Hoe groen is Shanghai zelf ?

Volgend jaar wordt in Shanghai de Wereldexpo 2010 gehouden onder het thema ‘Betere stad, beter leven’. Vandaar de voor de hand liggende vraag: “Hoe groen is Shanghai zelf?”. Voor het antwoord op deze vraag baseren we ons op een studie van de VN-commissie over het leefmilieu.
 Het milieubeleid in Shanghai wordt gevoerd door het ‘Bestuur voor Milieubescherming’, dat afdelingen heeft in de 19 districten van de stad. Uniek is dat daarnaast nog een politiek ‘Comité voor Milieubescherming’ bestaat, dat geleid wordt door de burgemeester en zijn adjuncten. Dit comité coördineert de milieupolitiek over de diverse departementen, onderdelen en materies heen. Het doktert ook de driejaarlijkse milieuplannen uit en voorziet de middelen voor de realisatie ervan. Het vierde driejaarlijks milieuplan (2009-2011) bevat 260 projecten met een totale investering van 82 miljard yuan. Ten slotte beschikt de metropool nog over een controlecentrum dat ook controleafdelingen heeft in de 19 districten, met in totaal 150 stafpersoneel, voor zowel water-, lucht- als grondkwaliteit. Van 2000 tot 2008 trok Shanghai 3 % van het BNP uit voor het milieu en in 2008 was het geïnvesteerde bedrag (42 miljard yuan) drie keer zo groot als in 2000.
Luchtkwaliteit
 
De kwaliteit van de lucht wordt aan de hand van vier factoren gecontroleerd door 45 automatische en 23 manuele stations. Daarnaast zijn er nog 211 controlesets die 24u/24 functioneren bij grote vervuilers. Het laatste decennium heeft Shanghai veel aandacht besteed aan het verminderen van de steenkoolafhankelijkheid voor energie. Van 2000 tot 2007 verlaagde het aandeel van steenkool in de energiebevoorrading van 65 % tot 51 %. Aan fabrieken worden strengere eisen gesteld en van 2005 tot 2007 werden 1500 vervuilers gesloten. De hoeveelheid energie die in 2008 nodig was om dezelfde hoeveelheid BNP te produceren, daalde met 31 % vergeleken met 2000. Zoals in Peking werden stoomketels op basis van steenkool vervangen door tegenhangers op aardgas. Tegen eind 2008 waren zo bijna 6000 stoomketels verbeterd, zodat 666 km² van Shanghai quasi volledig verlost is van steenkoolverbranding.
In 2005 werd ook gestart met de ontzwaveling van de elektriciteitscentrales op basis van steenkool. Tegen juni 2009 was dit het geval voor de totaliteit van 10 GW uit steenkoolstations, behalve diegene die gesloten moesten worden. Ook inefficiënte centrales voor een totaal van 695 MW gingen dicht.
Maatregelen getroffen bij het openbaar vervoer zorgden voor een vermindering van stikstofdioxyde met 40 % tussen 2000 en 2005. De stad promoot ook het gebruik van het openbaar vervoer (zie verder Transport). Alles bijeen kende Shanghai gedurende de laatste vijf jaar 85 % dagen ‘blauwe lucht’  van kwaliteit 1 of 2. De jaarlijkse uitstoot van stof daalde van 300.000 ton in 1986 tot 100.000 ton in 2007. Tijdens dezelfde periode daalde het stof uit de industrie met factor tien.
Bij de vier gemeten factoren was er vergeleken met 2000 enkel een verhoging merkbaar bij SO², maar hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat de opwekking van energie steeg van 56 miljard kWh in 2000 tot 107 miljard in 2008, bijna een verdubbeling. Ook zure regen nam toe, hoewel de zuurtegraad daalde. Het VN-rapport prijst Shanghai voor zijn aanpak, maar raadt aan met de omliggende provincies te overleggen opdat zij dezelfde strenge normen zouden hanteren. Alle bestaande elektriciteitscentrales in de omgeving zouden tegen 2010 moeten ontzwaveld worden, er zouden geen nieuwe dergelijke stations mogen bijkomen en de Euro 3-norm zou verplichtend moeten worden voor voertuigen. Gesuggereerd wordt ook verder te gaan dan de vier gemeten factoren CO², NO², SO² en PM 10, en ook PM 2,5 , ozon en VOC’s als objectieven te betrekken in het burenoverleg.
Transport
Shanghai heeft de Expo aangegrepen om het transportbeleid helemaal te herstructureren. De metro in Shanghai is één van ’s werelds jongste. De eerste lijn dateert uit 1995, de tweede en de derde lijn uit 2000. Twee jaar later volgde de Maglevtrein vanuit de luchthaven. In 2007 werd het driejarenplan (2007-09) gelanceerd om het openbaar vervoer meer prioriteit te verlenen. Hoofdobjectief is van het gemeenschappelijk vervoer het eerste vervoersmiddel te maken van de burgers. Concreet wordt nagestreefd dat het openbaar vervoer tegen 2010 65 % inneemt van het gemotoriseerd passagiersvolume, dat in het stedelijk gebied om de 500 meter een metrostation is en dat elk punt in de binnenstad binnen het uur kan worden bereikt. Personen uit het randgebied kunnen het metronet bereiken door één supplementaire rit. Het metronet zal in 2010 30 % van het gemeenschappelijk vervoer vertegenwoordigen. Er komen 60 geïntegreerde transitstations, waarvan sommige met transitparkings. Ook worden 300 km eigen beddingen voor bussen voorzien, waarvan 110 km in de binnenstad. De busdiensten worden eveneens verbeterd en er komt parking bij voor 3500 bussen. Ter bekostiging van het plan wordt 110 miljard yuan geïnvesteerd.
Tegen eind 2010 zal het net 400 km bedragen;  tegen 2020 ongeveer 800 km.
Naast de metro heeft Shanghai een uitgebreid netwerk van bussen. In 2008 had de stad 16.400 bussen in dienst en reden op 991 buslijnen. Volgend jaar wordt verwacht dat metro en bussen dagelijks respectievelijk 5 miljoen en 8,6 miljoen passagiers zullen vervoeren, wat één derde en de helft uitmaakt van het gemeenschappelijk vervoer. De lijnen met eigen bedding zullen opgetrokken worden van 86 km in 2008 tot 300 km.
Shanghai is een van de leidende steden in de wereld die experimenteren met bussen met lage of geen uitstoot. LPG-taxi’s werden geïntroduceerd in 1997, maar na 11 jaar maken ze slechts 10 % uit van het totaal. De stad was niet erg succesvol bij het invoeren van CNG-bussen (samengedrukt aardgas). De plannen voorzagen 3000 bussen tegen 2005, maar in feite rijden er nu maar 281, en dit in scherp contrast met Peking waar 20 % van de vloot bestaat uit CNG-bussen. Momenteel worden verschillende types van voertuigen met nieuwe energie uitgetest in het commercieel circuit, zoals trolleybussen, volledig elektrische bussen, hybride bussen, bussen op waterstofbatterij … . Van dit laatste type is Shanghai een onderzoekscentrum: 200 dergelijke bussen zullen de Expo bedienen. Overigens mogen enkel voertuigen met zero-emissie het Expodomein binnen.
Doordat Shanghai een veilingsysteem heeft voor nieuwe autoplaten komen er gemiddeld 600.000 voertuigen per jaar minder op de baan dan in Peking. De laatste tien jaar heeft Shanghai ook de emissienormen opgetrokken van de Euro 1- tot de Euro 4-norm. In 2008 werden 650.000 vervuilende voertuigen van straat genomen. Tegen volgend jaar moeten alle voertuigen van het gemeenschappelijk vervoer in orde zijn met de Euro 3-norm.
Tot slot vraagt de VN-commissie voor het milieu aan Shanghai om de experimenten met fietsparkings aan transitstations uit te breiden.
Energie
Tot op het ogenblik dat China in 2002 de organisatie van de Expo toegekend kreeg, was China voor energie afhankelijk van steenkool. De inspanningen om meer energie-efficiënt te werken, vallen grotendeels samen met de objectieven van het elfde vijfjarenplan. Deze voorzien de energie-intensiteit tegen 2010 te verminderen met één vijfde vergeleken met 2005 en om de energieconsumptie te diversifiëren, meer veilig en schoon. Een snelgroeiende stad zijnde, verbruikte de metropool in 2007, met bijna 100 miljoen ton steenkoolequivalent (TSE), echter twee keer zoveel stroom als in 1996. Sedert 2000 wordt jaarlijks 10 % meer verbruikt. Het is in de gegeven omstandigheden niet eenvoudig om de uitstoot te verminderen. De toename van de tertiaire sector in het economisch geheel was eerder beperkt: van 2000 tot 2008 nam deze minder vervuilende sector toe van 50 % tot 53 %. De industriële sector blijft veruit de grootste verbruiker van energie, met drie vierden van de verbruikte elektriciteit.
