Financiële hervormingen niet noodzakelijk liberalisering

De Amerikaanse denktank Stratfor maakt een analyse van de huidige financiële hervormingen in China.
De belangrijkste conclusie is dat het verbeteren van de regelgeving en controle een prioriteit is, samen met het uitroeien van de corruptie in de sector. Hervorming is geen synoniem van liberalisering. Verder worden maatregelen genomen tegen de te snelle toename van schulden van lokale overheden en bedrijven, maar die werken eerder op symptomen dan op oorzaken.

hervormingenRecente ontwikkelingen tonen dat er ernstig werk gemaakt wordt van het moderniseren van de onaangepaste financiële regelgeving en van de strijd tegen corruptie in de bank-, verzekering- en beurssectoren. Tegelijk komen er in snel tempo programma’s om lokale overheden en staatsbedrijven hun schuldenberg te laten verteren. Er zit hier waarschijnlijk een meer globaal plan van financiële hervormingen achter, om zowel de schulden uit het verleden als de onhoudbare recente kredietgroei aan te pakken. Toch is er geen sprake van een liberalisering van het Chinese financiële systeem. Het gaat eerder om een stapsgewijs zorgvuldig gestuurd programma om de door de staat gecontroleerde financiële en economische systemen te verbeteren.

Verontrustende schuldengroei

Financiële hervormingen zijn in theorie al een tijdje een prioriteit. Het gaat dan over het optimaal toewijzen van kapitaal aan investeringen, in een moeilijke combinatie met staatsinmenging die economische beslissingen dikwijls van politieke doeleinden laat afhangen. In de praktijk is de financiële politiek echter meer gedicteerd geweest door de behoeften van het ogenblik om de groei en de tewerkstelling op peil te houden. Het gevolg is dat ondanks de beloften van de overheid om af te remmen na de investeringsboom op krediet van het anticrisisplan in 2009, de schuld van lokale overheden, van de bedrijven en de gezinnen is blijven doorgroeien.
Zo zijn de schulden van lokale overheden sinds 2012 nog eens met een kleine helft toegenomen. Ze bedragen nu 23% van het bnp. Wat op zich nog niet dramatisch is, maar de stijging verontrust. De budgetten van de lokale overheden worden nochtans centraal onder controle gehouden. Lokale overheden hebben echter veel taken en staan onder druk om hoge groeicijfers te halen. Via het achterpoortje van door de lokale overheid opgezette ‘privé’ fondsen wordt de centrale rem op investeringen omzeild.
Een groter probleem vormen de bedrijfsschulden. Die bedroegen einde 2016 meer dan 165% van het bnp. Op zich is dat niet abnormaal en vergelijkbaar met Japan en Zuid-Korea. Maar ook hier verontrust de snelle toename.
Officieel is 1,74% van de uitstaande leningen verloren, en nog eens 3,92% zijn vervallen maar eventueel nog te recupereren. In Japan zijn 1,5% van de uitstaande leningen verloren. De Chinese banken hebben voldoende kapitaalsbuffer om dat op te vangen. Maar sommigen trekken de Chinese cijfers in twijfel en spreken van 10 of zelfs 20% slechte leningen. De voorbije jaren zijn wel maatregelen genomen om een beter overzicht te krijgen van de toestand en excessen tegen te gaan.
Recentelijk zijn die maatregelen strenger geworden. In april deed premier Li tijdens de jaarlijkse voltallige parlementsvergadering een oproep om corrupte bedrijfsleiders en controleurs uit de financiële sector te straffen. Hij sprak van ‘financiële krokodillen’. Hij wil ook een ‘firewall’ tegen te grote financiële risico’s. In februari was er al een aankondiging dat de drie financiële regulators samen nieuwe regels zouden maken om het schaduwbankieren aan banden te leggen. Schaduwbankieren gebeurt in China niet echt in de schaduw; het zijn vooral de grote (staats)banken die zich – buiten balans- op risicovolle winstgevende beleggingen gestort hebben. Die kunnen meer opbrengen dan de klassieke leningen aan staatsbedrijven waarvan de terugbetaling niet zeker is.

Drie beleidslijnen

Concreet zien we drie beleidslijnen: corruptie uitroeien, schulden van lokale overheden en staatsbedrijven  aanpakken, en de financiële regelgeving en structuren moderniseren.
De Chinese financiële sector wordt gecontroleerd door drie regulatoren: een Bankencommissie, een Verzekeringscommissie en een Beurscommissie. Dit voorjaar zijn de voorzitters van twee van de drie instellingen afgezet en aangehouden wegens corruptie. Stratfor ziet hierin een voorwaarde om mensen aan het roer te krijgen die de sector echt kunnen en willen hervormen.
Om de schulden van lokale overheden aan te pakken is in 2015 een programma opgestart waarbij lokale overheden kortlopende leningen met hoge rente afbetalen met lange termijn leningen met lagere rente die ze krijgen van staatsbanken. Er is al voor 9.000 miljard yuan omgezet en tegen einde 2017 komt daar naar schatting nog 6.000 miljard bij.
Voor de bedrijven moedigt de overheid sinds 2016 de staatsbanken aan leningen gedeeltelijk om te zetten in aandelen. Einde 2016 ging het om 233 miljard. Alleen in het eerste trimester van 2017 kwam daar al 238 miljard bij. Dat is samen iets meer dan 2,5% van de totale bedrijfsschuld van 17.000 miljard.
Zowel het programma voor de lokale overheden als dat voor de bedrijven verandert echter niets aan het basisrisico dat het project zijn investering niet kan terugbetalen. Het programma verlegt alleen dat risico naar de staatsbanken, waardoor bedrijven en lokale overheden wat ademruimte krijgen.
De regels en structuren van de financiële sector dateren van de jaren 90 en begin deze eeuw, toen de sector zich snel begon te ontwikkelen. Er werd toen in een complexe omgeving voor drie aparte regulatoren gekozen. Nu wil men eerder naar één enkele regelgeving voor banken, verzekeringen en beurs. Financiële instellingen maken immers misbruik van lacunes in de drie aparte regelsystemen om risicovolle en weinig doorzichtige producten te lanceren.
Het verbeteren van de regelgeving werd voor het eerst als dringend ervaren in 2011-2012: er dreigde oververhitting van de economie en de overheid beperkte het bankkrediet. Het leidde tot een boom in het schaduwbankieren dat volgens de regels niet onder de Bankcommisie maar onder de minder strenge van de Beurscommissie valt. Financiële instellingen bleven lustig hoppen tussen de drie verschillende regulatoren.
Het was de beurscrisis einde 2015 die als katalysator diende voor de roep naar één regelgeving voor allen, liefst onder één sterke regulator. Het is echter de vraag of dat snel mogelijk is. Vanuit de financiële sector, die de kans op winstgevend schaduwbankieren ziet vervliegen, komt tegendruk. Er is al aangekondigd dat eventuele nieuwe regels niet met terugwerkende kracht voor oude producten zullen werken.

Liberalisering?

Gaat het bij de huidige hervormingen om liberalisering? Er zijn het voorbije decennium nog hervormingen in de financiële sector aangekondigd. Dikwijls hebben die niet geleid tot liberalisering, maar juist tot een sterkere greep van de staat en de Partij op sleutelsectoren van het financiële systeem. Het is niet onmogelijk dat na het consolideren van het regelsysteem de sector nadien een zekere liberalisering zal kennen. Maar dat is geen zekerheid.
Bron: Stratfor
https://www.stratfor.com/analysis/financial-reform-chinese-characteristics

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *