De strijd om Pipelinistan: China in Centraal Azie

Geen specerijen, tapijten of zijde, maar olie -en aardgaslijnen vormen de inzet van een machtsspel tussen diverse machten in Centraal Azië. De Centraal Aziatische landen die streven naar ongebondenheid willen wel Peking te vriend houden omdat dit hen helpt minder afhankelijk te worden van Rusland. De invloed van China wordt intenser.
In de enge zin omvat Centraal Azië Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan, Tadzjikistan en Kirgizië. Sommigen hebben het over Groot Centraal Azië dat ook Mongolië, Pakistan en Iran omvat. De centrale 5 landen omvatten een grote staat Kazachstan, twee kleine Tadzjikistan en Kirgizië en de twee middenmoters Turkmenistan en Oezbekistan. Samen tellen ze nauwelijks 66 miljoen personen. Oezbekistan heeft de grootste bevolking, hoewel het kleiner is dan Kazachstan. De 5 hebben allen een zeer heterogene bevolking en grensoverschrijdende migratie is een regel. Tadzjikistan en Kirgizië worden algemeen beschouwd als grondstoffenarm, terwijl Turkmenistan en Kazachstan rijk zijn aan petroleum en aardgas. Katoen is voor alle betrokken landen een exportproduct, vooral in Oezbekistan en Turkmenistan. Landbouw staat nog in vier van de vijf landen in voor 40 % van de arbeidskrachten en dit bedraagt 30 % in Kazachstan. Het aandeel dat de privésector er in het Bnp produceert  ligt laag (tussen 25 en 55%), terwijl dit in Tsjechië bijvoorbeeld 80 % bedraagt. Westerse wetenschappers die de heilige koeien “meer privatisering, meer buitenlands kapitaal en meer westerse parlementaire democratie” aanbidden, hebben het moeilijk de vooruitgang van deze landen te verklaren omdat het enige land met een westerse democratie Kirgizië het slecht doet, terwijl in hun ogen “autoritaire systemen” met nog veel staatsinvloed het echter beter doen. Dit wordt dan toegeschreven enerzijds aan etnische rellen en aan de verhoging van de katoen- en grondstoffenprijzen. Laten we land per land overlopen.
Turkmenistan dat het meest westwaarts ligt, telt met 5 miljoen inwoners een kleine bevolking, maar heeft rijke voorraden aardgas, olie en is een katoenexporteur. Het bewind wordt niet gehinderd door Islamitische of andere oppositiegroepen en de president haalde tijdens de laatste verkiezingen een monsterscore van 97 %. Het land voelt zich dan ook weinig geneigd om raad te vragen aan internationale organisaties als IMF en de Wereldbank. Het land is met succes onder de knoet van Gazprom uitgekomen door de bouw van pijplijnen enerzijds naar Iran en anderzijds naar China. Buiten de grondstoffensector geniet vooral de bouwnijverheid van een sterke staatssteun en dit voornamelijk qua prestigeprojecten in de hoofdstad als projecten voor de uitbouw van het toerisme in Awasa aan de Kaspische zee.
