Ondanks een opflakkering van het geweld, keert de rust over het algemeen terug in de steden van Xinjiang. China en Turkije proberen hun beginnend meningsverschil over Xinjiang bij te leggen. Al-Qaida dreigt.
Ordetroepen patrouilleren door de straten. De meeste politemannen zijn gewapend met schilden en stokken, een minderheid met vuurwapens. Geweren zijn echter ook uitgedeeld aan een aantal brandweerlieden, omdat zij tijdens de rellen het doelwit bij uitstek waren van geweldplegers die hen met grove middelen wilden beletten om de honderden branden te blussen die waren aangestoken.
Op maandag heeft de politie twee personen gedood en een derde verwond. Naar verluidt hadden ze een vierde persoon aangevallen met knuppels en messen en toen de politie hen dat wilde beletten en hen na waarschuwingsschoten sommeerde hun wapens af te geven, vielen ze de ordetroepen zelf aan. Zowel de aanvallers als de aangevallene bij de vechtpartij zouden Oeigoeren geweest zijn. Het is niet bekend of het om vrouwen of mannen ging.
Inwoners van Urumqi moeten hun identiteitskaart of rijbewijs bij zich hebben. Het roepen van bepaalde slogans, het houden of bijwonen van toespraken of het dragen van wapens en voorwerpen, die kunnen gebruikt worden bij demonstraties, zijn verboden.
Winkels en de Urumqi International Bazaar, een grote markt die het middelpunt van het geweld vormde, zijn weer open. De inschrijving van studenten in de hogescholen is, zoals gepland, begonnen. Hier en daar zijn verkeerscontroles weer opgeheven en er zijn zelfs files. Normaal gesproken vinden de stadsbewoners verkeersopstoppingen, zoals overal elders, erg hinderlijk. Nu zijn ze een bron van opluchting als teken dat het leven stilaan weer normaal verloopt.
collecte voor de slachtoffers (foto Xinhua)
De ministers van Buitenlandse Zaken van China en Turkije hebben in een telefoongesprek bevestigd dat beide landen hun vriendschappelijke betrekkingen willen beschermen om de belangen van de bevolking van beide landen te behartigen. De Turkse premier had in de VN een onderzoek gevraagd naar wat hij een genocide tegen de Oeigoeren noemde (de Oeigoeren zijn qua taal en cultuur verwant aan de Turken). Beijing had hierop met grote verontwaardiging en woede gereageerd. In het telefoongesprek met zijn collega heeft de Turkse minister van Buitenlandse Zaken toegezegd dat zijn land zich niet zal mengen in de binnenlandse aangelegenheden van Beijing en de territoriale integriteit van China zal respecteren.
Intussen heeft het terreurnetwerk Al-Qaida gedreigd Chinese doelen aan te vallen uit wraak voor de omgekomen islamitische Oeigoeren in het westen van China. Dat stelt een internationaal consultancybedrijf na een risicoanalyse, berichtte dagblad The China Morning Post dinsdag. De groep die de bedreiging heeft geuit, is de in Algerije gelokaliseerde Al-Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM).
Honderdduizenden Chinezen zijn werkzaam in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In Algerije alleen al zouden 50.000 Chinese arbeiders zijn. Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft verzekerd dat China in samenwerking met de regeringen van de betrokken landen alles zal doen om de veiligheid van zijn burgers te waarborgen.
Bronnen: Global Times, ANP, AFP, De Volkskrant (NL)
