De sociale stand van zaken 17

Banenplan en lonen +13 %
–Een nieuw gepubliceerd tewerkstellingsplan bevestigt het streefdoel om tijdens het huidige vijfjarenplan (2011-2015) een gemiddelde jaarlijkse groei van de minimumlonen met 13% te realiseren. In het vorige plan werd 12,5 % bereikt ;   57 miljoen stedelijke banen werden geschapen en 45 miljoen overtallige landbouwers vonden elders werk. Minimumlonen moeten tegen dan ook minstens 40% van de gemiddelde lonen bedragen. Nu heeft Shenzhen een minimumloon van 1.500 yuan per maand terwijl Chongqing laatste van de grote steden staat met 870 yuan per maand. Het gemiddelde loon van de officieel 158 miljoen binnenlandse migranten bedroeg 2050 yuan per maand in 2011, een stijging van 21% op jaarbasis. Toch zijn er tijdens het huidige vijfjarenplan zeker nog geen werkkrachten tekort. De steden moeten jaarlijks miljoenen jobs bijscheppen, en zelfs dan blijft er op het platteland nog een overschot aan arbeidskrachten. Om tegen 2015 het aantal geregistreerde werklozen in de steden beneden 5% te kunnen houden, voorziet het plan 45 miljoen nieuwe stedelijke arbeidsplaatsen. Daarnaast komen er ook nog 40 miljoen plaatsen bij om het overschot aan arbeidskrachten op het platteland op te vangen.
Toch naar Gini-berekening
Het Nationale Bureau voor Statistiek heeft aangekondigd dat de verzameling van inlichtingen over de inkomens in stad en platteland gestandaardiseerd worden zodat men een eindelijk betrouwbare GINI coëfficiënt kan opstellen. De GINI-coëfficiënt is de internationale index die de inkomensongelijkheid in een land uitdrukt. Hoe hoger, hoe ongelijker. Er komt een betrouwbaar onderzoek op een monster van 140.000 gezinnen waarvan de resultaten in 2013 zullen gepubliceerd worden. Het onderzoek gebeurt met technische bijstand van Canada in het kader van een statistisch samenwerkingsprogramma. Het bureau publiceert sinds 2000 al een onvolledige Gini-coëfficiënt die vooral het verschil tussenstad en platteland uitdrukt en op 0,39 stond in 2011 (vgl België: 0,31). Volgens de directeur van het Bureau zijn gebrekkige gegevens over de hoge inkomens een groot obstakel om een volledige GINI-coëfficiënt te kunnen berekenen. De Wereldbank maakt van haar kant ook schattingen bekend. In 2009 kwam ze voor China op 0,47 uit, ver boven 0.40, de internationale grens voor sociale stabiliteit. Vermelden we in dit verband nog dat China nu ook toegetreden is tot het ICP ( (Internationaal Vergelijkingsprogramma) dat ernaar streeft correctere inschattingen te maken van de koopkrachtpariteit tussen verschillende landen. Resultaten worden al in 2013 verwacht.
Ontwikkelaar moet residentie heropbouwen
Het stadsbestuur heeft ontwikkelaar Fuheng Real Estate bevolen de voormalige residentie van architecten Liang Sichen en vrouw Lin Huiyin die ze neergehaald hadden, terug op te bouwen met nog een boete van 500.000 yuan er bovenop. Het huis met binnenkoer werd beschouwd als erfgoed. De ontwikkelaar had beloofd het vervallen gebouw te renoveren. De bulldozer kwam in de plaats en dit deed een storm van protest oprijzen.
Guangdong helpt arme huaqiao
Guangdong belooft financiële steun aan personen die van overzee terugkwamen en het niet breed hebben. Zij die onder de armoedegrens leven krijgen 500 yuan per jaar. Het provinciaal bestuur trekt 7 miljoen uit voor het programma maar daarin zit ook steun voor arme huaqiao-studenten en ook financiële hulp voor teruggekeerden die ziek zijn, een ongeval meemaakten of ramp. Er leven 100.000 uit het buitenland teruggekeerde huaqiao in de provincie.
Betere verlichting in Pekings klassen
De onderwijsverantwoordelijken in Peking willen de verlichting in 1500 scholen verbeteren. Na onderzoek bleek deze in 71 % niet in orde met de standaarden. Eind vorig jaar telde Peking 1900 lagere en middelbare scholen. Door een betere verlichting kan bijziendheid worden verhinderd verder te stijgen, hoewel ook andere factoren spelen als TV-kijken en voor de PC zitten. In het centrum zijn de klassen meestal in orde; dit is minder het geval in afgelegen gebieden en de scholen voor migrantenkinderen.
340.000 studeerden in buitenland
339.700 Chinese studenten gingen vorig jaar studeren in het buitenland, wat 19,3 % meer is dan het jaar voordien aldus cijfers van het ministerie. 93% deden dit op eigen kosten, de andere werden gesteund door overheid of werkgever. Vorig jaar keerden 196.000 afgestudeerden terug naar China of 38 % meer. Sedert het begin van de hervormingen studeerden meer dan 2 miljoen Chinese studenten in het buitenland en daarvan keerden 818.000 terug.

