Dit is een recensie van het boek van Veerle Devos: ‘Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China, Alles onder de hemel’.
Het onwaarschijnlijke levensverhaal van Ferdinand Verbiest is bij insiders gekend. Het is echter de verdienste van Veerle Devos de geschiedenis van een dorpsjongen uit Pittem die het tot mandarijn en persoonlijke raadgever van de Chinese keizer schopte te vertellen in een boek dat voor een breed publiek leest als een roman.
De term ‘roman’ mag hier niet misleiden. Devos heeft haar huiswerk gemaakt. Ze heeft gezaghebbende academische studies over Verbiest geconsulteerd, academische autoriteiten geïnterviewd en aangevuld met eigen onderzoek van originele bronnen in bibliotheken te Beijing en Rome. Het verhaal is gedetailleerd en historisch correct.
Het boek is opgebouwd rond de figuur van Verbiest maar beschrijft veel meer. De titel heeft het over ‘De ontdekking van China’. Het gaat over Europa dat in de zeventiende eeuw actief contact zocht met het Chinese keizerrijk. Ontdekking klopt uiteraard niet helemaal. Marco Polo en Willem van Rubroeck waren er 400 jaar vóór Verbiest. De nieuwe ‘ontdekking’ had alles te maken met koloniale projecten in het Verre Oosten waarin missionering een rol speelde.
Van dorpsjongen tot missionaris in China
Ferdinand Verbiest was een Jezuïet en die orde nam de leiding in de Europese contacten met China in de 17de eeuw, sinds de aankomst van Matteo Ricci in China in 1586 en zijn vestiging in Beijing in 1601. Devos gaat niet terug tot die beginjaren. Verbiest is pas in 1623 geboren. In chronologische volgorde heeft ze het over de roeping van Verbiest als Jezuïet en als missionaris, de intriges bij de Jezuïeten waardoor hij op 23-jarige leeftijd niet vanuit Cadiz naar Zuid-Amerika kan vertrekken, de tien jaar die hij op diverse plaatsen in Europa studeert en lesgeeft tot hij uiteindelijk op zijn 33ste vanuit Lissabon toch naar China kan vertrekken dankzij Martino Martini, een uit China teruggekeerde missionaris die in Europa jonge mensen komt rekruteren.
Devos spint het verhaal breed uit met de avonturen van de studiegenoten en vrienden van Verbiest die op verschillende momenten vertrekken. Het verhaal van de gevaarlijke reizen is dramatisch: sommigen doen er bijna drie jaar over, met kapingen, met ver uit koers geslagen en nauwelijks nog drijvende boten, tropische ziekten en gemiddeld de helft van de nieuwelingen die de tocht niet overleven. En passant krijgen we een stuk Europese politiek opgedist met oorlogen en rivaliteit tussen Portugezen, Nederlanders, Spanjaarden en Fransen. Daardoor konden de Jezuïeten uit de Zuidelijke Nederlanden enkel vanuit Lissabon vertrekken maar deze stad bereiken was wegens de politieke situatie niet evident. Wie zoals Verbiest te laat in Lissabon aankwam miste de jaarlijkse afvaart en kon zich nog een jaartje gaan bijscholen in Coimbra! Van Lissabon ging het in normale omstandigheden na het ronden van Kaap de Goede Hoop, via de Portugese kolonies Goa (India) en Macao, over land naar de post in China; maar voor velen verliep de reis noodgedwongen langs andere moeilijkere routes.
De verschillende aanpak van Jezuïeten en Dominicanen
Devos beschrijft de situatie van de Jezuïeten in China kort vóór de aankomst van Verbiest. De eerste grote namen, Matteo Ricci en Adam Schall von Bell, hadden al snel door dat hun kennis van de westerse sterren- en geneeskunde dé troef was om gunsten van de keizer te krijgen. Geleerde Jezuïeten werden in dienst van het hof genomen terwijl missiewerk door andere missionarissen op een aantal plaatsen oogluikend toegelaten werd. Schall von Bell werd hofastronoom, een sleutelfunctie voor het programmeren van de keizerlijke riten; dat kon hij veel beter dan de Chinese astrologen en de islamitische astronomen die met verouderde gegevens werkten.