Kazachstan -het grootste land omsloten land- is vooral na 2000 succesvol geworden met jaarlijkse groeivoeten boven de 8 %. Het land van 16 miljoen inwoners trekt meer buitenlandse investeringen aan dan al de andere Centraal Aziatische landen samen. In 2009 bedroeg het bedrag 8,2 % van het Bnp en 70 % daarvan is bestemd voor petroleum- en gasontginning. Het uitstekende klimaat zorgt ook voor tarwe van hoge kwaliteit tegen de helft van de prijs in Frankrijk en 60 % van deze in Oekraïne of Rusland. Gezien de massale aanwezigheid van Russen in het land kan president Nazarbayev -die bij verkiezingen ook sovjetscores haalt- moeilijk anders dan de noorderbuur te vriend te houden: meest opgemerkt in dit verband was het verplaatsen van de hoofdstad van Almaty aan de grens met Kirgizië naar de kleine stad Aqmola, nu Astana in de noordelijke steppe. Deze permanente band met Rusland krijgt een tegengewicht door relaties met de OSCE, met China en ook met de organisatie van Islamitische staten. Op economisch vlak blijven staatsondernemingen dominant in strategische nijverheden en na 2000 greep zelfs een hernationalisatieproces plaats, vooral in de grondstoffen extractie-nijverheden, wat de westerse wetenschappers “economisch nationalisme” noemen. De facto zijn de 3 meest invloedrijke organen de “Foreign Investor’s Council” (FIC), Atameken en het soeverein fonds SamrukKazyna . De FIC werd in 1998 opgericht als het dialoogorgaan tussen buitenlandse bedrijven en de regering. Atameken heeft dezelfde functie maar ten aanzien van de binnenlandse privésector en telt meer dan 100 ondernemingen uit diverse sectoren.
Oezbekistan is een dubbel land omsloten land met 30 miljoen inwoners, overigens de grootste bevolking onder de centraal Aziatische landen. Belangrijk is te weten dat Tasjkent al de regionale hoofdstad was tijdens de Sovjetperiode en dat het land zo een competente en functionerende administratie erfde, een transportnetwerk en irrigatiekanalen voor het katoen. President Karimov heeft wel te maken met Islamitische oppositiegroepen, maar probeert ook niet te afhankelijk te worden van een van de buitenlandse machten. Wegens zijn verzet tegen de opkomst van de politieke islam genoot hij westerse steun, maar dit veranderde tot kritiek na repressieve maatregelen tegen een opstand in Andijan in 2005. Westerse media en Ngo’s gingen dicht en de VS-strijdkrachten werden gevraagd het land binnen de 6 maanden te verlaten. Karimov ging zich daarna meer tot Rusland en China wenden. In het begin van de onafhankelijkheid werden snel kleine bedrijven geprivatiseerd, terwijl de grootschalige privatisering en de landbouwhervormingen eerder beperkt gehouden werden in vergelijking met Kazachstan en Rusland. De regering behield de controle over de natuurlijke rijkdommen en over de financiële sector. De nijverheidspolitiek voorzag openbare investeringen in voorkeursondernemingen vooral in chemie, petrochemie en in katoen. De inkomsten uit de export van katoen en goud werden gebruikt om een beter onderwijs- en gezondheidssysteem te ontwikkelen. In de hoofdstad werden niet echt dure prestigeprojecten opgezet. In het Oezbeeks model van graduele hervormingen blijft de regering toch een belangrijke invloed uitoefenen via publieke holdings: de overheid beschouwt zowat alle sectoren als strategisch en dit gaat van landbouw (katoen), over nijverheid tot de financiële sector. Het was een van de eerste overgangslanden die op een effectieve manier de bedrijfsbelasting inde en zo de publieke investeringen garandeerde.
Tadzjikistan behoort met zijn 7 miljoen inwoners tot de armste van de transitielanden. Het islamitisch radicalisme is in opmars. De nijverheid is grotendeels niet hervormd en het land leefde vorig jaar voor eventjes 40 % van het BNP door geldafdrachten door Tadzjieken die in het buitenland leven, voornamelijk in Rusland. Pogingen om buitenlandse investeringen aan te trekken, waren weinig succesvol. Tadzjikistan probeert als hoog gelegen berggebied waterkrachtcentrales uit te bouwen, maar komt hierdoor in conflict met het lager gelegen Oezbekistan dat vreest dat haar katoennijverheid onvoldoende water zou kunnen krijgen.
