Emissiereductie en economische machtsverhoudingen, eigenzinnige visies van Chinese academici.
De journalist Zong Shi is gaan praten met Chinese onderzoekers over de ‘economische achtergrond en de uitdagingen van de campagne rond de uitstoot van broeikasgassen’. Zijn prikkelende achtergrondartikel verscheen op woensdag 9 december in de krant waarvoor hij werkt: het Dagblad van de Chinese Jeugd (het invloedrijke en modernistische orgaan van de Communistische Jeugdbond). In het Westen kennen waarnemers het onder de naam China Youth Daily (zie onderaan).
De concurrentie om de macht over de nieuwe industrie.
Nu de financiële crisis minder diep lijkt te worden, maakt het thema van de uitstoot van koolstof wereldwijd des te meer indruk in de media. Er moet een economie met minder koolstofemissies komen. Kopenhagen moet dat gaan regelen, 12 jaar na Kyoto, terwijl de afspraken die daar werden gemaakt nog lopen tot 2012 en we dus dan pas kunnen zien of ze zijn nagekomen. Over de doelstellingen en de inbreng van ontwikkelde landen en landen in ontwikkeling staan er pittige discussies op de agenda.
De vraag wie de financiële crisis heeft veroorzaakt, is nog niet beantwoord en Amerika heeft bij monde van zijn president al met een big smile zijn nieuwe energiebeleid aangekondigd, waarbij de VS zichzelf het recht toekent om handelsbeperkingen op te leggen aan staten die tegen 2020 hun uitstoot niet binnen bepaalde limieten hebben teruggebracht, zoals wellicht China.
Yao Jian, woordvoerder van het Chinese ministerie voor Handel, noemt dit ‘protectionisme onder de dekmantel van ecologie’ en een schending van de principes van de Wereldhandelsorganisatie. Er zijn onderzoekers in de Volksrepubliek die hem daarin bijtreden en die vrezen voor pogingen om via de milieubescherming de opkomst van de Chinese economie tegen te houden.
Anderzijds heeft de Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervormingen een andere weg uitgestippeld, een programma voor het ontwikkelen van een energiezuinige industrie die het milieu beschermt. Volgens de commissie moet China de concurrentie aangaan om de toppositie in de meest geavanceerde nieuwe sectoren te veroveren. De komende vijf jaar wordt er door Beijing 450 miljard yuan (ruim 45 miljard euro) voor dit programma uitgetrokken. Welke rol wil China spelen in de Groene Revolutie?
Bloeiende emissiehandel
China zal in elk geval rekening moeten houden met het verschijnsel van de emissiehandel: emissierechten geven landen of bedrijven het recht om bepaalde broeikasgassen of andere schadelijke gassen uit te stoten. Industrielanden realiseren een deel van hun reductieverplichting door voor maatregelen in het buitenland te betalen. Er is op dit terrein een bloeiende wereldhandel ontstaan, die volgens sommige schattingen van de VN en de Wereldbank tegen 2012 een volume van transacties kan beslaan van 200 à 250 miljard dollar (137 à 171 miljard euro). Daarmee zou de emissiehandel de internationale oliehandel in omvang voorbijstreven.
Volgens Bai Yimin, een belangrijke econoom die het beleid van Japanse industriegroepen in China heeft onderzocht, zitten er voor dat soort Japanse bedrijven twee uiterst winstgevende kanten aan die handel. Mitsui, Mitsubishi en Sumitomo investeren in bedrijven in Heilongjiang, Liaoning, Jiangsu, Shandong and Sichuan en betalen een schijntje voor groene technologie. Vervolgens verkopen ze de emissierechten die ze daardoor behouden voor grof geld aan andere Japanse bedrijven of op de internationale markt. Ze krijgen bovendien in China voet aan grond en werken zelfs naar een monopolie toe voor hun technologie.
