Het was schering en inslag in de jaren 80 en 90: de nieuwe electriciteitscentrales konden aan de uit de pan swingende vraag niet voldoen; er was te weinig elektriciteit en dus werden wijken en fabrieken op rantsoen gezet. In de 21ste eeuw dacht men dat deze problematiek grotendeels was opgelost door de gigantische investeringen in nieuwe elektriciteitscentrales. Niet dus. Deze zomer zouden de ergste tekorten sinds 7 jaar kunnnen plaatsvinden.
De miserie begon in sommige provincies reeds in maart, en heeft onder andere te maken met aanhoudende droogte waardoor het peil in de stuwmeren van de waterkrachtcentrales sterk daalt. Reeds 20 provincies hebben beperkingen op het gebruik ingevoerd.Vooral in de oostelijke kustproducties zitten grote energieverbruikers en de airconditioners jagen het verbruik in de zomer naar een piek. Naar schatting zou alleen al in die provincies, Jiangsu, Zhejiang, Fujian, Anhui en Shanghai een tekort van 19 GW kunnen optreden (dat komt overeen met zowat 19 kernreactoren). Voor heel China zou het tekort tot 30 GW kunnen oplopen.
Aan de drie-engtendam heeft men intussen besloten de sluizen verder open te draaien; niet alleen voor een grotere stroomproductie, maar ook om de gevolgen van de droogte stroomafwaarts te verlichten. De stroomafwaarts gelegen provincie Hubei is immers een belangrijke landbouwprovincie, maar veel van de ‘1000 meren’ staan er zo goed als droog. De dam loost nu overdag per seconde 9500 m³, een derde meer dan normaal. En dat terwijl de toestroom in het stuwmeer het laagst is sinds de afdamming 16 jaar geleden.
Naast de droogte spelen ook andere factoren mee. Stuwdammen leveren immers maar een klein percentage van de totale elektriciteitsproductie. China wil af van inefficiënte vervuilende elektriciteitsproductie op basis van steenkool. Te kleine, te vervuilende centrales worden gesloten (ook uit veiligheidoverwegingen overigens), maar de dure investeringen in grote efficiënte steenkoolcentrales met minder uitstoot volgen niet snel genoeg. Er wordt immers veel belang gehecht aan nieuwe duurzame energievormen, en die krijgen voorrang maar kunnen het tekort nog niet opvangen. Vijf jaar geleden werd nog 200 miljard yuan geïnvesteerd in nieuwe thermische centrales, in 2010 was het ‘slechts’ 130 miljard. Thermische centrales staan nog voor 75% van het geïnstalleerd vermogen en 82% van de productie. De bestaande steenkoolcentrales draaien trouwens niet allemaal op volle kracht. Door de stijging van de steenkoolprijzen kwamen sommigen niet langer uit de kosten. De steenkoolprijzen stegen dan weer omdat China er niet in slaagt zijn eigen productie snel genoeg op te trekken en moet invoeren uit onder meer Australie. De energiebedrijven van de staat krijgen van hun lokale regeringen echter niet de toelating om ook de prijsstijgingen door te rekenen aan de consumenten. China moet vooral alle zeilen bijzetten om de inflatie onder controle te houden: naast stijgende voedsel- en brandstofprijzen kan men zich geen prijsstijgingen voor elektriciteit veroorloven. Veel energiebedrijven draaien met verlies of vrezen zelfs het bankroet, wat hen dus niet motiveert om de energieproductie op te drijven.
De basis van het probleem is het feit dat de vraag van de industrie, die 70% van de elektriciteit die in China wordt gegenereerd nodig heeft, sneller dan verwacht blijft stijgen. De regering heeft de productiecapaciteit van energie met meer dan 10 procent laten toenemen in 2010 en laat de sector tregen het zelfde tempo groeien dit jaar. Maar de productie van energie zelf moest sneller gaan: 15% het vorige jaar en alweer 12% dit jaar.
China wil ook zijn energie-intensiteit afbouwen met 20% in vijf jaar; bedrijven worden verondersteld meer te gaan produceren met minder energie; een overvloed aan productiecapaciteit voor elektriciteit opbouwen past ook niet direct in dat plaatje. Deze politiek heeft trouwens al invloed op traditionele energieverslinders zoals staal, cement, non-ferro en chemie; volgens experten moet in deze industriën onder de minste efficient bedrijven serieus gewied worden. Deze industriën verbruiken samen een derde van alle elektriciteit. De inspanningen om in de door het vorige vijfjarenplan al geëiste 20% energiebezuiniging te lukken, leidden in de tweede helft van 2010 ook tot gerichte stroomonderbrekingen. De bedrijven die toen afgeremd werden proberen nu hun productieachterstand in te lopen en drijven het verbruik extra omhoog.
Het electriciteitstekort zal zeker een korte termijn invloed hebben op de sectoren die veel energie verbruiken en in de warme zomermaanden zorgen voor gebrekkig comfort. De regering zal een oplossing moeten vinden voor het hierboven beschreven gebrek aan evenwicht tussen de sectoren, het feit dat de levering van energie tussen de provincies onderling niet vlot genoeg gebeurt en dat de westelijke provincies de eigen elekriciteit te zeer nodig hebben om hun ontwikkeling verder van de grond te laten komen. Toch verwachten experts niet dat over het hele jaar genomen de economische groei zal vertragen. Als de productie in bepaalde sectoren wat trager verloopt zal het gevaar voor inflatie immers des te sneller afgewend zijn en zal de groei evenwichtiger verlopen en alsnog de stilaan traditionele 9% jaarlijks benaderen.
Bronnen: Xinhua, Asia Times Online, MoneyWeek, www.investingdaily.com