Voormalig Gansu-partijsecretaris Wang Sanyun pleit voor het gerecht schuldig te zijn aan het ontvangen van 88 miljoen yuan smeergeld verstrekt door de voormalige baas Ye Jianming van CEFC China Energy. In ruil voor het geld kreeg CEFC gemakkelijker miljarden krediet van de China Development Bank.
De voormalige baas van CEFC China Energy Ye Jianming verdween sinds maart uit het zicht. Zijn onderneming werd onder curatele gesteld en zijn geval werd in verbinding gesteld met een corruptiegeval van een topverantwoordelijke. Meer bepaald blijkt nu dat voormalig partijsecretaris Wang Sanyun van de provincie Gansu zich voor de rechtbank verdedigt tegen de beschuldiging 66 miljoen aan smeergeld ontvangen te hebben. Volgens de rechtbank heeft Wang het CEFC China-filiaal CEFC Shanghai geholpen om aandelen in de Bank of Hainan te kopen via de voormalige voorzitter van de China Development Bank Hu Huaibang.
Wang hielp ook het ander filiaal CEFC Hainan om door Hu die vorige maand met pensioen ging aan een kredietlijn van 4,8 miljard dollar te geraken. Een CCTV rapport meldt dat Wang schuldig pleitte. Het was de eerste keer dat CEFC ter sprake kwam sinds Ye eerder dit jaar verdween. Zijn bedrijf werd binnen een tijdspanne van enkele jaren het vierde grootste Chinees petroleumbedrijf. Deze opkomst werd gesteund door de China Development Bank die onder Hu het privé bedrijf miljarden verschafte voor zijn agressieve uitbreiding.
Hu Huaibang werkte voorheen als chef discipline bij de China Banking Regulatory Commission en werd directeur supervisie bij het soeverein fonds China Investment Corporation. Hu werd in 2008 voorzitter bij de Bank of Communications. IN 2013 werd hij benoemd tot voorzitter van de China Development Bank en hij ging in september met pensioen.
Van Ye werd sinds maart enkel iets gehoord vanuit het kantoor van de Tsjechische president waarvan hij adviseur was. Praag liet weten dat de Chinese autoriteiten een onderzoek naar hem startte op verdenking van wetsovertreding. Ondertussen stort Ye’s zakenimperium in want een leger van schuldeisers vragen hun geld terug. De buitenlandse activa worden gradueel overgenomen door andere investeerders.
CITIC heeft bijvoorbeeld de Tjechische activa overgenomen. Vorige maand rapporteerde de SCMP nog dat de petroleumarm van Norinco en een privébedrijf uit Jiangsu een bod deden op de CEFC-activa in Abu Dhabi.
Bron: SCMP