Er dook meteen een fundamenteel meningsverschil op tussen de Jezuïeten en de Dominicanen. De Dominicanen richtten zich op het gewone volk en poogden er het zuivere katholicisme binnen te brengen ter vervanging van het ‘bijgeloof’. De Jezuïeten probeerden het keizerlijk hof te bekeren met een versie van het Christendom die compatibel was met de verering van de keizer als mandataris van de hemel, het confucianisme en de traditionele voorouderverering. Om de keizer niet tegen zich te krijgen verzwegen ze zoveel mogelijk dat Christus een terdoodveroordeelde rebel was.
Dit dispuut werd de hele zeventiende eeuw uitgevochten, ook in het Vaticaan. Dat leidde begin achttiende eeuw tot het einde van de Chinese missies. Verbiest moest gedurende zijn carrière in China voortdurend in brieven aan de religieuze oversten de gevolgde aanpak verdedigen.
Een tweede heikel punt was de dynastiewissel van de Ming naar de Qing in 1644. De Qing waren Mantsjoes, buitenlandse veroveraars. De consolidatie van hun bewind en de volledige integratie van de Ming-mandarijnen zou tientallen jaren duren. De Jezuïeten aan het hof liepen zonder problemen over naar de nieuwe keizer, maar maakten zich zo ook vijanden.
Wisselende kansen
Wanneer Verbiest in 1658 in Macao aankomt heeft hij er een reis van twee jaar opzitten, met een bijna-schipbreuk en een lange omweg via Makassar (toen nog een Portugese haven in Indonesië). Hij krijgt een missie toegewezen in Xi’An.
In Beijing was de oude Schall von Bell intussen volgens sommige getuigenissen meer mandarijn dan missionaris. Hij vraagt om vanuit Europa specialisten wis- en sterrenkunde te sturen, en Verbiest heeft zijn wachttijden goed gebruikt om te studeren. In 1660 roept de keizer hem naar Beijing om Schall von Bell als hofastronoom bij te staan en op te volgen.
De carrière van Verbiest lijkt verzekerd, maar het mooie liedje duurt niet lang De keizer sterft en de Jezuïeten raken onrechtstreeks betrokken bij de intriges rond de opvolging. In het machtsvacuüm onder een kind-keizer worden ze in 1684 beschuldigd van de verspreiding van staatsgevaarlijke theorieën. Wie is de baas van ‘alles onder de hemel’? De keizer of God? De ondertitel van het boek ‘Alles onder de hemel’ alludeert hierop.
De Jezuïeten ontsnappen ternauwernood aan executie na hun terdoodveroordeling. Sommigen van hun Chinese bekeerlingen zijn minder fortuinlijk. Een aantal missionarissen wordt uitgewezen, de anderen blijven vijf jaar in huisarrest in Beijing. Schall von Bell overlijdt.
In 1668 keert het tij. De traditionele astrologen die de post van Schall von Bell overnamen voldoen niet. De nieuwe keizer Kangxi, intussen een jongvolwassene, neemt contact met de Jezuïeten. Verbiest geeft overtuigende demonstraties van zijn astronomische kennis en verwerft invloed aan het hof. Hij wordt er astronoom en persoonlijke raadgever van de keizer voor het invoeren van onbekende technologieën. Hij introduceert bijvoorbeeld het gebruik van katrollen voor zware lasten en het gieten van kanonnen van verschillende kalibers, die de keizer nodig heeft om in te zetten tegen rebellen in het Zuiden en Russen aan de grens. Tijdens een recente reis in Xinjiang zag ik in Huocheng vlak bij de Kazachse grens twee goed bewaarde exemplaren in de voormalige residentie van de grenscommandant.
Verbiest en zijn medebroeders maken ook allerlei gadgets voor de keizer en de prinsen, zoals koekoeksklokken en een stoomwagentje.
De oudere Verbiest staat erg in de gunst van de keizer en wordt zelfs meegenomen op lange reizen naar de voorouderlijke Mandsjoegraven in het noordoosten en de steppen van Mongolië.
Verbiest overlijdt in Beijing in 1688 op 65-jarige leeftijd en krijgt een staatsbegrafenis.
