Economische indexen voor juli suggereren een verdere verschuiving van zware en uitvoergerichte nijverheid naar diensten en op binnenlands verbruik gerichte productie. Dit spoort met de door de overheid gewenste omschakeling van de economie.
De meest in het oog springende indexen zijn de PMI (purchasing managers index, index van de inkoopverantwoordelijke). Die geven een goed idee van het orderboekje van bedrijven. De twee belangrijkste PMI zijn de PMI voor de productiesectoren van de overheid en die van het tijdschrift Caixin. De overheid focust meer op grote bedrijven, Caixin op kleinere, die meestal privé zijn.
De Caixin PMI voor de productiesectoren steeg in juli van 48,6 naar 50,6. Het is voor het eerst sinds februari 2015 dat deze index boven 50 uitkomt. Niveau 50 vormt de grens tussen achteruitgang of vooruitgang. De officiële index daarentegen daalde licht van 50.0 naar 49.9 punten. Een gedeeltelijke verklaring ligt in de zware overstromingen in juli die het economisch leven verstoord hebben. Belangrijk is dat de Caixin-index voor het eerst sinds jaren hoger ligt dan de officiële. Om de wereldcrisis van 2008 in China te bezweren investeerde de overheid fors in infrastructuur, wat vooral de grote staatsbedrijven en de zware nijverheid ten goede kwam. Sinds 2013 probeert men echter de economie minder op zware en uitvoergerichte nijverheid en meer op diensten en binnenlands verbruik te oriënteren. En dan komen de kleinere en de privé-ondernemingen in beeld. De overheid werkte een politiek uit om die te ondersteunen. De resultaten van deze politiek vertalen zich nu ook in de indexen, al is één maandcijfer natuurlijk weinig om conclusies te trekken.
De officiële index schommelt al enkele jaren juist boven of onder 50. Dit is de weergave van een vertraging van de (buitenlandse) vraag maar ook van de overheidsstrategie om overtollige productiecapaciteit in een aantal sectoren van de zware nijverheid zoals staal af te bouwen.
Caixin verzamelt ook nog enkele andere interessante gegevens. De in hun index opgenomen bedrijven zien hun bestellingen toenemen maar verminderen tegelijk hun personeel, dank zij meer efficiëntie; de investeringen groeiden het snelst sinds maart 2011; de productieprijzen stegen, op april dit jaar na, het snelst sinds september 2013 maar de vraag was voldoende groot zodat de bedrijven die aan de klant konden doorrekenen.
De gewenste expansie van de privébedrijven hangt voor een deel af van de administratieve soepelheid van de lokale overheid en van de mogelijkheden om krediet te krijgen van de lokale banken. De nationale overheid heeft vastgesteld dat dit niet overal even vlot verloopt en stuurt inspectieploegen van de Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervormingen (NDRC) naar zeven provincies die achterblijven; Beijing is er één van. De stijging van de investeringen in de privésector bedroeg in het eerste kwartaal nog 5,7% maar daalde over het eerste halfjaar tot 2,8%. Volgens China Daily staat de privésector in China in voor ongeveer 60% van het bnp en ongeveer 80% van de werkgelegenheid.
Naast de PMI voor de sectoren van het maakwerk zijn er ook indexen voor de diensten. De officiële index voor diensten steeg nog maar eens, van 53.7 naar 53.9, een aanduiding van steeds snellere groei in deze sectoren. De Caixin index voor diensten, gebaseerd op enquêtes bij 400 bedrijven, is eveneens positief met 51.7, maar dat is een daling tegenover 52.7 in juni. Caixin noteert verminderde bestellingen in de dienstensector, licht verminderde tewerkstelling maar wel meer optimisme bij de bedrijven.
Caixin publiceert ook een samengestelde PMI-index die productie en diensten groepeert. Die steeg van 50.3 in juni tot 51.9 in juli. Een en ander is coherent met de groeicijfers van het bnp in het tweede kwartaal, die met 6,7% op jaarbasis beter waren dan verwacht. Maar analisten vinden dat de indexen in hun geheel nog altijd wijzen op een precaire groei. Om de gewenste groeicijfers in het tweede semester te halen denken ze dat de overheid aanvullende maatregelen zal nemen: kredieten mogen niet te veel meer toenemen want de schuldgraad is al hoog, dus zal men eerder belastingmaatregelen moeten nemen om het verbruik aan te moedigen.
Bron: Caixin, China Daily, People’s Daily, SCMP