Volgens een blauwboek van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen (CASS) van juli dit jaar, zijn er in de Chinese steden 50 miljoen armen, zowat 7,5% van de stedelijke bevolking.
De stedelijke armoede was quasi onbestaande voor 1996; het betrof toen alleen wezen, invaliden en ouderlingen die geen familie hadden om voor hen te zorgen. Sindsdien tonen de studies een gestage verhoging van het aantal. Dit heeft te maken met de modernisering van de staatsbedrijven in de tweede helft van de jaren 90: die stonden in voor vaste tewerkstelling en organiseerden ook de sociale zekerheid op bedrijfsniveau; bij de modernisering werden veel mensen afgedankt en kwamen op de private arbeidsmarkt terecht.
Arm in de stad is volgens de CASS iedereen met een gemiddeld inkomen per hoofd van minder dan 7500-8500 yuan (900 euro) per jaar; dat is zowat 70% van het minimumloon. Andere experten gebruiken evenwel andere criteria en sommigen denken dat er meer armen zijn.. Chronische ziekte met hoge kosten voor verzorging is een van de belangrijkste oorzaken van armoede; veel armen hebben geen ziekteverzekering; in de arme gezinnen is er slechts één kostwinner of meestal helemaal geen. Andere belangrijke risicogroepen zijn werkloze arbeiders, binnenlandse migranten en jonge afgestudeerden zonder werk.
Intussen hebben stedelijke overheden wel al maatregelen genomen zoals een bestaansminimum uitbetalen, en het verzekeren van de inwoners tegen ernstige ziekten of werkloosheid. Einde 2010 kregen 23 miljoen stedelingen een bestaansminimum uitgekeerd. Het blijkt echter geen sinecure om uit te vissen wie echt recht heeft, en er worden regelmatig fraudeurs ontmaskerd.Het meest actief in de armoedebestrijding zijn de buurtcomités.Die doen ook beroep op giften van lokale firma’s.De steunmaatregelen zijn naast het lenigen van de onmiddelijke nood erop gericht de armen betere kansen te geven om een degelijke job tevinden.
(bron: Beijing Review)