Tibetaanse monniken krijgen leefloon
223 monniken van het Tsurpu-klooster buiten Lhasa hebben voor de eerste keer een minimum maandloon ontvangen van 360 yuan, het equivalent leefloon voor gewone burgers. Tsurpu behoort tot de “witte hoeden” van de Karmapa Lama die 300 geregistreerde geestelijken telt. Het leefloon zou gradueel toegekend worden aan de 40.000 monniken en nonnen die de AR Tibet telt.

Banenplan en lonen +13 %
Een nieuw gepubliceerd tewerkstellingsplan bevestigt het streefdoel om tijdens het huidige vijfjarenplan (2011-2015) een gemiddelde jaarlijkse groei van de minimumlonen met 13% te realiseren. In het vorige plan werd 12,5 % gerealiseerde men 12.5%: 57 miljoen stedelijke banen werden geschapen en 45 miljoen overtallige landbouwers vonden elders werk.  Minimumlonen moeten tegen dan ook minstens 40% van de gemiddelde lonen bedragen. Nu heeft Shenzhen een minimumloon van 1.500 yuan poer maand terwijl Chongqing laatste van de grote steden staat met 870 yuan per maand. Het gemiddelde loon van de officieel 158 miljoen binnenlandse migranten bedroeg 2050 yuan per maand in 2011, een stijging van 21% op jaarbasis. Toch zijn er tijdens het huidige vijfjarenplan zeker nog geen werkkrachten tekort. De steden moeten jaarlijks miljoenen jobs bijscheppen, en zelfs dan blijft er op het platteland nog een overschot aan arbeidskrachten. Om tegen 2015 het aantal geregistreerde werklozen in de steden beneden 5% te kunnen houden, voorziet het plan 45 miljoen nieuwe stedelijke arbeidsplaatsen. Daarnaast komen er ook nog 40 miljoen plaatsen bij om het overschot aan arbeidskrachten op het platteland op te vangen.
Toch naar Gini-berekening
Het Nationale Bureau voor Statistiek heeft aangekondigd dat de verzameling van inlichtingen over de inkomens in stad en platteland gestandaardiseerd worden zodat men een eindelijk betrouwbare GINI coëfficiënt kan opstellen. De GINI-coëfficiënt is de internationale index die de inkomensongelijkheid in een land uitdrukt. Hoe hoger, hoe ongelijker. Er komt een betrouwbaar onderzoek op een monster van 140.000 gezinnen waarvan de resultaten in 2013 zullen gepubliceerd worden. Het onderzoek gebeurt met technische bijstand van Canada in het kader van een statistisch samenwerkingsprogramma. Het bureau publiceert sinds 2000 al een onvolledige Gini-coëfficiënt die vooral het verschil tussenstad en platteland uitdrukt en op 0,39 stond in 2011 (vgl België: 0,31). Volgens de directeur van het Bureau zijn gebrekkige gegevens over de hoge inkomens een groot obstakel om een volledige GINI-coëfficiënt te kunnen berekenen. De Wereldbank maakt van haar kant ook schattingen bekend. In 2009 kwam ze voor China op 0,47 uit, ver boven 0.40, de internationale grens voor sociale stabiliteit. Vermelden we in dit verband nog dat China nu ook toegetreden is tot het ICP ( (Internationaal Vergelijkingsprogramma) dat ernaar streeft correctere inschattingen te maken van de koopkrachtpariteit tussen verschillende landen. Resultaten worden al in 2013 verwacht.
Ontwikkelaar moet residentie heropbouwen
Het stadsbestuur heeft ontwikkelaar Fuheng Real Estate bevolen de voormalige residentie van architecten Liang Sichen en vrouw Lin Huiyin die ze neergehaald hadden, terug op te bouwen met nog een boete van 500.000 yuan er bovenop. Het huis met binnenkoer werd beschouwd als erfgoed. De ontwikkelaar had beloofd het vervallen gebouw te renoveren. De bulldozer kwam in de plaats en dit deed een storm van protest oprijzen.
Guangdong helpt arme huaqiao
Guangdong belooft financiële steun aan personen die van overzee terugkwamen en het niet breed hebben. Zij die onder de armoedegrens leven krijgen 500 yuan per jaar. Het provinciaal bestuur trekt 7 miljoen uit voor het programma  maar daarin zit ook steun voor arme huaqiao-studenten en ook financiële hulp voor teruggekeerden die ziek zijn, een ongeval meemaakten of ramp. Er leven 100.000 uit het buitenland teruggekeerde huaqiao in de provincie.
Betere verlichting in Pekings klassen
De onderwijsverantwoordelijken in Peking willen de verlichting in 1500 scholen verbeteren. Na onderzoek bleek deze in 71 % niet in orde met de standaarden. Eind vorig jaar telde Peking 1900 lagere en middelbare scholen. Door een betere verlichting kan bijziendheid worden verhinderd verder te stijgen, hoewel ook andere factoren spelen als TV-kijken en voor de PC zitten. In het centrum zijn de klassen meestal in orde; dit is minder het geval in afgelegen gebieden en de scholen voor migrantenkinderen.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *