Het bnp van China is in het eerste trimester met 7,4% gestegen tegenover dezelfde periode vorig jaar. In het vierde trimester vorig jaar bedroeg de groei nog 7,7%. De Chinese overheid beschouwt dat als een goede start om het objectief van dit jaar – 7,5% – te halen. Buitenlandse media zijn sceptisch
Laten we eerst de cijfers bekijken die het Nationale Bureau voor Statistiek gepubliceerd heeft
Vergeleken met het laatste trimester van 2013 steeg het bnp met 1,4%. Volgens de in de ontwikkelde wereld gebruikelijke rekenmethode komt dat neer op een jaarlijkse groei van 5,6%. Die methode vertaalt een vertragende of een versnellende groei dus sneller in de cijfers dan de Chinese.
De primaire sector ging 3,5% vooruit. Het bewerkte landbouwoppervlak steeg lichtjes met 0,15%. Het afkalven van het landbouwareaal lijkt gestopt.
De secundaire sector groeide 7.3%. De toegevoegde waarde van industriële bedrijven met een omzet boven 20 miljoen yuan haalde 8,7% groei, 0,8% minder dan het vorige jaar. De groei was het hoogst in het Westen, met 10,4% en het zwakst in het Oosten, met 8,1%. De fabrieksproductie steeg 9,9% en de bedrijfswinsten 9,4%. De energie- en waterleveringen stegen 4,5%. Dit is het gevolg van een daling van de energie-intensiteit van de industrie met 4,3%, een opsteker voor de strijd tegen de klimaatsverandering.
Investeringen, consumptie, uitvoer
De investeringen in vaste activa vertraagden. De groei van 16,3% was 3,3% lager het jaar voordien. Dit illustreert hoe de consumptie stilaan de rol van investeringen als motor van de economie overneemt. Ongeveer één derde waren staats- of door de staat gecontroleerde investeringen. 64% van de investeringen waren privé, en dat is een toename met 1,5%. Bijna 60% van de investeringen gingen naar de dienstensector, een aanwijzing voor de evolutie naar een diensteneconomie.
Hoewel de investeringen in vastgoed nog met 15,5% toenamen, is het totale oppervlak van nieuwe woningprojecten met 27% gedaald. De verkoop van huizen –exclusief sociale woningen- daalde 3,8%. Er staan in totaal voor 522 miljoen m² woningen te koop, te vergelijken met een totale trimestriële verkoop van 201 miljoen m². Gemiddeld staat een woning dus 8 maanden te koop. Dit geeft een benaderend idee van de omvang van het fenomeen ‘spooksteden’. Vastgoedontwikkelaars verwierven 60 miljoen m² grond, een daling met 2,3%. Globaal is er in de sector een duidelijke vertraging. Buitenlandse economisten stellen dit voor als een probleem omdat een malaise in de bouw de hele economie kan meesleuren, de Chinese overheid verzekert dat ze de sector onder controle heeft en de huidige evolutie een gewenste afkoeling is.
Aan de consumptiekant steeg de vraag met 10,9%, een stuk sneller dan het bnp. Binnenlandse consumptie wordt een groter deel van het bnp. Meer dan 85% van de consumptie gebeurt in de steden. De internetverkoop stijgt snel maar blijft met 1,3% nog marginaal.
De buitenlandse handel daalde jaar op jaar met 1%, een illustratie van de neerwaartse druk op de Chinese economie door de slabakkende ontwikkelde landen en de vertraging in de opkomende landen. De uitvoer daalde 3,4% en de invoer steeg 1,6%. De cijfers voor uitvoer zijn in dit geval echter niet goed vergelijkbaar. Uit cijfers van de grote bedrijven apart blijkt bijvoorbeeld geen daling maar een stijging van de export met 4,1%. Het globale handelsoverschot bedroeg 102 miljard yuan (ongeveer 12 miljard euro) of 3,5% van de uitvoer. Hoe dan ook neemt het gewicht van de buitenlandse handel in het bnp af.
Interessante parameters
De inflatie, een permanente bezorgdheid voor de Chinese bevolking, bleef onder controle met 2,3%. De prijzen in de steden stegen iets sneller dan op het platteland. Snelste stijgers waren de voedselprijzen met 3,5%. Daarbij valt een daling van de varkensprijzen met 6,6% op; de overheid ondersteunt de varkenskwekers. Verse groenten werden 5,8% duurder. Woningen kosten 2,8% meer. De prijs voor industriële producten daalde 2,1% wat naast productiviteitswinst ook duidelijk wijst op overcapaciteit in sommige sectoren.
Het geldinkomen van de plattelandsbevolking steeg 10,1% na inflatie en bedroeg 3.224 yuan (375 euro) per trimester. De stedelingen gingen er 7,2% op vooruit en beschikten gemiddeld over 8.155 yuan (950 euro). De mediaan van het beschikbaar inkomen per hoofd was 4.694 yuan (550 euro) per trimester. De netto-inkomens van de burgers namen sneller toe dan de bedrijfswinsten en de belastingen, zodat hun aandeel in het bnp steeg
Het aantal interne migranten (personen die minimum zes aaneensluitende maanden elders werken) steeg met 1,7% tot 170 miljoen. Een migrant verdiende gemiddeld 2.681 yuan (315 euro) per maand, wat 10,1% meer was dan het jaar voordien.
Er werden in het eerste trimester 3 miljoen nieuwe arbeidsplaatsen in de steden gecreëerd. In combinatie met de vergrijzing waardoor de actieve bevolking nu daalt, is dat ruim voldoende om de instroom van nieuwe arbeidskrachten van het platteland op te vangen. Er is zelfs een tekort op de arbeidsmarkt wat een gunstige situatie voor arbeidseisen schept.
De totale hoeveelheid geld in de economie (cash en bankrekeningen) steeg met 12,1%. Er stonden voor 75.000 miljard leningen uit en voor 109.000 miljard spaardeposito’s. Men vergelijke deze cijfers met het totale bnp van 2013: 57.000 miljard.
Dat de herstructurering van de economie vordert blijkt uit nog meer cijfers. Het aandeel van de diensten steeg met 1,1% tot 49%. De diensten zijn nu 4% belangrijker dan de industrie. Het aandeel van de binnenlandse consumptie bedroeg 64,9% van het bnp, ook een stijging met 1,1%. De kloof tussen platteland en stad neemt ook: stedelijke inkomens bedragen gemiddeld nog 2,56 keer de plattelandsinkomens. Dat is een daling met 0,06%; dat lijkt weinig maar betekent wel dat de kloof aan dat ritme na ongeveer 40 jaar weggewerkt is.
Verschillende interpretaties
De Chinese overheid beoordeelt de situatie als bevredigend. De complexe internationale toestand en de structurele hervormingen die in China aan de gang zijn drukken zoals verwacht de groei. Er is ook de campagne om overtollige, verouderde of vervuilende productiecapaciteit te sluiten. Er is hoop dat men het traagste punt van de groei voorbij is en het weer iets sneller kan gaan. Het objectief van 7,5% voor heel 2014 is haalbaar zeker wanneer men rekening houdt met het traditioneel kleinere bnp in het eerste trimester wegens het Nieuwjaarsverlof.
Overigens wil de Chinese overheid niet meer uitsluitend op de groei van het bnp focussen. Een redelijke groei in combinatie met hervormingen, innovatie, structurele aanpassing en modernisering, en in functie van het verbeteren van de levensstandaard van de bevolking, daar is het om te doen.
Westerse media zijn echter minder enthousiast. Zo beweert de New York Times dat de 7,4% groei vergeleken met het eerste trimester vorig jaar eigenlijk bijna uitsluitend in het tweede en derde trimester vorig jaar gerealiseerd. De Financial Times ziet ‘vertraagde groei’ die de overheid zal verplichten tot ingrijpen en de economisten aanzet om hun groeiprognoses voor dit jaar naar beneden bij te stellen. Xinhua reageert geprikkeld op de onheilsprofeten die een groei tussen 7,2 en 7,3 % of zelfs een crash voorspeld hadden en weer eens de bal mis sloegen. Ook Xinhua legt de nadruk op de structurele aanpassingen van de Chinese economie, die onvermijdelijk een tragere groei (dan de 8-10% van de vorige jaren) meebrengen. Naast het bnp focust Chinba nu op andere parameters, zoals het inkomen van de burger, de tewerkstelling en de luchtkwaliteit.
Op 10 april verklaarde premier Li dat de regering voorrang geeft aan de structurele hervormingen en een gezonde ontwikkeling, en er niet aan denkt de economie op korte termijn met stimulatiemaatregelen aan te zwengelen. Dat betekent in de praktijk niet dat de regering niets zal doen: ook binnen het herstructureringsprogramma blijft een beperkte maar gerichte inspanning mogelijk. We berichtten al eender over een mini-relanceplan, met stimulansen voor de kmo’s, extra investeringen in de spoorwegen, en verder samenwerking met Hongkong voor de kapitaalmarkt. Intussen zijn er nog gerichte maatregelen aangekondigd. Sommige financiële instellingen mogen om meer krediet te kunnen verlenen aan projecten op het platteland hun reserveratios verlagen. De maatregel geldt voor plattelandsbanken en -kredietcoöperatieven. Meer privékapitaal in deze financiële instellingen wordt toegestaan. Tijdelijke belastingsvoordelen uit 2011 voor werklozen, pas gediplomeerde universitairen en gehandicapten die een eigen zaak opstarten, worden verlengd. Firma’s die langdurig werklozen (meer dan één jaar) werkloos) aanwerven krijgen belastingsvoordelen; de voordelen gelden ook voor sectoren die tot nu toe uitgesloten werden, zoals bouw, amusement, publiciteit, makelaars.
Bronnen: Xinhua, BBC, The Diplomat, Caixin, China daily