Kirgizië met 5 miljoen inwoners liet de slechtste resultaten zien. De “tulprevolutie” in 2005 was al gericht tegen het bevoordeligen van het verstedelijkte noorden, ten nadele van het zuiden waar veel Oezbeken wonen. Overigens is Zuid-Kirgizië een belangrijke hub geworden voor heroïne uit Afghanistan: de UNO wijst vooral de stad Osh aan als draaischijf. Ook Bakiyev moest op zijn beurt in april 2011 ontslag nemen na ernstige rellen tussen Kirgiezen en Oezbeken in het zuiden van Kirgizië. 100.000 Oezbeken vluchtten het onheil en de overblijvende voelen zich gediscrimineerd. Ander onheil dit jaar was een grote dierensterfte door onweer en een staking in de grootste goudmijn die een belangrijke productievermindering tot gevolg had. De afdrachten van de Kirgiezen in het buitenland bedragen een kwart van het bnp. 700.000 personen of een vijfde van de werkende bevolking doet dit buiten de grenzen. Volgens de laatste berichten zouden de Amerikanen de Kirgizische vliegbasis in Manas na 2014 enkel maar mogen gebruiken voor burgerdoeleinden
Buitenlandse machten
Rusland had van oudsher het monopolie op de pijplijnen uit Centraal Azië. Niet enkel andere grote spelers als VS, EU en China zijn echter geïnteresseerd in de energievoorraden; ook Pakistan, Iran en Turkije verbeteren hun relaties met de Centraal Aziatische staten. Iedereen ontplooit zijn eigen strategie en internationale organen staan er in dienst van. Na het verdwijnen van de Sovjet-Unie was China er een van de eersten bij om met de betrokken staten een vriendschap- en samenwerkingsakkoord te sluiten. De Amerikanen dringen aan op de aanleg van de TAPI– aardgaspijplijn die gaat van Turkmenistan over Afghanistan en deze levert aan Indië en Pakistan. Dit project wordt ondersteund door de “Asian Development Bank” maar de veiligheid rond Afghanistan en de na-ijver tussen Indië en Pakistan maken deze lijn niet evident. Ook de Europese Unie drijft haar investeringen die tussen 2007 en 2013 719 miljoen $ bedragen op.
Naar Europa toe zijn diverse trajecten pijplijnen met elkaar in concurrentie: de Russische Southstream-variant die Russisch aardgas van de Kaspische zee doorstuurt naar Griekenland en Oostenrijk tegenover de westerse Nabuccovariant die loopt van Erzurum in Turkey tot in Oostenrijk. Ook werd het TANAP-project gelanceerd tussen Azerbeidzjan en Turkije, waar Turkmenistan zou kunnen op aansluiten. Het was echter China die er als derde hond er in slaagde om een aardgaspijplijn te laten bouwen waarvan de leveringen startten in december 2009. De pijplijn is 188 km lang in Turkmenistan, 530 km door Oezbekistan en 1300 km door Kazachstan vooraleer het met het Chinese netwerk verbonden wordt. Deze pijplijn heeft ongetwijfeld de onafhankelijkheid van Centraal Azië tegenover Rusland versterkt. Het zijn nochtans Amerikaanse oliefirma’s die 75% van de nieuwe petroleumvelden in handen hebben. Met investeringen ter waarde van 30 miljard $ maken ze daarmee 30% tot 40% uit van de buitenlandse investeringen in Kazachstan en Azerbeidzjan. Energiemaatschappijen uit het VS, Frankrijk, Turkije, Iran en Japan zijn ook present. Het succes van de pijplijn naar China mag echter niet doen vergeten dat de bevolking uit de Centraal-Aziatische staten traditioneel een diep wantrouwen koestert tegenover China. Dit blijkt uit talrijke opinieonderzoeken.