Zijn grafmonument wordt tijdens de antikoloniale Boksersopstand in 1900 vernield, en als deel van de herstelbetalingen aan het Westen herbouwd.
Opgedoekt door het Vaticaan
Omwille van het tekort aan materiële middelen en jonge missionarissen stuurt Verbiest in 1679 zijn vriend Couplet samen met een vooraanstaande Chinese bekeerling terug naar Europa om materiële steun te zoeken, nieuwe missionarissen te ronselen en vooral om het Vaticaan te overtuigen van de aanpak van de Jezuïeten. De belangstelling is groot in de Nederlanden, Frankrijk en zelfs Engeland, maar het onthaal in Rome is koeler. Tien jaar later komen vijf Franse Jezuïeten in China aan. Verbiest overlijdt vooraleer ze Beijing bereiken.
Kort na de dood van Verbiest legaliseert de keizer het christendom dat tot dan enkel getolereerd werd. Maar niet lang daarna stuurt het Vaticaan een Chineesonkundige gezant om korte metten te maken met de praktijken van de Jezuïeten. De Chinese missie verschrompelt. Ze wordt in 1724 door de volgende keizer verboden.
Er komen pas opnieuw missionarissen naar China in de tweede helft van de 19de eeuw. In de rug gedekt door de westerse kanonneerboten die de belangrijkste steden van China veroveren, hebben ze geen compromissen met het hof of het volksgeloof meer nodig.
Een eeuw van culturele uitwisseling
In de levensbeschrijving van Verbiest en zijn omgeving verweeft het boek verschillende bredere thema’s: culturele uitwisseling tussen Europa en China; de houding van het Westen tegenover de Chinese beschaving toen en nu; en enigszins op de achtergrond schetst het ook het toenmalige Europese kolonialisme in het Verre Oosten. Ik bekijk ze één voor één.
De Jezuïeten geraken binnen aan het Chinese hof dank zij hun wetenschappelijke en technische kennis. Dit betekent het begin van een intense culturele uitwisseling. Westerse werken over astronomie, geneeskunde en filosofie worden in het Chinees vertaald en goed onthaald. Minder goed gaat het met vertalingen van religieuze teksten; daarvoor toont het Chinese hof weinig belangstelling terwijl het Vaticaan wil dat alles in het Latijn gebeurt.
Anderzijds worden de werken van Confucius naar het Latijn vertaald. De missionarissen stellen een Latijnse atlas van China op, vertalen werken over traditionele geneeskunde, planten en dieren, maken handboeken Chinees en Mantsjoe in het Latijn. Die liggen dikwijls onuitgegeven stof te vergaren in Vaticaanse archieven. Nederlanders geven wel de kaarten en andere nuttige teksten voor hun verovering van het Verre Oosten uit, en het Frankrijk van Lodewijk XIV toont interesse voor de filosofie van Confucius. Bij zijn terugkeer uit China slaagt Couplet erin een aantal boeken te laten drukken.
Niettegenstaande de moeilijkheden van de verzending via de zee worden grote aantallen boeken en brieven in beide richtingen verstuurd. China oefent een grote aantrekkingskracht uit op Europese intellectuelen zoals Leibniz, Boyle en niet in het minst de Franse Verlichtingsdenkers.
Ondanks die intense culturele beïnvloeding beseffen zowel Schall von Bell als Verbiest op het einde van hun leven dat hun missionering niet lukt. De Chinese cultuur is te sterk om zich te laten opzijzetten door het katholicisme zoals elders in de kolonies gebeurt. Devos vraagt zich terecht af of ze op het einde van hun leven niet eerder mandarijn geworden waren. Verbiest giet kanonnen, hij neemt deel aan riten zoals het aanbidden van de zon voor een goede oogst. Om zijn invloed aan het hof te kunnen behouden moet hij zijn Jezuïetennormen tot het uiterste oprekken.
Onbegrip en veroveringsdrang
In het hele boek komt de discussie tussen de Dominicanen en de Jezuïeten aan bod. De eersten als verdedigers van de absolute superioriteit van het Europese katholicisme (en van de Europese beschaving), de anderen als pleitbezorgers voor begrip voor de Chinese omstandigheden en het zoeken naar synergie tussen de twee beschavingen. De strijd wordt gevoerd in China zelf, maar vooral in Europa, in het Vaticaan. Alle pleidooien van Verbiest om de mis in het Chinees te mogen vieren, om Chinese priesters te wijden en om tolerant te zijn voor de traditionele voorouderverering botsen op een afwijzing door het Vaticaan.