Derdewereldlanden zoals China beschikken (nog) niet over de informatiekanalen, de competentie of de prijsbepalende macht om in de globale groeimarkt van emissierechten een rol van betekenis te spelen. Jiang Yong, directeur van het Center for Economic Security Studies bij China Institute of Contemporary International Relations die dat heeft uitgezocht, zegt dat de rijke landen op dit gebied weer de lakens uitdelen, nu de financiële crisis geluwd is. Enerzijds hebben ze de mond vol van ‘de mensheid redden door te strijden tegen de klimaatsverandering’, om tegelijk hun eigen technologie voor natuurbescherming des te beter te kunnen verkopen. Anderzijds dwingen ze derdewereldlanden in de rol van ‘handelsreiziger in emissierechten’, waarbij die landen elkaar moeten beconcurreren door gunstige prijzen te bieden voor groeiende grote hoeveelheden emissierechten. Song Hongbing van het Global Financial Research Institute beschouwt de hele kwestie als een monetair spel.
De groene blokkade
Overal zijn de jonge planten van de groene economie bezig op te schieten, in alle landen en in alle sectoren. De tienduizenden miljarden dollar die daarbij omgaan, kunnen een vernieuwde ronde van groei en goede vooruitzichten voor de wereldeconomie laten ingaan. De EU, Japan en de VS rekenen er in elk geval op om ‘met groen’ de wereldmarkten te veroveren. Tegen de Chinese economie, die goed genoeg was om de financiële crisis op te lossen, worden nu van alle kanten groene blokkades opgeworpen. De rijke landen zoals de VS en Groot Brittannië mochten, sinds het begin van de industriële revolutie bij hen, 200 jaar lang het milieu vervuilen. De propaganda uit die landen eist nu van China, na amper 20 jaar van sterke economische groei, doortastende maatregelen tegen de vervuiling.
We mogen niet voorbijgaan aan de feiten: Groot Brittannië en de VS hebben in de voorbije decennia al 1100 ton CO² per hoofd van de bevolking uitgestoten, China en India respectievelijk 66 en 23 ton per capita.
In het Human Development Report 2007/ 2008 van de United Nations Development Program (UNDP) staat dat tegen 2015, de per capita CO²-uitstoot van China nog altijd maar een kwart zal bedragen van die van de VS en een derde van het gemiddelde van de ontwikkelde landen. Jiang Yong: “China komt nu in de fase van een industrialisering van middelgrote omvang, waarbij een verhoogde uitstoot per eenheid van het bbp niet te vermijden is. Daar komt het effect van een aantal handicaps bovenop: een weerbarstige energiestructuur een gebrek aan technologie en kapitaal die het verbeteren van energiezuinigheid bemoeilijken”.
China hoeft zich op basis van Kyoto nog niet te houden aan bepaalde reductienormen, maar het zal die ontheffing over niet al te lange tijd kwijtraken. De VS onder Obama dringt daarop aan. En in 2006 werd in Sao Paulo al een voorstel naar voren gebracht waarin onder andere aan China werd gevraagd een concrete reductiedoelstelling aan te nemen zodra de emissiehandel in het kader van de Clean Development Mechanisms (CDM) goed op gang zou zijn gekomen. Dit betekent dat China, nog voor het voldoende geïndustrialiseerd is en een einde gemaakt heeft aan de armoede in eigen land, een opkoper van emissierechten moet worden (in de plaats van de verkoper die het nu nog is). De winst die China behaald heeft zal dan snel worden ingeleverd, met rente. China heeft goede en goedkope consumptiegoederen geproduceerd voor de wereld. De ontwikkelde landen hebben ons broeikasgassen laten uitstoten, terwijl ze alles made in China kochten en nu zijn zij het die ons de rekening presenteren.
