Dirk Nimmegeers en Frank Willems (OPINIE)
De Financial Times brengt een lang artikel over de vermeende pogingen van een zogenaamde Chinese spion om politieke invloed in Europa te kopen via een gewezen senator van de extreemrechtse partij Vlaams Belang. Een verhaal dat aan alle kanten rammelt, maar dat toch zijn nut heeft.
Het dossier steunt uitsluitend op niet-versleutelde boodschappen, aan de Financial Times doorgespeeld door ‘een westers spionage-agentschap’, aangevuld met commentaren van personen met CIA-banden. De Financial Times deed geen ernstige pogingen om iets te controleren. De conclusie ligt voor de hand: de Financial Times voert een opdracht uit van de CIA om anti-Chinese propaganda te verspreiden.
Ruime verspreiding
Volgens het artikel heeft gewezen senator Creyelman van het Vlaams Belang van 2019 tot eind 2022, aangezet door een zekere Daniel Woo, een Chinese spion, tegen betaling geprobeerd politieke invloed in Europa te verwerven ten gunste van China. Het bewijs daarvan zijn ‘honderden digitale berichten’, waarvan de krant er enkele publiceert. Die berichten heeft de krant dus gekregen van een niet nader genoemd westers spionage-agentschap. Ook Le Monde en Der Spiegel ontvingen deze documenten.
Welingelichte bronnen?
Om het bericht geloofwaardigheid te geven citeert de krant een reeks experten. De eerste is Alex Joske, consultant bij McGrathNicol en auteur van Spies and Lies, over ‘de Chinese spionagediensten’. Verder heeft de FT het oor te luisteren gelegd bij ‘leden van de spionagediensten van vier westerse landen’, ’voormalige leden van de Amerikaanse inlichtingendienst met Chinese ervaring’ en ‘Dennis Wilder, een voormalig CIA-topanalist voor China’. Verder ging de FT te rade bij ‘Peter Mattis, een voormalig CIA-analist gespecialiseerd in contraspionage’, ‘een voormalig CIA-lid met ervaring in Europa’, ‘Nigel Inkster, voormalig chef operaties bij MI6 en expert in Chinese spionage’ Tevens consulteerde de krant ‘een westerse spionagebron’, en ‘een voormalige westerse topambtenaar bij een inlichtingendienst’.
Niet thuis
Op basis van deze selectie van bronnen rijst het vermoeden dat de Financial Times dit artikel gewoon op verzoek van de CIA heeft geschreven. Die veronderstelling wordt bevestigd door de oppervlakkige manier waarop de krant de feiten controleerde. Ze nam contact op met Creyelman, die niet thuis gaf en Daniel Woo kon ze niet bereiken. De Chinese ambassade wist van niets. Twee Vlaams Belang-politici die in het dossier genoemd worden, wisten aanvankelijk eveneens nergens van. Martin Selmayr, hoofd van de EU-vertegenwoordiging in Oostenrijk, ontkende heftig dat hij van deze situatie op de hoogte wase. Hij noemde het ‘tamelijk dubieuze gesprekken tussen mensen met een duidelijk bedenkelijk karakter’.
Enkel een in Brussel gevestigde freelancejournalist, James Wilson, bevestigde dat Creyelman hem gepolst had om in opdracht van China te schrijven, wat hij beleefd geweigerd had. Geen enkele van de zogenaamde ‘pogingen tot beïnvloeding van de politiek in Europa in het voordeel van China’ liet verifieerbare sporen na. Van de betalingen aan Creyelman vond men al evenmin sporen; volgens de krant gebeurden die in virtuele munten. De hoogte van de bedragen kon men ook al niet achterhalen. Een opvallende naam in het rijtje van FT-journalisten die waarschijnlijk door de CIA met ‘een schrijfopdracht’ belast werden is die van John Paul Rathbone, een Zuid-Amerikaspecialist die de aandacht trok door zijn anti-Venezuela-artikelen.
Who is Woo?
De FT vraagt zich nergens af of Daniel Woo wel echt een Chinese spion is, en niet een fictief personage bedacht door de CIA om China in diskrediet te brengen. De krant gaat er blijkbaar van uit dat zijn lezers de ‘westerse veiligheidsdiensten’ blindelings vertrouwen, alsof die geen lange staat van dienst met fouten en het inzetten van leugens zouden hebben. We kunnen natuurlijk niet uitsluiten dat de geheimzinnige Daniel Woo wel degelijk bestaat. Maar deze figuur kan evengoed een individuele fantast zijn, iemand die zich met dit soort activiteiten inlaat. Als het feit zou kloppen dat Daniel Woo iemand als deze Cleyerman, een onbekende Vlaams Belang-politicus zonder enige echte invloed, heeft willen gebruiken en het Vlaams Belang de ‘goede boodschap’ wilde laten verspreiden zou dat alleen betekenen dat het op zijn zachtst gezegd om een ongelukkige operatie gaat.
