Dengs zuidelijk testament: 20 jaar geleden

Het is twintig jaar geleden dat Deng Xiaoping zijn reis naar het zuiden maakte en er zijn ideologisch testament uitsprak. Hij was de eerste topmarxist die poneerde dat een authentiek socialisme ook marktprincipes kan aanwenden. Zijn gedachten kunnen als een socialistische repliek beschouwd worden op Roosevelts “New deal”-politiek uit 1935 die vond dat het kapitalisme best ook staatsinterventie kan gebruiken.
Dengs ideologisch testament uit 1992 kwam niet uit de lucht te vallen. Deng Xiaoping was diegene onder de Chinese topleiders die al meer dan 10 jaar deze doorbraak voorbereidde. Op 26/11/79 zei Deng al aan de vice-president van de Encyclopedia Britannica:
Het is niet accuraat te zeggen dat de markteconomie beperkt is tot de kapitalistische markteconomie. Een markteconomie bestond al in de tijd van het feodalisme. Socialisten kunnen ook een markteconomie opzetten. Wij beklemtonen de planeconomie, maar we integreren ze met een markteconomie, een socialistische markteconomie. Zeker zullen bepaalde methoden dezelfde zijn als in het kapitalisme, maar er zullen ook verschillen zijn.
Dit gesprek werd niet gepubliceerd, want de markteconomie was nog taboe. Toen werd nog geloofd dat een wareneconomie enkel in het kapitalisme plaats vond. Na wat zigzaggen tussen orthodoxie en hervormingen is het in oktober 1984 terug de beurt om de hervormingen en opendeurpolitiek aan te zwengelen. Op het partijplenum repliceert Deng op zijn kameraden die wijzen op de gevaren hiervan:
” Sommige kameraden zijn altijd bang dat indien we ons openen, ongewenste zaken in China zullen binnenkomen. Bovenal zijn ze bang dat China kapitalistisch zou worden. (..) Dit zal echter geen effect op het socialisme hebben. Geen effect. Vanzelfsprekend zullen sommige negatieve elementen binnenkomen, en we moeten er op letten. Als we ons isoleren en de deur dicht doen is het onmogelijk het niveau van de ontwikkelde landen in te halen op 50 jaar tijd. Zelfs als ons land even open blijft als nu zal er geen nieuwe burgerij opkomen omdat de productiemiddelen in gemeenschapshanden zijn.”
Op 23 oktober 85 heeft hij een gesprek met hoofdredacteur van Time Henry Grunwald. Daarin poneert hij
“dat er geen fundamentele tegenstelling is tussen socialisme en een markteconomie. (..)De juiste benadering is een planeconomie te combineren met een met een markteconomie. Is dit tegen de principes van het socialisme? Neen, omdat we tijdens de hervormingen 2 zaken zullen verzekeren: het eerste is dat gemeenschapseigendom altijd dominant blijft en het andere is dat we door de economisch te ontwikkelen, we gemeenschappelijke voorspoed nastreven, waarbij polarisatie vermeden wordt(..) Zolang de publieke sector een predominante rol speelt, kan polarisatie vermeden.”

Deng met dochter in Shenzhen


Op 9 juni 89 onmiddellijk na de Tienanmen-incidenten bevestigt Deng “dat de politiek van open deur en hervormingen juist zijn, hoewel er negatieve invloeden kwamen van het westen, die we nooit onderschat hebben” Vervolgens:
Moeten we voortdoen om economische planning te combineren met regularisatie door marktkrachten. Dit mag nooit veranderd. In ons praktisch werk tijdens de periode van heraanpassing hebben we meer planning, terwijl onder andere omstandigheden we meer marktregulatie hebben en meer flexibiliteit. De combinatie van markt en planning zal blijven duren.”
Op 24/12/90 stelt hij: ”We moeten theoretisch verstaan dat het verschil tussen kapitalisme en socialisme niet  markteconomie of planeconomie is. Socialisme kent regulatie door marktkrachten en kapitalisme heeft controle door planning. (..)Zowel een planeconomie als een markteconomie zijn beiden noodzakelijk. Indien we geen markteconomie hadden, zouden we geen toegang hebben tot informatie van andere landen en zouden we achterop geraken.Publiciteit in Shenzhen
Tijdens zijn tocht naar het zuiden in januari 92 levert hij zijn ideologisch testament af waarin hij eigenlijk enkel herhaalt dat “De proportie van planning tot marktkrachten niet het essentiële verschil is tussen socialisme en kapitalisme. Onder het kapitalisme is er planning en er zijn markten onder het socialisme ook. Planning en marktkrachten zijn beiden middelen om de economische activiteit te controleren. De essentie van het socialisme is bevrijding en ontwikkeling van de productieve krachten, eliminatie van uitbuiting en polarisatie en het uiteindelijk bereiken van voorspoed voor allen. Hij voegt er aan toe “ Indien we de burgerlijke liberalisering niet in de kiem smoren, kunnen we problemen verwachten”. Waarna hij verder uitweidt over de dictatuur van het proletariaat en de noodzaak van het consolideren van de volksdemocratie.
Betekenis
De theorie van de socialistische markteconomie die impliceert dat socialisme kan draaien op basis van een marktsysteem, was een feit. Dit betekent echter niet dat de planning wordt afgeschaft. Het houdt wel in dat de planning meer via onrechtstreekse economische hefbomen als bijvoorbeeld rente- en belastingenvoeten, investeringsstimuli e.d. verloopt dan via rechtstreeks administratieve bevelen. De planning verandert dan wel naar een meer onrechtstreekse macrocontrole, wat geenszins een afzwakking van het socialisme of een groter liberalisme impliceert. Daarbij blijft gemeenschapseigendom dominant.
Twintig jaar later wordt het zonneklaar dat Dengs politiek de juiste was . Deze bezorgt niet enkel China iedere dag meer aanzien, maar vooral de Chinese bevolking meer inkomen en welvaart. China ontsnapte eerst aan de Aziatische crisis in 1998, de financiële crisis een tiental jaren later en niettegenstaande de huidige crisis in het westen, wordt voor volgend jaar opnieuw een groei van boven de 8 % voorspeld. De kapitalistische landen daarentegen sukkelen met een groei tussen 0 en 2 %. Europa maakt zelfs China het hof opdat China de EU financieel zou bijspringen bij het afbetalen van hun schulden.
Het waren tijdens de negentiger jaren hoofdzakelijk de kustgebieden die profiteerden van de hervormingspolitiek. Na 2000 werd dan eerst voor de westelijke gebieden een groot steunprogramma opgesteld en enkele jaren nadien werd dit gevolgd door een steunprogramma voor het noordoosten. De in 2002 aangetreden nieuwe leiders Hu Jintao en Wen Jiabao konden op het elan doorgaan en hebben vooral de sociale en de ecologische dimensie in hun beleid geaccentueerd. We zien dat China vooraan staat qua groene technologie, dat de gezondheidszorg helemaal opnieuw wordt georganiseerd en de sociale zekerheid in al zijn facetten verder wordt uitgebouwd, ook op het platteland.  Hoewel er in de nijverheid heel wat kmo’s meer in de privésfeer terecht kwamen, blijven de levenslijnen van de economie zoals energie, telecom en infrastructuur in overheidshanden. De hervormde staatsondernemingen vergroten hun activa en spelen hun rol van avant-garde. De praktijk is het hoofdcriterium om te weten of de theorie klopt. Het is niet omdat er schaduwzijden aan het model zitten, zoals bijvoorbeeld een te grote tegenstelling tussen rijken en armen, dat het model zou fout zijn. Iedere dag zien we echter dat China een topplaats inneemt, is het niet gewoon bij drankmarkten als bier of wijn, dan is het bij luxeproducten als goud en diamant. Welk ander land kan zeggen dat de koopkracht van de bevolking toeneemt met meer dan 7 % jaarlijks? Van mensenrechten gesproken!
Zie ook Dialogue

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *