De deelnemers aan COP27 beloven de armste landen geld te geven voor de gevolgen van de klimaatcrisis. De landen reageren verschillend, van hooguit matig enthousiast tot ronduit pessimistisch. China zet zijn klimaatbeleid vastberaden verder.
COP27 is op zondag 20 november geëindigd met de belofte van een schadefonds voor de landen die het meest kwetsbaar zijn voor de klimaatverandering, gebaseerd op het loss&damage-principe (verlies en schade). Er was nog een belofte: er komt een globaal kader voor aanpassing aan de klimaatverandering.
Positief, maar ..
De Derde Wereld en vooral de armste landen zijn blij met de overwinning betreffende de compensatie voor loss & damage. Het agendapunt werd eerder dit jaar voorgesteld door Pakistan namens de Groep van 77 en China, een coalitie van ontwikkelingslanden, Het is besproken met enig succes. Een terechte vraag is echter of de ontwikkelde landen dit keer wel hun beloften zullen nakomen, en op welke manier dan. De jaarlijkse toezegging voor klimaatfinanciering van 100 miljard Amerikaanse dollar is immers niet waargemaakt. Ook een verdubbeling van de financiering voor de aanpassing van de leefomgeving aan risico’s door het klimaat, waar veel Afrikaanse landen dringend om hebben gevraagd, is niet afgesproken en is niet meteen in beeld. Een commissie met vertegenwoordigers van 24 landen moet nu gaan uitzoeken welke vorm de fondsen voor verlies en schade en voor de nodige aanpassingen precies moeten aannemen.
Wie zal wat betalen?
Er blijft discussie over welke landen moeten bijdragen en waar het geld naartoe moet. Vele experts vinden dat de verantwoordelijkheid om de mechanismen te betalen in de eerste plaats bij de rijke landen ligt. Zij leverden de grootste bijdrage aan de historische opwarming van de aarde, die vandaag steeds zwaarder begint door te wegen. Een van de belangrijkste conclusies van het Adaptation Gap Report 2022 van de Verenigde Naties is dat de ‘geschatte aanpassingskosten in ontwikkelingslanden vijf tot tien keer hoger zijn dan de openbare financieringsstromen voor aanpassing die zij nu ontvangen, en het beschikbare bewijsmateriaal wijst erop dat de kloof tussen de nodige en de verstrekte financiering steeds groter wordt’.
En China dan?
De VS en de Europese Unie blijven manoeuvreren om hieraan te ontkomen. Een van hun tactieken is het aandringen op garanties dat China zal bijdragen aan het fonds. Zij insinueren in de westerse media dat China in aanmerking wil komen om ook geld te ontvangen, en dat dit moet worden voorkomen. Dat China geld uit het fonds zou willen is nonsens. Xie Zhenhua, China’s speciale gezant voor klimaatverandering, zegt dat de oplossing eenvoudig is: de landen moeten handelen volgens een ‘gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid’. Xie merkte op dat de ontvangers van het verlies- en schadefonds ontwikkelingslanden moeten zijn, en zei dat vanwege zijn omvang het fonds het eerst moet worden verdeeld onder de meest kwetsbare landen en degenen die het geld het hardst nodig hebben. En verder: ‘China heeft geen verantwoordelijkheid [voor verlies en schade], maar China is bereid ontwikkelingslanden te helpen hun aanpassingsvermogen te vergroten door middel van Zuid-Zuid-samenwerking en China doet dat al’.
‘Wij zullen doorgaan’
China is inderdaad nog steeds een ontwikkelingsland. De Communistische Partij van China beschouwt de voornaamste tegenstelling in het land als die tussen ‘de steeds groter wordende behoeften van de mensen aan een beter leven en de onevenwichtige en ontoereikende ontwikkeling’. Dus naast de ontwikkelde steden en gebieden, en de sterk gegroeide middenklasse, zijn er grote delen van het land en grote bevolkingsgroepen waar de modernisering en de ontwikkeling nog niet voltooid of gestabiliseerd is. (overigens, ook volgens de criteria van de Wereldbank is China nu nog steeds een ontwikkelingsland). Het derdewereldland China biedt via verschillende internationale kanalen hulp aan andere landen in het mondiale Zuiden. Een groep van vier grote ontwikkelingslanden, waaronder China, heeft tijdens COP27 opgeroepen om vooruitgang te boeken en COP28 in Dubai volgend jaar alvast voor te bereiden zodat er tegen dan ambitieuze en haalbare mondiale doelstellingen bereikt zijn. De BASIC-groep, die bestaat uit Brazilië, Zuid-Afrika, India en China, liet zijn 31e ministeriële bijeenkomst over klimaatverandering samenvallen met de VN-klimaattop. De BASIC-landen keurden ook de lancering van het Santiago Network for Loss and Damage tijdens COP27 goed.
Wereldwijd
Naast zijn deelname aan het BASIC-front werkt China aan groene ontwikkelingsprojecten samen met nog veel meer landen uit het mondiale Zuiden, waaronder Zambia, Kenia, Argentinië en Cuba. Volgens de Chinese gezant Xie Zhenhua heeft China andere ontwikkelingslanden geholpen bij het opzetten van systemen voor vroegtijdige waarschuwing, het bouwen van demonstratiezones met een lage CO²-uitstoot en het opleiden van functionarissen en technisch personeel om beter om te kunnen gaan met de klimaatverandering.
COP27 in Afrika, G20 in Azië
Bovendien zijn er recent meer mogelijkheden ontstaan om de visie van het Zuiden meer aandacht te geven. De G20-top vond plaats in Indonesië, rond dezelfde tijd als de COP27 in Egypte. De omgeving, in beide gevallen een land in opkomst, en de samenstelling van de deelname met een fors aandeel van derdewereldlanden heeft China de kans gegeven om de klimaateisen van het Zuiden meer in de publiciteit te brengen, onder andere bij monde van de Chinese president Xi Jinping.
Xinhua, China Daily, Global Times, New York Times, VRT.nws, unep.org (website VN milieuprogramma), Worldbank.org, DeWereldMorgen