Tijdens de Europese Raad van Ministers bleek verdeeldheid over China omdat kleinere landen niet opgezet waren met het geplande bezoek van de Duitse kanselier Scholz aan China. Ze willen een eensgezind Europees standpunt zoals tegen Rusland. De Belgische premier De Croo pleit voor een tussenliggende aanpak.
De Europese raad van ministers debatteerde vrijdag gedurende 3 uren over China. De Duitse kanselier Olkav Scholz bevestigde dat hij begin volgende maand naar China reist wat later gevolgd door de Franse president Macron. Zowel de premier van Estland Kallas als de Letse premier Kariņš waren niet opgezet met het initiatief van de groten en pleitten daarentegen voor een eengemaakte EU politiek zoals de unanimiteit die bereikt werd over Rusland. Sommigen zien met lede ogen aan dat Duitsland economisch sterk afhangt van export naar China en vergelijken deze zelfs met de afhankelijkheid ten aanzien van Russisch gas. De leiders herbevestigde echter de formulering uit 2019 van China als partner, concurrent en systeemrivaal. Dat de zaak gevoelig ligt, bewijst het feit dat de discussie werd gehouden zonder de aanwezigheid van zaktelefoons, een vereiste die zelfs niet gold tijdens de discussies over Oekraïne.
Na afloop van de Europese Raad zei Scholz dat er niet werd gestemd over een deglobalisering om uit China te trekken. De anti China krachten in en buiten Duitsland vestigen nu al hun hoop op de Groene ministers die veeleisender zijn tegenover China bv qua mensenrechten en een groter economisch engagement afblokken. De kwestie is in Duitsland des te meer actueel omdat het Chinese COSCO in één van de 4 Hamburgse containerterminals namelijk Tollerort haar aandeel tot 35 % wil verhogen. Daar is de Groene coalitiepartner minister van Economie Habeck tegen, maar Scholz is als voormalig burgemeester van Hamburg voor. Raadsvoorzitter Michel bevestigde dat het intens debat bewijst dat Europa niet naïef is tegenover China zonder in een logica te vervallen van systematische confrontatie. Hij bevestigde te streven naar meer wederkerigheid en meer evenwicht in de economische relaties tussen de EU en China. Ook de Finse premier Sanna Marin en de Belgische premier De Croo namen een tussenpositie in.
België
De Belgische premier A. De Croo meent dat China een partner is op zekere terreinen zoals de klimaatwissel maar vond dat het op andere een vijandige houding toonde. ‘De Europese Unie moet haar economische relaties met China meer door een strategische bril gaan bekijken en te grote afhankelijkheid vermijden. Anderzijds moet de Amerikaanse visie op het land niet per se de onze zijn We moeten als Europeanen een stuk onze naïviteit achter ons laten’, zei De Croo nog. “Dat wil daarom niet zeggen dat we geen enkele economische relatie met China moeten hebben. We moeten die absoluut behouden, maar we moeten die wel strategischer bekijken en vermijden dat we in situatie komen waarin er te veel afhankelijkheid zou komen, of te veel controle van China op sectoren die cruciaal zijn’. De Croo verwees onder meer naar energie-infrastructuur en de afgeblokte poging van het Chinese State Grid om zich in te kopen in netbeheerder Eandis in 2016. Ook telecom, halfgeleiders en scheepvaart zijn sectoren waar volgens De Croo waakzaamheid geboden is. “Vele domeinen die vroeger strikt economische domeinen waren, worden steeds meer geostrategisch”, aldus nog de premier
Havens
In dit laatste kader voegt VUB docent J. Holslag die zijn opleiding genoot aan de Koninklijke Militaire School het maritiem domein toe als een voorwerp voor waakzaamheid tegenover China. ‘China is met 41% de grootste schepenbouwer en ook de grootste maritieme handelaar want de Chinese havens staan in voor 32% van de wereldwijde doorvoer van goederen’. Het land beschikt eveneens over de grootste onder staatsvlag varende vloot en beheert via zijn rederijen 18 procent van alle containertransporten, 12 procent van de ruwe-olietankers en 13 procent van de tankers voor vloeibaar gas. ‘Elk schip is een oorlogsschip’ beweert hij echter in een rapport want ‘in China bestaat een regelgeving waarbij schepen moeten gebouwd conform volgens militaire standaarden’ aldus zijn militaire inlichtingskanalen.
Concreet merkt hij op dat er in Antwerpen en Zeebrugge ‘erg veel’ Chinese bedrijven actief zijn. Volgens het dagblad de TIJD is dit nogal overtrokken. In het totale handelsvolume dat in Antwerpen passeert, neemt China de derde plaats in met 19 miljoen ton op een goederenoverslag van 290 miljoen ton. Dat is amper 6,6 procent. En Cosco is als rederij goed voor 8 procent van het totale containervolume.Volgens scheepvaartinformatieplatform Alphaliner deed COSCO in september van dit jaar 26 aanlopen in de Antwerpse haven en komt daarmee op de vijfde plaats in de statistieken.
In Zeebrugge waar Cosco de enige containerterminal controleert, nam de Chinese rederij met 11 aanlopen een tweede plek in, een eind achter het Zwitserse MSC met 18 aanlopen. Het loopt dus nog geen zo’n vaart met het vermeende ‘gele maritiem gevaar’ tenzij natuurlijk in elk handelsschip een wolf in schapenvacht als militair vaartuig wordt bevroed.
Dat is echter wat docent aan de Koninkijke Militaire Schiool Cind Du Bois in de TIJD ‘beweert. ‘Elk Chinees bedrijf is van de staat of eraan gelinkt. De wet verplicht hen op eenvoudig verzoek informatie over te dragen aan de overheid.’ Du Bois werkt ook voor het Coördinatiecomité voor Inlichting en Veiligheid. Dat adviseert de Nationale Veiligheidsraad in de strijd tegen de inmenging in kritische infrastructuur, zoals transport. Ze bevestigt dat de overeenkomst die de federale en regionale overheden over een screening voor buitenlandse investeringen in België sloten , begin 2023 in werking treedt.
Bron SCMP, Belga, vrtnieuws, TIJD