China’s succes werd in de hand gewerkt door de “Shanghai Cooperation Organization” (SCO) een samenwerkingsverband tussen Rusland, China en de Centraal Aziatische landen behalve Turkmenistan. Deze samenwerkingsorganisatie werd in 1996 opgericht om samen te werken in grensgebieden tegen smokkel, terrorisme, separatisme en drughandel. Er leven bijvoorbeeld 400.000 Oeigoeren in Kazachstan en Kirgizië die uiteraard in contact staan met de Oeigoeren in China waarvan een deel strijdt voor separatisme. Het SCO charter dateert uit 2002, beklemtoont de gelijkwaardigheid van de staten en veroordeelt het streven naar hegemonie. China wil van de SCO eerder een samenwerkingsverband maken dat de economische samenwerking bevordert dan een NATO uit de regio. Hoewel ook Rusland deel uitmaakt van de SCO beschikt Rusland ook over een gemeenschappelijk economisch en een veiligheidsorgaan (CSTO) met de Centraal Aziatische landen. Oezbekistan is echter van plan uit dit CSTO-veiligheidsorgaan te stappen. Het economisch verband heet “Eurasian Economic Community” (EurAsEC) en het is de vraag of deze kan uitgroeien tot een “Common Economic Space” zoals de EU in West-Europa. Omdat de hoofdzetel daarvan in Kazachstan zou komen, ziet Oezbekistan dat weer niet zitten. De internationale organen kunnen we afwerken met de opmerking dat Kazachstan nog onlangs voorzitter is geweest van de “Organisation for Security and Cooperation in Europe” (OSCE) en evenneens nog in 2011 van de “Organisation of Islamic Cooperation”. Tezelfdertijd wordt Kazachstan Ruslands meest belangrijke partner in de CSTO genoemd. Van een multi-vector diplomatie gesproken.
Recent
Op de SCO-top in juli kondigde president Hu Jintao aan dat China de Centraal Aziatische landen verder voor 10 miljard $ leningen zou toekennen. De top kan heeft de bestaande ontwikkelingen in een stroomversnelling gebracht. We overlopen even de landen, te beginnen met Turkmenistan die weliswaar geen deel uitmaakt van de SCO. De bestaande pijplijn uit Turkmenistan zit op koers om tegen eind volgend jaar de geplande 30 miljard m3 per jaar (bcm/j) te halen: momenteel bedraagt de transit al twee derden, dus 20 bcm. Recentelijk tekende de Turkmeense president Berdimuhamedow een overeenkomst met “China National Petroleum Corp” (CNPC) om deze hoeveelheid te verdubbelen tot 65 miljard m3/jaar. Deze overeenkomst kwam er niet toevallig na het mislukken van een prijsafspraak tussen China en Rusland voor de invoer van Russisch gas naar China. Turkmenistan bedrijft het meest handel met Turkije, daarna met China en vervolgens met Rusland.
Na het afkoelen van de betrekkingen met de VS in 2004-05 ontmoetten de Oezbeekse en Chinese leiders elkaar tweemaal. Enkel in 2005 werden 20 deals gesloten ter waarde van 2 miljard $. Tijdens een vorig bezoek van president Karimovs aan China werden voor 5 miljard $ investeringen afgesproken en dit betreffen 25 verschillende projecten, gaande van transport tot financiering van scheikundige productie. China betoelaagt ook de bouw van een spoorweg die Oezbekistan verbindt via Kirgizië. Op de SCO-top heeft president Hu Jintao beloofd om opnieuw 2 miljard $ te zullen investeren in Oezbekistan. CNPC ging akkoord om jaarlijks 10 miljard m3 af te nemen van Uzbekneftegaz. In 2011 bedroeg de bilaterale handel 2,6 miljard $, tijdens het eerste semester steeg de bilaterale handel met 42 % en het doel is een verdubbeling tot 5 miljard in 2015. China is reeds Oezbekistans derde handelspartner, grootste investeerder, grootste afnemer van katoen en grootste provider van telecomapparatuur. 400 Chinese ondernemingen investeerden op de meest diverse domeinen
Tijdens de SCO-top raakte bekend dat de Kazachse energiegigant KazMunayGas een lening van 1,1 miljard $ kreeg van de Export Import Bank of China (Eximbank) om drie raffinaderijen te moderniseren. Vorig jaar tekenden Kazachstan en China al een memorandum voor de bouw van een supersnelle treinlijn tussen de hoofdstad Astana en het financieel centrum Almaty. Verder werd een lening afgesproken voor de bouw van een petrochemische fabriek en ook een overeenkomst om Kazachse uranium te voorzien aan China’s groeiende kernnijverheid. Voordien schonk Peking al leningen voor de uitbouw van telecom -en landbouwprojecten als middel om de Kazachse economie te diversifiëren. China helpt ook nog een nieuwe pijplijn te financieren die petroleum aanvoert uit het noordwesten aan de Kaspische zee. Deze zou goed zijn voor jaarlijks een bijkomende 10 tot 15 miljard bcm/jaar. De Chinese investeringen in Kazachstan worden totnutoe op 15 miljard $ geraamd. De Chinezen zijn betrokken bij de helft van ’s lands petroleumproductie. Van het 80 miljoen ton petroleum die deze uithalen, vloeit 25 miljoen ton naar China. Het land heeft al een groter aandeel in de Kazachkse energiesector dan Rusland. China staat volgens het IMF in voor 22 % van de Kazachse export in 2011 en voor 30 % van de import.