Zheng Fengtian van de Volksuniversiteit voorspelt dat de koolstofinvoerrechten uiteindelijk handelsoorlogen zullen veroorzaken tussen Amerika en de Volksrepubliek, waarbij iedereen zal verliezen. Onze producten zullen niet meer concurrentieel zijn als die invoerrechten in de prijs wordt ingecalculeerd. China krijgt de zwarte piet van de vervuiling toegespeeld, de schatkist van de rijke landen wordt gespekt en het protectionisme krijgt een groene mantel om. China heeft veel steenkool, een beetje gas en geen olie. Als de wereld een lage koolstofeconomie eist, legt dat een ondraaglijke last op onze economie.
China moet in elk geval een inhaalslag leveren
Zelfs zonder die externe druk nopen onze milieuproblemen en de noodzaak om bij de blijven ons om de economie te verbeteren. De centrale regering heeft gesproken van ‘wetenschappelijke ontwikkelingsstrategie’ en de regeringen hebben zich op alle niveaus voorgenomen om milieubescherming en groei als evenwaardig te beschouwen.
Energiezuinige en eco-vriendelijke sectoren waren in 2008 al goed voor 1,41 biljoen yuan, of 4,7 procent van het bruto binnenlands product, voor de tewerkstelling van 25 miljoen mensen.
Er is een aantal sensationele streefdoelen vastgelegd: tegen 2010 moet er per 10.000 yuan productie 20 % minder energie verbruikt worden en 10 % minder van alle vervuilende stoffen uitgestoten worden dan in 2005. Het energieverbruik moet omlaag. Met het oog op Kopenhagen heeft China dan zichzelf de uitdaging van de 40 à 45 % reductie gesteld. Regeringsmaatregelen en initiatieven van het bedrijfsleven hebben de afgelopen 15 jaar al gezorgd voor een gemiddelde daling van de uitstoot per eenheid BNP met bijna 5 %, beter dan wat de VS en Duitsland in dezelfde periode hebben gerealiseerd. Sinds januari 2009 is er een wet op de kringloopeconomie in voege.
China heeft de basis gelegd voor een ‘groene industrie’. Het beroep op waterkrachtcentrales, kerncentrales, windmolenparken, zonne-energie en bio-energie neemt sterk toe. Wat betreft windenergie zijn we nummer vier in de wereld, wat zonne-energie betreft staan we op één. Onze bedrijven voor zonnepanelen doen het erg goed. De staatsraad (de regering) hecht groot belang aan deze ontwikkelingen en volgend jaar komt het plan voor de nieuwe vormen van energieopwekking uit. Miljarden worden geïnvesteerd in natuurbescherming, kringloopeconomie en in de nieuwe energiesectoren. Vooral met het streven naar energiezuinigheid en energie-efficiëntie maakt Beijing zich op voor het moment dat de Verenigde Naties en de Wereldhandelsorganisatie aan de internationale gemeenschap regels op dit gebied zullen stellen.
Valkuilen en zwakke plekken
Xiong Yan, president van China Beijing Equity Exchange, merkt op dat zelfgenoegzaamheid over de financiële crisis in de VS de Chinezen niet blind moet maken voor het feit dat de Amerikanen al zijn begonnen met de economische revolutie rond CO². “We moeten ervoor zorgen dat we niet achterop liggen vanaf het begin. We moeten wijzen op waar de uitstoot vandaan komt, hoeveel het per capita is. We moeten rekenen op technologische vooruitgang, zelfstandige innovatie, economische en marktmechanismen”.
Bai Yimin, die onderzoek deed naar de strategie van Japanse bedrijven (zie boven), ziet tot zijn grote bezorgdheid dat het sommige regeringsdepartmenten en bedrijven in de provincie aan een langetermijnvisie ontbreekt. Wat dat betreft, zijn de overheidsinstanties en de bedrijven in Japan beter op elkaar afgestemd, met een eengemaakte kijk op micro- en macroniveau en op planning en markt. Hun financiële groepen zijn efficiënt en flexibel, ze werken goed en ernstig samen en zitten in de voorhoede, terwijl de Chinezen maar net meekunnen. Jiang Yong, de directeur van het Center for Economic Security Studies, meent dat in het spel van de wereldeconomie ieder zijn eigen tactiek heeft en de Chinese aanpak is die van ‘het geheel bekijken’, vermijden dat je ‘door de bomen het bos niet meer ziet’.