Op de achtergrond schetst Devos een beeld van het Europese kolonialisme in het Verre Oosten tijdens de 17de eeuw. Portugezen, Spanjaarden en Nederlanders wedijveren er om hun kolonies te behouden of uit te breiden. De Russische tsaar knaagt in Siberië aan de grenzen van het Chinese keizerrijk. De Jezuïeten ondervinden op hun reizen aan den lijve wat dit betekent wanneer de politieke rivaliteit hen tot lange omwegen en wachttijden verplicht.
Verbiest krijgt als taak van de keizer om te tolken voor de Portugese, Nederlandse en Russische delegaties die van de keizer handelsrechten willen bekomen. Hij probeert daarbij vooral de katholieke Portugezen en de Russen te helpen. Van de Russische tsaar hoopt hij vergeefs vrije doorgang over land te krijgen voor zijn missionarissen, een veel korter en veiliger alternatief voor de zeereis. Geen van de delegaties heeft succes. De Chinese keizer weet intussen voldoende hoe de Europese kolonisten elders in de regio (in de Filipijnen en Indonesië) te keer gaan en houdt China potdicht.
Wanneer de oudere Verbiest zijn collega Couplet naar Europa stuurt om versterking te zoeken, komt de meest enthousiaste reactie van het opkomende koloniale Frankrijk van Lodewijk XIV. Lodewijk zet de paus onder druk om een contingent Franse Jezuïeten te sturen. En om de Franse ambities als koloniale macht ook in het Verre Oosten duidelijk te maken meren die niet aan in de Portugese kolonie Macao zoals verplicht is maar rechtstreeks in de Chinese havenstad Ningbo. Het kost Verbiest veel moeite om van de keizer te bekomen dat ze niet meteen teruggestuurd worden.
Wat kunnen we leren uit het verleden?
In het eerste en laatste hoofdstuk geeft Devos bespiegelingen over vandaag. Is het wel correct dat Westerlingen hopen/eisen dat China evolueert naar een democratie volgens westers model? Zijn de Chinezen niet slim en ervaren genoeg om zelf hun beste systeem te kiezen? Is het vandaag niet net zoals in de 17e eeuw: wie het minst van China kent roept het hardst hoe het moet? Moeten we niet streven naar meer kennis en begrip?
In het eerste hoofdstuk laat ze ook president Xi Jinping aan het woord. Bij zijn bezoek aan het Europacollege te Brugge in 2014 zette hij voor de Europeanen de Chinese wereldvisie uiteen. Hij vertelde over het verleden van China als grootse natie en de ambitie om terug op dat niveau te komen. Devos suggereert dat Xi naar dominantie door China streeft. Ik was zelf aanwezig bij die toespraak. Wat mij trof was het verwerpen van de idee dat één of enkele landen de wereld domineren. China heeft niet de ambitie de VS als wereldleider te vervangen. Xi deed een oproep voor wereldwijde samenwerking op voet van gelijkheid om de grote problemen van de mensheid aan te pakken; het was één van de allereerste keren dat hij de Nieuwe Zijderoutes – intussen herdoopt tot Belt and Road Initiative – als intercontinentaal samenwerkingsproject lanceerde.
Devos besluit haar boek met een oproep om China beter te begrijpen en er ‘beter te leren mee omgaan’. Hoe dat ‘beter omgaan’ eruit moet zien zegt ze niet. Samenwerken voor een gezamenlijke toekomst voor de mensheid, zoals China voorstelt? Of meegaan in de logica van de nieuwe (koude) oorlog van de VS en het ‘derisking’ afkooksel van de EU? De lezer kan in dit boek inspiratie halen om de vraag te beantwoorden.
Het boek is vlot leesbaar, geeft een breed beeld van een boeiende historische periode en biedt meerwaarde aan lezers zowel zonder als met voorkennis over China en Verbiest.
Veerle De Vos, Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China, Alles onder de hemel
Pelckmans 2023, 341 blz.