De geplande spoorlijn tussen China en Oezbekistan en die deel uitmaakt van een lijn tussen Kashgar tot Turkije, wekt in Kirgizië vrees en hoop. Enerzijds is er hoop dat dit het land internationaal meer zal ontsluiten, anderzijds wordt gevreesd om te afhankelijk te worden van China. De vrachtcapaciteit van de lijn wordt op 15.000 ton geraamd. In mei verwierp het land China’s voorstel om de treinlijn van 2 miljard $ op Kirgizische gebied (zowat 74 % van het Bnp) te bekostigen met Chinese toegang tot Kirgizische grondstoffen. Gevreesd wordt dat de 3 bedoelde Kirgizische goud, aluminium en ijzermijnen een soort Chinatown worden. Er bestaat al wat ressentiment tegen de nieuwe lokale rijken die hun rijkdom danken aan het uitvoeren in de regio van goederen uit China. Dit zou Kirgizië jaarlijks 250 miljoen $ opleveren. Voeg daarbij de toevloed van tienduizenden Chinese handelaars en 90.000 Chinezen die onwettelijk in het land verblijven en de voedingsbodem is aanwezig voor anti-China gevoelens. Ramingen hebben het over 300.000 Chinezen die leven in Kazachstan, 200.000 in Kirgizië en 150.000 in Oezbekistan, Turkmenistan en Tadzjikistan samen. De Kirgizische regering heeft twee tegenvoorstellen gedaan die geen mijnontginning impliceren en die nu onderzocht worden door China. Tijdens het bezoek begin september van de Kirgizische leider Almazbek Atambayev aan China kreeg Kirgizië een 100 miljoen $ lening van China’s Eximbank voor de aanleg van de 360 km lange autoweg Osh-Batken-Asfana tussen noord en zuid die Oezbeekse en Tadzjiekse enclaves in Kirgizië links laat liggen. De doenbaarheidsstudie van de spoorweg China-Kirgizie-Oezbekistan moet klaar zijn tegen april. Ook de bouw door het Chinese TBEA van een elektriciteitslijn tussen beiden werd afgesproken en deze zal China voor 100 % financieren. Momenteel moet de elektriciteit die in Zuid-Kirgizie wordt opgewekt en die naar het noorden gestuurd wordt over Oezbekistan en Kazachstan waarvoor betaald moet worden.