Een verhaal van 2 soorten beïnvloeding
Het ‘nieuwsverhaal’ en de hoofdrolspelers geven blijk van een twijfelachtige kwaliteit. De andere media klagen, uitgaande van de cloak and daggerstory in de Financial Times, een vermeende Chinese interventie in de politiek aan en noemen het spionage. Van dat laatste kan al om te beginnen geen sprake zijn, want er werden geen staatsgeheimen doorgespeeld. Hooguit hebben we in dit geval te maken met lobbyen, iets wat alle landen doen en meestal op een veel hoger niveau dan wat hier gebeurt. Daarbij is er ook vaak sprake van wat we negatieve lobbying, of zelfs antipropaganda kunnen noemen. Hoeveel politici, journalisten en academici zouden er door de CIA en Amerikaanse overheidsdiensten betaald worden of uit overtuiging bereid zijn om de stellingen van Washington en het Pentagon, tegenwoordig in het kader van de nieuwe Koude Oorlog tegen China, te verkondigen? Voeren de media met dezelfde ijver onderzoek naar de buitenlandse banden van deze propagandisten tegen China (of diegenen die pro-oorlogsstandpunten over Oekraïne vertolken of pro-Israëlische standpunten)?
Een zweem van ernst wordt eraan gegeven door de keuze van de FT om het uit te brengen, en net door een obscure, ‘benaderbare’ figuur in het centrum van de belangstelling te plaatsen. Waarom verwijst men niet naar Leterme, Helmut Schmidt of Filip De Winter? Ook van hen zou je immers kunnen zeggen dat ze zich ‘schuldig hebben gemaakt’ aan het verspreiden van ‘pro-Chinese stellingen die het Westen kunnen verdelen’. Toen president Macron onlangs zei dat Europa zich niet moet laten meeslepen in een oorlog rond de kwestie Taiwan kreeg hij een preek van politici en journalisten. Maar niemand zou het in zijn hoofd halen de Franse president van spionage te beschuldigen of van ‘een bedreiging van onze veiligheid en onze manier van leven’.
Lof der zotheid
Eigenlijk is het artikel en de heisa errond dus te gek om los te lopen. Maar westerse geheime diensten en politici hebben het nut ondervonden van zelfs de meest absurde verzinsels. Surrealistische verhalen doen de ronde: een Chinese spionageballon, Chinese omvormers van zonnepanelen, stalinistische zuiveringen doorgevoerd door Xi Jinping. Dwaze figuren krijgen volop de media-aandacht die hen helpt verkiezingen te winnen: eergisteren Reagan, gisteren Trump, vandaag de nieuwe Argentijnse president Milei. Het goudhaantje in de rij van de clowns is natuurlijk Adrian Zenz, de man die van God zelf de taak heeft gekregen om de ongelovige Chinese communisten te bestrijden door regelmatig leugens over de Oeigoeren in Xinjiang – ‘ondersteund door satellietbeelden!’ – de wereld in te sturen. Zenz kom ook in dit nieuwsverhaal om de hoek kijken: de Vlaams Belang-agent Cleyerman moest van de Chinese spion ‘de researcher Adrian Zenz aanvallen’.
Het hoeft niemand te verwonderen dat zelfs gereputeerde media, zoals de Financial Times, Politico, Der Spiegel en Le Monde zich lenen tot deze oefening in manufacturing consent. Dit betekent het systematisch verspreiden van een bepaalde boodschap ten dienste van de elite in het Westen. Hiervoor gebruikt men materiaal uit ‘officiële bronnen’ geleverd door die elite. Het legendarische boek Manufacturing Consent van Chomsky en Herman heeft dit fenomeen wetenschappelijk onderzocht. Het geeft tal van voorbeelden, o.a. artikelen van de gereputeerde New York Times tijdens de eerste Koude Oorlog. Vandaag is de missie het ophangen van het beeld dat het socialistische China een bedreiging is. Of zoals de Belgische krant De Standaard het noemt: ‘de Vijand’.
Wiens belang?
Dit specifieke verhaal kan op vele fronten nuttig zijn, naast een toevoeging aan de stroom anti-Chinese verdachtmakingen. Die wordt losgelaten op het grote publiek, met het oog op bijvoorbeeld een mogelijk toekomend conflict rond Taiwan. Het kan de afbrokkeling van het imago van de VS, die de Israëlische moordpartij tegen de Palestijnen blijft mogelijk maken en steunen, wat tegenhouden. Dit gebeurt door de aandacht te vestigen op China. Men bestempelt het als een ‘grootmacht zoals alle andere’ of ‘als een grotere boosdoener dan de VS’. Uiteraard zal het ook de bedoeling zijn opiniemakers en politici angst aan te jagen om de samenwerking met China te bepleiten of positieve berichten en analyses over het land te brengen.