Om de doeleinden van het elfde vijfjarenplan te verwezenlijken, werd beslist dat 3 miljoen TSE moest gespaard worden door het sluiten of verbeteren van 3000 oudere vervuilende industrieprojecten. Tot dusver gingen er 2000 dicht. Anderzijds bestaat er een 30 km² grote petrochemische zone die door de staat is erkend en waarin 53 ondernemingen gevestigd zijn: binnen deze zone geldt het principe van de kringloopeconomie. De bedrijven zijn onderling verbonden en gebruiken producten, bijproducten of afval of hitte van de anderen. Het park heeft gecentraliseerde diensten inzake logistiek, afvalbehandeling en milieubeheer. In 2008 werd bijna één TSE minder gebruikt per productie van 10.000 yuan BNP. De afhankelijkheid in Shanghai van steenkool daalde reeds van 64 % naar 51 %, maar dit zal verder naar beneden gaan tot 46 % volgend jaar. De consumptie van aardolie daalde ook weliswaar, maar dit zal weer stijgen tot 37 % door de groei bij de auto’s. Het gebruik van aardgas steeg van 0,7 % in 2001 naar 4,5 % in 2007 en dit zal blijven groeien tot 7%. Daarbij moet wel bedacht worden dat Shanghai, in tegenstelling tot het verleden, nu meer dan 10 % van zijn energie betrekt uit omliggende provincies; hierover heeft de VN-commissie geen gegevens qua samenstelling. Volgens de ‘Hervormings- en Ontwikkelingscommissie’ van Shanghai werd in 2005 één zesde van de steenkool verbrand in vervuilende, verouderde branders. Tegen 2010 moeten 29 vervuilende steenkoolverbranders dicht in 7 centrales, voor een totale capaciteit van 2108 MW. De Nanshi-elektriciteitseenheid, die op het expoterrein ligt, werd gesloten en wordt omgebouwd tot een expocentrum voor hernieuwbare energie. Overigens leidt Shanghai ook inzake steenkoolcentrales die uitgerust zijn met de laatste geavanceerde technologieën voor een schonere productie.
Wat energiebesparing betreft, moeten alle nieuwe gebouwen in orde zijn met de norm om de helft energie te besparen. Tegen volgend jaar zal Shanghai 3 miljoen m² gebouwen hebben die participeren in het vertonen van energiebesparende technologieën en maatregelen. Zo’n 350 grote winkelcomplexen van meer dan 5000 m² zullen beoordeeld worden op basis van maatregelen voor een beter energiegebruik.
Het eerste energiestation op basis van wind dateert in Shanghai uit 2003. Op het eiland Chongming bestaat reeds een ‘windboerderij’ met een capaciteit van 20 MW, die elektriciteit levert aan 20.000 gezinnen. Nabij de Laogangafvalstortplaats komt een tweede windboerderij met 15 turbines van elk 1,5 MW. Een energieplan voorzag de windenergie op vier jaar tijd te vertienvoudigen tot 300 MW. Tegen 2010 zouden 13 windboerderijen 2,1 GW capaciteit hebben en jaarlijks elektriciteit leveren aan meer dan 4 miljoen gezinnen. Net voor de opening van de Expo zal China’s eerste 102 MW-offshorewindpark klaar zijn; dit zal 200.000 families van stroom voorzien.
Wat zonne-energie betreft, stelde Shanghai zich als doel tegen 2010 een capaciteit te hebben van 7 tot 10 MW, met daarnaast de bouw van minstens 5 centrales van 5 MW op basis van zonne-energie en een tiental pilootprojecten inzake gebruik in de residentiële en industriële sector. Het zonne-energiestation op Chongming was het eerste in de Volksrepubliek dat met het distributienetwerk geconnecteerd werd. In Shanghai zijn zonnecollectoren op het dak ook gemeengoed, zoals in geheel de Yangtzerivierdelta trouwens. Voor volgend jaar zouden (hoofdzakelijk) op openbare gebouwen voor 200.000 m² geïntegreerde zonneverwarmingssystemen moeten geïnstalleerd zijn. Spijtig genoeg zijn er geen cijfers beschikbaar over de verlichtingspalen die aangedreven worden door alternatieve energie. De VN-commissie juicht toe dat de energie-intensiteit in Shanghai na 2000 met één derde verbeterde, maar ze vraagt zich terzelfder tijd af of Shanghai niet ambitieuzer zou kunnen zijn inzake alternatieve energie, nu ook op nationaal vlak een aantal doelstellingen naar boven worden bijgesteld.
Afval

Laogang stort

Laogang stort

Volgens het ‘Bestuur voor Milieubescherming’ produceerde Shanghai in 2008 6,7 miljoen ton afval, waarvan er 5,22 miljoen werd behandeld. De cijfers omvatten niet de afval die in de wijken door speciale bemiddelaars wordt opgehaald voor recyclage. De dagelijkse afval per persoon bedraagt 1 kg, terwijl dit in de Europese landen boven de anderhalve kilo ligt. Toch bereikte de stad in mei 2009 maar een veilige behandelingsgraad van 77 %. De rest wordt gedumpt op storten die dateren uit de tijd voor milieureglementering van kracht werd. De graad van behandeling rond het jaar 2020 wordt op 80 à 85 % geraamd. In het Laogangstort wordt gewerkt aan een vierde fase. Deze kan dagelijks één derde van de afval van Shanghai aan en is zo met een capaciteit van 6300 ton Aziës grootste. De vorige drie fases dateren nog van voor de milieunormen en zijn niet uitgerust met membranen tegen het lekken. Dit is wel voorzien bij de nieuwe uitbreiding. Overigens zal ook methaan worden opgevangen en gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Shanghai bouwde de laatste jaren verbrandingsovens die tot ’s lands grootste behoren. Ze generen over 15 MW aan elektriciteit met de warmte. Shanghai experimenteert ook met mechanisch-biologische behandeling van afval, waarvoor een paar stations gebouwd zijn en er nog twee gepland worden. Het station in Putuo bijvoorbeeld behandelt dagelijks 680 ton vast afval die verder per soort verwerkt wordt en ook 120 ton organisch afval die anaerobische vergisting ondergaat. Het residu, met name de biogassen, wordt ook gebruikt voor elektriciteit die bij dit station 41 miljoen kWh per jaar bedraagt.
Shanghai heeft ook een netwerk voor de behandeling van gevaarlijk afval van 32 diverse soorten. Er kan 420.000 ton gevaarlijk afval opgeslagen en behandeld worden. In 2006 werd een verbrandingsoven voor medisch afval gebouwd, die met zijn jaarlijkse capaciteit van 25.000 ton de afval van alle ziekenhuizen kan verwerken. Het in 2005 gebouwde TES-AMM-station voor de behandeling van elektronische afval kan 10.000 ton aan.
Water en groen
In 2000 werd maar 55 % van het afvalwater gezuiverd. Tegen eind vorig jaar werden 50 nieuwe zuiveringsstations gebouwd, zodat volgend jaar 80 % van het afvalwater zal worden behandeld, wat tot 90 % zal verhogen in 2020.  Alle stations meten 24u/24 NH³N, zwavel en stikstof. Sommige stations kunnen het residuslijk behandelen en er ook energie uithalen.
Waterverontreiniging was lang een probleem. Sedert 1988 werden 18.000 km waterwegen gesaneerd met een totale investering van 25 miljard yuan. Het meest in het oog springend is de renovatie van de Suzhoukreek, die stonk in het midden van de jaren ‘90. Het tienjarig rehabilitatieprogramma kostte 14 miljard, en het resultaat is dat nieuwe trendy stedelingen en kunstenaars zich in de stad komen vestigen in de buurt die tien jaar geleden hopeloos vervuild en onaantrekkelijk was.
Het groene karakter –sensu stricto- van Shanghai verdubbelde van 2000 tot 2008 en zal 40 % bedragen in 2010. Ook de bebossing in de randgebieden verviervoudigde. Het is nog de vraag hoever het bio-eiland Chongming, waar een ecostad gepland werd, zal klaar zijn.
Feit is dat de Expo zelf vol ecologische faciliteiten en verrassingen zit, waarover we hier niet kunnen uitweiden, maar waarvoor we doorverwijzen naar andere artikels op deze site.
De VN-commissie ziet de inspanningen die Shanghai de afgelopen tien jaar deed voor het milieu wel zitten, maar vraagt dat de stad gaat samenzitten met de omgevende provincies, gezien de problemen grensoverschrijdend zijn.
Bron: UNITED NATIONS ENVIRONMENT PROGRAMME, ENVIRONMENTAL ASSESSMENT, EXPO 2010, SHANGHAI, CHINA

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *