De EU en China hebben zich deze zomer geëngageerd om nog dit jaar een investeringsverdrag af te sluiten. Volgens de website Politico zou er vandaag een formele doorbraak kunnen zijn.
De onderhandelingen over een investeringsverdrag tussen de EU en China zijn al in 2014 begonnen. Op een virtuele EU-China top in september hebben de leiders van de EU en China zich geëngageerd om voor het einde van 2020 de onderhandelingen af te ronden. Terwijl de actualiteit gedomineerd wordt door corona, Brexit en de Amerikaanse verkiezingen, gingen de onderhandelingen discreet verder. Vorige week bevestigden de partijen nogmaals dat een akkoord nog dit jaar mogelijk is.
Politico verneemt van diplomaten en ambtenaren in Brussel dat er een doorbraak bereikt is. De EU-handelscommissaris Valdis Dombrovski zou vandaag 21 december proberen met zijn de Chinese vicepremier Liu He het akkoord te formaliseren.
Het EU-China Comprehensive Agreement on Investment zou betere bescherming bieden aan Europese bedrijven die zich in China vestigen. Het moet ook gemakkelijker worden om te investeren, voor Europeanen in China en voor Chinezen in de EU.
Vorige vrijdag hield Sabine Weyand, de Europese topambtenaar en onderhandelaar voor handel een briefing over de vooruitgang van de onderhandelingen voor de Europese ambassadeurs. Ze sprak over een nieuw en erg goed voorstel van de Chinezen. Ze zei er meteen bij dat China niet akkoord ging met de engagementen betreffende controle op dwangarbeid die Brussel vroeg.
Een woordvoerder van de Chinese missie bij de EU verklaarde dat de onderhandelingen de voorbije twee weken in een stroomversnelling gekomen zijn en dat de partijen ‘concrete resultaten’ bereikt hebben.
Auto’s en banken
De EU klaagde tot nu toe over een ongelijk speelveld voor Europese investeerders in China. China zou nu cruciale toegevingen doen waardoor buitenlandse investeerders in minder gevallen verplicht zijn een joint venture met een Chinese partner af te sluiten. Sommige sectoren die nog gesloten zijn voor buitenlands kapitaal worden open gesteld. Dit zou vooral de Europese autofabrikanten en de telecommunicatiebedrijven ten goede komen. Jörg Wuttke, de voorzitter van de EU Chamber of Commerce in China, ziet ook meer mogelijkheden voor banken en financiële dienstverleners in het algemeen.
Andere specifieke sectoren waarvoor de overeenkomst de samenwerking wil bevorderen zijn luchtvaart, ziekenhuizen, vervoer te water, elektrische en waterstof aangedreven voertuigen, en onderzoek en ontwikkeling.
Het akkoord wordt door beide partijen ook gezien als een opstap naar een vrijhandelsverdrag.
China zal door de overeenkomst meer kansen krijgen om in de gevoelige Europese energie- en hightech sectoren te investeren. Diepere economische relaties met de EU zijn ook belangrijk in het licht van de nieuwe koude oorlog die de VS tegen China voert.
Politieke tegenwind
Politico maakt melding van de ontevredenheid van sommige politici in Europa die principieel vinden dat de EU geen betere economische banden met China mag nastreven. Ze herhalen dat China in Hongkong de democratie onderdrukt, de Chinese bevolking met hoogtechnologische middelen surveilleert en honderdduizenden Oeigoerse moslims opsluit. Critici merken ook op dat een investeringsverdrag met China het moeilijker zal maken een front te vormen met de Amerikaanse president-elect Biden tegen China.
Bij de meest vocale critici citeert Politico Raphaël Glucksmann, Frans sociaal-democratisch Europarlementslid en Reinhard Bütikofer, Duits Groen Europarlementslid. Zij kondigden aan in het Europees parlement te zullen proberen het investeringsverdrag tegen te houden.
Het is opvallend dat de vooruitgang van de onderhandelingen met China samen valt met een opschroeven van de negatieve berichtgeving over China in de Europese media. Zo wordt China op basis van een vederlicht dossier van de christelijke fundamentalist en anti-communist, ‘onafhankelijke onderzoeker’ Adrian Zenz beschuldigd van massale dwangarbeid in de katoenoogst. En het financieel dagblad De Tijd riep vorige week op tot een boycott van de Chinese textielsector wegens beweerde dwangarbeid in een maskerfabriek. In beide gevallen ontkent de Chinese overheid.
Bron: Politico
Raphaël Glucksmann (vader André Glucksmann) was pro Chechnya onafhankelijkheid. Hij had vele politieke vluchtelingen van Chechnya asiel gegeven inclusief hen die de Franse leraar hebben onthoofd.