken die de oppositie in Hongkong aan Washington bracht, vlak voor de voortgezette campagne tegen de Uitleveringswet. Is het protest van Beijing dan uiteindelijk geen ‘paranoia’ ?

Coyle’s analyse stond in de Morning Star, een linkse Britse krant. Wij hebben ze (met  toestemming van de auteur) enigszins bewerkt voor ChinaSquare.

Rechtse activisten voor een onafhankelijk Hongkong, de zogenaamde localisten, gingen onlangs demonstreren bij het Amerikaanse consulaat. Op de borden van hun campagne tegen de Uitleveringswet stond: ‘President Trump: Please Liberate Hong Kong’. Zij waren het die het gebouw van de Legislative Council met geweld bestormden en er de vlaggen en insignes van Hongkong als Britse kolonie ophingen. Deze figuren vormen, voorlopig althans, een kleine minderheid. Het is verleidelijk om ze niet al te serieus te nemen, hoewel ze gewelddadig zijn opgetreden en zonder meer strafbare feiten hebben gepleegd.

Een veel grotere groep, en een met veel meer invloed, is echter die van de aloude mainstream-oppositie. Die partijen organiseren de volgehouden, meestal nog vreedzame, protesten tegen de Uitleveringswet. Zij vragen en krijgen vooral aandacht voor hun democratische eisen. Maar zijn het wel de burgerrechten waar het hen uiteindelijk om gaat?

Een belangrijk agendapunt


Kenny Coyle roept twee Amerikaanse bezoeken van die politici in herinnering. In maart kregen zij een uitnodiging van de Amerikaanse Raad voor de Nationale Veiligheid. Anson Chan, de vroegere topvrouw van het laatste Britse koloniale bestuur, leidde de delegatie. Er was een bezoek geregeld met Mike Pence, Trumps vicepresident. De handels- en tech-oorlog van de VS tegen China zat in de onderhandelingsmodus, hoewel iedereen wist dat het conflict elk moment weer kon oplaaien. De uitleveringswet van Hongkong was amper in beeld voor het grote publiek. Bij de gesprekken tussen de delegatie uit Hongkong en de Amerikaanse vicepresident stond de Fugitive Offenders Ordinance (de officiële benaming voor de Uitleveringswet) echter hoog op de agenda.

Anson Chan verklaarde in de media: ‘de vicepresident maakt zich duidelijk grote zorgen over de rechten en vrijheden in Hongkong, ook over de godsdienstvrijheid’. Dennis Kwok, de leider van de Civic Party, voegde eraan toe: de regering van de VS ‘kijkt met grote aandacht naar wat er aan het gebeuren is in Hongkong en het thema uitlevering staat beslist bovenaan de prioriteitenlijst’. De Amerikanen waren vooral geïnteresseerd in ‘de gevolgen van de uitleveringswet voor Amerikaanse bedrijven en burgers die zich in Hongkong bevinden of er doorheen reizen.’

Aparte status

Bij haar verklaringen aan de pers verwees Chan naar de United States-Hong Kong Policy Act van 1992. Volgens die wet beschouwt de VS ‘Hongkong als een onafhankelijke douanegebied en een economische entiteit die losstaat van de rest van China’. Coyle merkt op dat de Policy Act een vrij correcte weergave is van de realiteit. De Speciale Administratieve Regio Hongkong heeft inderdaad zijn eigen monetaire autoriteit en munt, eigen regels voor belastingen, zijn eigen banksysteem en eigendomswetten.

De aparte status is erg voordelig voor de handel met de VS. De Hongkongse economie zou zwaar te lijden hebben als de VS die voorkeurspositie zou afpakken. Na een dergelijke maatregel zou Washington ook Hongkong met hogere invoerrechten kunnen straffen en op allerlei manieren de handel met de regio beperken. Uit de verklaringen en toespelingen van Anson Chan en van Dennis Kwok bleek dat de oppositie in Hongkong en de regering Trump een verband zouden leggen tussen de uitleveringswet en de handelsoorlog.

Aan tafel in Washington

In mei reisde een tweede delegatie met toppers van de oppositie in Hongkong naar Washington. Martin Lee, oprichter van de Hong Kong Democratic Party ontmoette er de minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo en vervolgens Nancy Pelosi, de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden en de machtigste democratische politicus in het politieke hart van de VS. En vooral: Lee mocht zijn verhaal vertellen aan de China-commissie van het Amerikaanse Congres. Dat is een instelling die adviezen en begeleiding geeft aan de wetgevers. Politici van de beide grote politieke partijen zetelen erin en de voorzitter is de bekende havik Marco Rubio (onder ander voorstander van een staatsgreep in Venezuela). Rubio werkte net aan de ‘Hong Kong Human Rights and Democracy Act’, een wet over de mensenrechten en de democratie in Hongkong.