Verkeerd ingezet enthousiasme leidt tot knelpunten: sommigen zijn met zo’n gedrevenheid gaan bouwen, ageren en investeren voor de groene economie dat er hier en daar situaties van wanorde ontstaan. Zo zou er van de 12 miljoen kW capaciteit om windenergie op te wekken maar twee derden worden benut. Voorts zouden sommige windparken door verbindingsproblemen met het elektriciteitsnet met verlies of te lage winsten opereren. Een gelijkaardig verschijnsel merken we in de behandeling van steenkool voor schone energie, in de bio-energie en bij het inzetten van zonnepanelen: halsoverkop wordt er geïnvesteerd in activiteiten die plots aantrekkelijk blijken; er worden projecten gestart en naar de duurzaamheid wordt niet omgekeken. Volgens insiders heeft de polysiliconenindustrie, een favoriet van veel binnenlandse bedrijven, nu al een capaciteit van 80.000 ton, de helft van wat er in de wereld wordt gemaakt. Een gebrek aan technologie zorgt er echter voor dat de kosten stijgen en dat de toekomst van deze producten in gevaar komt.
Het stimuleringspakket van de centrale regering naar aanleiding van de financiële crisis heeft gezorgd voor veel goeds, maar ook voor gemodder met investeringen. Voor bepaalde vervuilende en energieverslindende projecten werd weer geld gevonden. Ze kregen een ‘groene draai’, of ze werden inderhaast op gang gebracht volgens het principe van ‘het voldongen feit’.
Bai Yimin zegt ook dat China niet weer in de val moet trappen van ‘gunstige handelsvoorwaarden in ruil voor technologie’. De ervaring heeft volgens hem geleerd dat China uiteindelijk zijn eigen technologie moet uitwerken. “Emissierechten ruilen voor technologie zal wellicht niets opleveren”. Op het gebied van uitvindingen en technische vernieuwingen voor de groene sector, hebben we minder ervaring dan Europa, de VS en Japan, die hier al tientallen jaren aan werken. Dat is een van de redenen waarom de groene economie in China de bekende kinderziekte doormaakt van de cyclus ‘verleiding door hoge winsten-ondoordachte investeringen-overcapaciteit-zeepbel’. Ma Xuelu, de onderdirecteur van de Chinese Wind Energy Association heeft ooit gezegd dat China last heeft van een gemis aan vorming en ‘research and development’ met betreking tot de duurzame economie. China imiteert soms op kinderlijke wijze wat er in Europa gebeurt, terwijl we rekening zouden moeten houden met onze eigen specifieke omstandigheden van geografie en klimaat. “Als we niet autonoom en grondig studeren, bijvoorbeeld op het verschijnsel van hevige wind- en zandstormen, helpen we onze windenergie in de vernieling”.
Voor wie goed luistert naar de deskundigen is de conclusie duidelijk: China heeft een achterstand en moet zijn krachten bundelen en zelfstandig een doorbraak tot stand brengen op het vlak van de groene technologie.
Het bovenstaande is een vertaalde samenvatting van ‘PRC Scholars on Economic Dangers of New Carbon Emission Allowances “War for Leading Position of New Industry Is Quietly Unfolding: Who Will Be Bound by Spell of ‘Low Carbon Economy?’”. By reporter Zong Shi
Zhongguo Qingnian Bao Online
China Youth Daily Beijing
http://www.cyol.net/english/intro/index.htm
Bekijk ook CCTV-uitzending “Science and Nature” over energiebesparing en reductie uitstoot
Andere Kopenhagen-video op CCTV