Wat de verhouding met Tadzjikistan betreft, vermelden we eerst dat het land akkoord ging om grenscorrecties te regelen met China die neerkwamen op de teruggave van 2000 ha grond aan China. Na de SCO-top heeft de Tadzjiekse president Rahmon 10 overeenkomsten met China bezegeld die ongeveer een miljard $ waard zijn. 600 miljoen gaat naar de bouw van een cementfabriek in het zuiders gebied Shahritus op de grens met Oezbekistan. Deze joint-venture tussen de “Chinese National Materials Group Corp” en de Tadzjiekse staatsonderneming “Tajik Aluminium Co” (Talco) moet jaarlijks 3 miljoen ton cement vervaardigen. Voordien had het land hulp ingeroepen van Iran en Pakistan, maar dit sleepte te lang aan. Peking heeft ook toegezegd in de hoofdstad Dushanbe een steenkoolcentrale te bouwen waarvan de warmte hergebruikt wordt. Recent prospectiewerk door het Canadese “Tethys Petroleum” bracht onvermoede voorraden petroleum en aardgas aan het licht die het equivalent zouden zijn als de volledige voorraad in de Noordzee. Daardoor zou Tadzjikistan op het niveau komen van Turkmenistan en Kazachstan en zou het land allicht minder de behoefte voelen om zijn toevlucht te nemen tot waterkracht.
Volgens Chinese statistieken is het totale handelsvolume tussen Centraal Azië en China tussen 1992 en 2007 verhoogd van 465 miljoen $ tot 18 miljard $; met Groot Centraal Azië bedraagt het bijna 50 miljard . Dit betekent dat China Rusland al achter zich gelaten heeft. De grootste handelspartner was Kazachstan met 13 miljard $, maar de handel met Kirgizië steeg dat jaar het sterkst tot bijna 10 miljard. Ook van Mongolië is China de grootste handelspartner en de grootste investeerder. Door de gemeenschappelijke grenzen doen Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan dienst als uitvalsbases voor Chinese export in Centraal Azië: deze re export was in 2007 goed voor 20 % van het Kirgies bnp. Omgekeerd bezochten in 2006 700.000 Centraal Aziaten Xinjiangs hoofdstad Urumqi. China’s succes in Centraal Azië deint uit want ook Oekraïne dat zijn toevlucht nam tot Peking, kreeg 7 miljard $ leningen toegezegd. Bij de landen uit de regio die van Turkse afstamming zijn zal ook het bezoek van de Turkse premier aan Xinjiang en China niet ontgaan zijn. Kortom de aanwezigheid van China in de Centraal Aziatische landen heeft nu al een dynamiek veroorzaakt die Rusland dwingt toegeeflijker te zijn tegenover hen en deze gezonde wedijver kan enkel de betrokken landen ten goede komen.
Beknopte bibliografie
Centreasia.eu & www.ecfr.eu , China Analysis, The new Great Game in Central Asia
David Kerr , Central Asian and Russian perspectives on China’s strategic emergence, International Affairs 86: 1 (2010) 127–152, Blackwell Publishing Ltd/The Royal Institute of International Affairs
From the “forgotten region” to the “great game” region: On the development of geopolitics in Central Asia, Y. N. Zabortseva University of Sydney, Australia, Journal of Eurasian Studies 3 (2012) 168–176
Economic reform and institutional change in Central Asia: towards a new model of the developmental state? Manuel Stark and Joachim Ahrens, PFH Private Hochschule Göttingen, Papers
No. 2012/05
www.laender-analysen.de/zentralasien
Whither the new great game in Central Asia? Stephen Blank
Strategic Studies Institute, US Army War College, Carlisle Barracks, PA 17013, United States, Journal of Eurasian Studies 3 (2012) 147–160
The Economic Aspects of the Chinese-Central Asia Rapprochement, Sébastien Peyrouse, © Central Asia-Caucasus Institute & Silk Road Studies Program – www.silkroadstudies.org
China and Greater Central Asia: New Frontiers? Niklas Swanström
© Central Asia-Caucasus Institute & Silk Road Studies Program –
Institute for Security and Development Policy, Stockholm-Nacka, www.silkroadstudies.org
The New Silk Roads Transport and Trade in Greater Central Asia,
Edited by S. Frederick Starr, © 2007 Central Asia-Caucasus Institute & Silk Road Studies Program – www.silkroadstudies.org
Asia Times, http://www.atimes.com/atimes/Central_Asia.html : diverse bijdragen
The Economist Intelligence Unit, landenrapporten Centraal Azie.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *