Werken Sinopecoliereserve in Tianjin gestart
Olievoorraad van de staat in Ningbo
In Tianjin is olieraffineerder Sinopec gestart met de uitbouw van een strategische oliereserve. Deze zal een capaciteit hebben van 3,2 miljoen m³, namelijk 32 olietanks van 100.000 m³. Daarnaast wordt een pijplijn van 22 km aangelegd naar een raffinaderij van Sinopec in de omgeving. Kostenplaatje: 980 miljoen yuan. De maatschappij is nog bezig met de bouw van haar reserve in Guangdong, die tijdens de tweede helft van 2011 af moet zijn. Sinopec heeft al drie functionerende reserves: in Shanshan (Xinjiang), Lanzhou (Gansu) en Tieling (Liaoning). Ook de staat heeft al vier strategische reserves gebouwd en plant de komende drie jaar nog eens acht reserves aan te leggen om minder afhankelijk te zijn van de schommelingen op de aardoliemarkt.
Meer toelagen voor elektriciteitsnetwerk
De ‘Nationale Hervormings- en Ontwikkelingcommissie’ heeft besloten de verdeelmaatschappij voor elektriciteit te betoelagen in ruil voor medewerking om 15 % van de elektriciteit door schone energie te laten verlopen. Er is immers kritiek dat er leidingen ontbreken die schone centrales verbinden met het netwerk. Ook heeft het elektriciteitsnetwerk behoefte aan zelfcontrole en meer faciliteiten in geval van rampen, aldus academici. De State Grid heeft ook hulp beloofd voor de 1,2 miljoen gezinnen die regelmatig stroompannes ondervinden. De State Grid had echter vorig jaar een deficit van 45 miljard, de winsten daalden met 79 % vergeleken met 2008. Hoewel de maatschappij een geldtekort heeft, wil ze toch beginnen met het “intelligent netwerk” van 2011 tot 2015.
Aandeel lonen daalt al 22 jaar
Het aandeel van de lonen in het BNP is de laatste 22 jaar voortdurend gedaald, aldus een topman van de ACFTU-vakbond. De piek van lonen en salarissen was in 1983, met 56 % van het BNP. Dit daalde tot 36 % in 2005, waarna het constant bleef. Daarentegen steeg de winst op kapitaal met 20 % van 1978 tot 2005. Volgens het ‘Nationaal Bureau voor de Statistiek’ stegen de lonen gemiddeld van 14.422 yuan in 2002 tot 29.228 in 2008. Uit een steekproef van de vakbond blijkt dat één vierde beweert dat hun inkomen niet steeg de laatste vijf jaar. Vorig jaar werden in China 1,2 miljoen cao’s afgesloten in meer dan 2,11 miljoen bedrijven en dit met 161 miljoen werknemers.
Belastingsontvangsten en investeringen stegen
China’s belastingsinkomen was in de eerste vier maanden van 2010 33 % hoger dan vorig jaar. BTW, bedrijfsinkomens- en zakenbelastingen verhoogden respectievelijk met 13 %, 41 % en 37 %. De sprong voorwaarts wordt verklaard door de zwakke vergelijkingsbasis van vorig jaar, midden de crisis. Ook een nieuwe belasting op bepaalde voertuigen bracht meer inkomsten mee. Gedurende de eerste vier maanden van dit jaar rijfde China 30 miljard $ aan buitenlandse investeringen binnen, 11 % meer dan gedurende dezelfde periode vorig jaar.
Lokale overheden lenen (te) veel
Zo’n 40 % van de nieuwe leningen uit het eerste kwartaal ging naar organen van de lokale overheden. Vroeger had een lokaal bestuur hooguit twee tot vier financieringsarmen onder zich, maar recentelijk groeide dit tot 10. Van de 3800 dergelijke investeringsmaatschappijen zijn er 70 % op districts- of kantonniveau. Hun schuld steeg van 1000 miljard yuan in 2008 tot 6000 miljard nu. Sommige onderzoekers vrezen dat dit nog onderschat is. Hoe dan ook wordt de vraag gesteld of de geplande afkoeling van de vastgoedmarkt de terugbetaling van de leningen niet zal bemoeilijken.