Kenny Coyle citeert de volgende passages uit de tekst:

  • (de wet) verzoekt de President om een strategie uit te werken voor de bescherming van burgers en bedrijven uit de VS tegen de risico’s die ze lopen door de Fugitive Offenders Ordinance. Dat betekent onder andere na te gaan of er geen herziening nodig is van de uitleveringsakkoorden van de VS met Hongkong en het reisadvies voor Hongkong van Buitenlandse Zaken.
  • Verzoekt de minister van Handel om een jaarlijks rapport uit te brengen over de vraag of de regering van Hongkong op voldoende wijze de regelingen ten uitvoer brengt van de VS over de export van producten voor tweeërlei gebruik en van sancties opgelegd door de VS en VN, in het bijzonder inzake Iran en Noord-Korea.

De bedoelingen zijn duidelijk: de wet van Rubio moet ervoor zorgen dat Hongkong verdachten wel uitlevert aan de VS, maar niet meer aan de rest van China. En de VS zal Hongkong ook nog eens onderwerpen aan een toezicht op de uitvoering van sancties die de VS in het buitenland aan twee andere soevereine staten oplegt. Als Hongkong niet aan de door Rubio voorgestelde voorwaarden voldoet kan de VS optreden tegen Hongkongse regeringsambtenaren. Er wordt ook gezinspeeld op het herroepen van de aparte economische status.

‘gedeelde waarden’

Martin Lee sprak openlijk zijn steun uit voor de ‘Hong Kong Human Rights and Democracy Act’. Ook Nathan Law, van de radicale separatistische groep Demosisto, sloot zich hierbij aan. ‘Ik hoop dat de Hong Kong Human Rights and Democracy Act meer steun verwerft. Het wetsvoorstel zal China en de wereld een onmiskenbaar teken geven dat dit land zich blijft inzetten voor de universele waarden die we allemaal delen’.

Kenny Coyle merkt op dat Martin Lee het nauwelijks had over de greep die Beijing volgens hem op Hongkong zou krijgen. Lee speelde helemaal in op het soort argumenten dat de Amerikanen bij hun handelsoorlog inzetten tegen China. Hij sprak vooral over ‘Amerikanen die Beijing kon laten uitwijzen op valse beschuldigingen om handelsgeheimen, software en intellectueel eigendom te pakken te krijgen’. ‘De Verenigde Staten hebben’ volgens de man van de Hong Kong Democratic Party ‘alle belang bij het tegenhouden van deze uitleveringswet, want zij zijn er misschien juist het doelwit van. De Verenigde Staten hebben geen overeenkomst tot uitlevering met China, maar wel met Hongkong. Met de Fugitive Offenders Ordinance kan elke Amerikaan die in Hongkong woont of op doorreis is in een Chinese gevangenis terechtkomen’. Lee zei dat Amerikaanse militairen van de marine hierbij extra gevaar liepen, als ze de haven van Hongkong aandeden.

Perfecte timing

Op 12 juni vond het eerste massale protest tegen de uitleveringswet in Hongkong plaats. Op 13 juni legde Rubio met de steun van Republikeinse en Democratische senatoren de Hong Kong Human Rights and Democracy Act voor aan het Amerikaanse Congres. De VS had de offensieven in handels- en technologieoorlog tegen China intussen alweer een nieuw elan gegeven. In Rubio’s toespraak bij de voorstelling van zijn Act ging het echter over ‘vreedzame demonstraties’, ‘vrijheid’, ‘de rechtsstaat’ en ‘de toenemende bemoeienis van Beijing in de zaken van Hongkong’  

Kenny Coyle besluit zijn analyse als volgt: ‘in de internationale politiek komt het vaak op een juiste timing aan. De Uitleveringswet dook op terwijl de VS een handelsoorlog voerde met China. De oppositie in Hongkong begreep dat zijn campagne tegen de Uitleveringswet nuttig kon zijn voor het Amerikaanse bedrijfsleven en zelfs voor de militaire belangen. Politici van de oppositie in Hongkong zochten dus steun bij de VS, tot op het hoogste niveau. Sommigen zouden dit kunnen zien als serendipiteit, het vinden van iets onverwachts en bruikbaars. Voor de cynici onder ons ziet het er veeleer uit als opgezet politiek samenspel’.  

Het artikel ‘Hong Kong opposition and the Trump administration’ van Kenny Coyle* verscheen in de Morning Star op 7 juli. https://morningstaronline.co.uk/article/hong-kong-opposition-and-trump-administration. De auteur is een Britse marxistische journalist, met professionele ervaring in Azië. Hij heeft acht jaar in Hongkong gewoond en gewerkt. Hij werkt nu in Macau. In een eerder artikel legt hij de draagwijdte uit van de Uitleveringswet en van de campagne ertegen:
https://morningstaronline.co.uk/article/hong-kong-and-politics-extradition

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *