De spanning tussen Japan en China over de Diaoyu/Senkaku eilanden blijven maar oplopen. De voorbije maand waren nationalistische groepen van beide landen om beurt op de onbewoonde eilanden geland en hadden er hun vlag gepland. Er wordt nu verder olie op het vuur gegooid
Begin deze week maakte de Japanse regering bekend dat ze de eilanden koopt van de privé-persoon die er nu formeel eigenaar van is. Op die manier hoopt men ze beter ‘vreedzaam te kunnen besturen’. De Japanse regering verklaarde dat de actie absoluut geen negatieve invloed op de relaties met China hoeft te hebben.De actie van de regering wordt door sommigen gezien als een zet tegen de plannen van de extreem nationalistische burgemeester van Tokyo om ze te kopen en er dan zijn extremistische geestesgenoten vrij spel te geven.
China ziet de Japanse actie echter als een zware provocatie waardoor de Chinese souvereinitiet over de eilanden nog maar eens ontkend wordt. Deze week zond China om zijn rechten te vrijwaren twee patrouilleboten naar de zee rond de eilanden. De zaak beroert de publieke opinie sterk, zowel in de Volksrepubliek als in Hongkong en Taiwan en op het internet eisen velen een kordate reactie van de Chinese regering. Zo wordt ondermeer voorgesteld dat China zonder verwijl naar olie zou gaan boren in betwiste wateren van de Gele Zee waarvoor nu een moratorium geldt. De Chinese regering houdt het echter bij diplomatiek protest , dreigingen met tegenmaatregelen en het eerder symbolisch zenden van de twee patrouilleboten, kennelijk in een poging om de publieke opinie tegemoet te komen zonder het conflict te laten ontsporen.
Washington zegt neutraal te zijn en roept op om het hoofd koel te houden.Toch is Washington niet zo neutraal. De eilandengroep werden na de oorlog door de VS bezet en in 1972 overgedragen aan Japan., dat ze sindsdien de facto controleert. De onbewoonde Diaoyu groep bestaat uit 5 eilandjes en drie riffen, maar ligt nabij belangrijke zeeroutes en onder de zeebodem errond zou olie en gas zitten.
(bronnen: Xinhua, BBC)