Consumptie zwengelt economie aan
Tijdens het tweede kwartaal van dit jaar groeide China’s economie op jaarbasis opnieuw met 7,9 %, beter dan verwacht. Het globaal jaarlijks streefcijfer van 8 % groei ligt zo binnen bereik. Veel waarnemers zijn van oordeel dat dit percentage een goede basis is om de werkloosheid laag te houden.
De investeringen in de steden groeiden met 33 %, de nijverheidsproductie steeg met 10,7 % en de detailhandel ging 15 % omhoog vergeleken met vorig jaar. Er was nauwelijks inflatie, maar de buitenlandse handel daalde met bijna 18 %. De buitenlandse inversteringen daalden eveneens met 6,8 %. De inkomens van de stedelingen groeiden dan weer met 11 % en de rurale inkomens met 8 %.
De cijfers uit Chinese bron worden bevestigd door Goldman Sachs, JP Morgan, de Wereldbank en het IMF. Na het bekendmaken van de statistieken stelden HSBC-analysten hun groeivoorspellingen voor dit jaar bij tot 8,1 % en voor volgend jaar zelfs tot 9,5%.
Het Bureau voor de Statistiek waarschuwde dat het herstel nog zwak en onevenwichtig is. De cijfers wijzen erop dat het stimuleringsprogramma van de regering vruchten begint af te werpen. China schijnt er in te slagen het afkalven van de buitenlandse markt te compenseren met het stimuleren van de binnenlandse.
Economische adviseurs van de overheid vragen om waakzaamheid zodat het juiste moment kan worden gekozen om de vrijheid van de banken bij het toekennen van leningen weer wat af te remmen. De economie zit volgens hen niet te wachten op zeepbellen in de markten van onroerend goed en aandelen. Volgens economen die omgang hebben met regeringskringen is het voorlopig de bedoeling het stimuleringsbeleid met kracht verder te zetten. Het uitblijven van inflatie creëert voor die koers een geruststellende situatie.
Vermelden we nog dat op dezelfde dag eveneens bekend werd dat de beurskapitalisatie van de Chinese beursgenoteerde ondernemingen groter werd dan deze van de Japanse.
Bronnen: China Daily, Financial Times, Global Times, Guardian
