Waarom heeft het kleine dorpje Tengtou op de Wereldexpo een paviljoen juist naast de kopie van het keizerlijk Damingpaleis? Dat heeft alles te maken met het prioritair stellen in het dorp van het milieu waardoor het zowel door China als door de VN een prijs verkreeg
Het dorp Tengtou ligt op 27 km van Ningbo en telt 341 gezinnen met een bevolking van 817 personen die leeft op 2 km². Vroeger was Tengtou een armoedig dorp. De beken die het omgeven, overstroomden elk jaar de akkers. Na 1949 waren de percelen erg versnipperd. Deze werden in de jaren ’60 herverdeeld in 200 vruchtbare velden die beschut werden tegen het jaarlijks hoogtij. In de jaren ’80 had het dorp maar één bedrijf, een kledingonderneming met 27 werknemers. Toen bood zich een buitenlandse investeerder aan om één miljoen te investeren in een papierbedrijf. Partijsecretaris Fu Qiping weigerde echter omdat het bedrijf het milieu zou vervuilen. Hij werd hierin unaniem gevolgd door de dorpsbewoners. In 1993 werd een comité opgezet dat voortaan potentiële investeringen zou beoordelen vanuit ecologisch standpunt. Dit comité heeft ondertussen reeds vijftig voorstellen uit milieustandpunt verworpen. Omgekeerd groeit het jaarlijks fonds voor milieubehoud elk jaar met 20 %. In het midden van de jaren ’80 werd zelf een onderneming opgestart die de verwerking
van de landbouwproducten moest verzekeren. Geopteerd werd voor een driedimensionele ecolandbouw: de bovenste laag voorziet het verbouwen van druiven, de middelste voor het kweken van vogels en de onderste laag voor het kweken van vis. Het idee was dat de druivenbladen zouden beschermen tegen de zon, de afgevallen bladen zouden dienen voor vogels en vis en dat de afval van de vogels de vis voedt. Met universiteitsinstituten en onderzoekscentra werden akkoorden afgesloten om de modernste technieken te introduceren bij fruit, groenten, bloemen en zaden.
Ningbopaviljoen links; Damingpaleis rechts
Er zijn ondertussen 37 bedrijven. De Aiyimei Garments Group exporteert naar 30 landen. De Tengtou Gardening Co is een van ‘s lands grootste groepen inzake landschapsaanplanting. Er is een vastgoedmaatschappij en een toeristische vennootschap met nadruk op ecologie en recreatie. Momenteel gebruikt een derde van de straatlampen elektriciteit door wind- en zonne-energie. Alle buurten hebben waterverwarming met zonne-energie. Er zijn ecotoiletten met opgevangen regenwater. Het regenwater en afvalwater zijn gescheiden: het afvalwater en huishoudelijk afval worden verwerkt in het naburige Fenghua. Tengtous ontwikkeling heeft ook het leven van de bewoners verbeterd: de huizen verdubbelden hun oppervlakte tot 80 m², iedereen is gedekt door de sociale zekerheid met ziekenkas en pensioen en ook de huisvesting is verzekerd. Beurzen worden uitgereikt aan succesvolle studenten.
Sedert 1999 begonnen toeristen het dorp met zijn bloemenvelden en tuinen te bezoeken. Kaderleden van andere landbouwdorpen komen om te leren van het model. Vorig jaar alleen al leverde dit aan 26 miljoen toegangsgelden op en een totale toeristische opbrengst van 119 miljoen. Bezoekers zien de rurale productiemethoden (spinnen, weven, dorsen, …), staan vaak stil bij de watermolens en kunnen deelnemen aan rennen op koeien of kijken naar hanengevechten.
Tuin op dak expopaviljoen
Sedert de expo steeg het aantal bezoekers met een vijfde. Het Tengtoupaviljoen op de expo lijkt op een watertoren uit de Qingdynastie, gebruikt architecturale elementen uit Jiangnan en is omringd door kanalen, rijstpercelen, bamboe, … .In het paviljoen tonen interactieve programma’s de werking van wind- en zonne-energie in het dorp, bovenaan het dak is er een tuin en ook het afvalwater en huishoudafval wordt behandeld zoals in het dorp. De bezoekers horen op de achtergrond natuurgeluiden van vogels, kikkers, paarden, … . Bij ons bezoek werden zelfs vlinders losgelaten. Voor de bouw van het paviljoen werd een beroep gedaan op 500.000 stenen uit afgebroken huizen uit nabijgelegen dorpen Xiangshan, Yinzhou and Fenghua, zoals de architect ook deed met het overigens architecturaal briljant museum van Ningbo.
