De Hongkong krant South China Morning Post heeft vergelijkende cijfers over gendergelijkheid op het werk verzameld. Het gaat om tewerkstelling, ouderschapsverlof, lonen en seksuele intimidatie. En over het aantal vrouwen aan de top.
‘Vrouwen dragen de helft van de wereld’. Het is een beroemde uitspraak van Mao Zedong, die begin van de jaren 50 met radicale wetten voor gendergelijkheid de duizendjarige rechteloosheid en achterstelling van de Chinese vrouwen doorbrak. In hoeverre is die gelijkheid intussen gerealiseerd op de werkvloer?
Tewerkstellingsgraad
Op het Chinese vasteland heeft 61% van de vrouwen een baan, tegenover 74,5% van de mannen. Dit zijn schattingen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).Het verschil in twerkstellingsgraad tussen de seksen is beter dan in Hongkong, praktisch gelijk aan het cultureel verwante Singapore en de VS, maar slechter dan in Australië.
Ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof voor moeders verschilt regionaal. In 2021 hebben een aantal regio’s het verhoogd. In Beijing bijvoorbeeld kwamen er 60 dagen bij, tot een totaal van 158 of meer dan 22 weken. Het vaderschapsverlof bleef ongewijzigd op 15 dagen. Op de maatregel kwam kritiek uit vrees dat de verschillende behandeling van mannen en vrouwen de stereotiepe rollen binnen een gezin zou bevestigen.
Hongkong geeft 14 weken verlof aan vrouwen en vijf dagen aan mannen. In Singapore bedraagt het totale verlof voor beide ouders 16 weken, waarvan mannen er twee tot vier kunnen opnemen. Australië voorziet 18 weken voor één ouder, maar betaald aan het nationaal minimumloon. De VS kennen geen formeel ouderschapsverlof.
Gelijk loon
Wettelijk mag er in China geen loonverschil zijn tussen de seksen. In de praktijk liggen de stedelijke lonen voor mannen echter 22,5% hoger dan voor vrouwen. In Hongkong bedraagt het verschil een derde, in de VS 18% en in Australië 12%. In Singapore is het gedaald zijn tot 6%.
Seksuele intimidatie
Ook hier zijn regionale verschillen in de wetgeving. De stad Shenzhen, pilot zone voor veel hervormingen, heeft vorig jaar strenge en duidelijke regels uitgevaardigd tegen seksuele intimidatie. Op nationaal vlak is er een wetsontwerp in bespreking tegen seksuele intimidatie in scholen en bedrijven. Op dit vlak loopt de Chinese wetgeving achter bij die van Hongkong, Singapore en de VS.
Vrouwelijke CEO’s
Dezelfde krant vergelijkt in een ander artikel het aantal vrouwelijke topkaders – CEO’s en CFO’s – in bedrijven.
Van de 636 Chinese bedrijven op een totaal van 2.887 opgenomen in de MSCI wereldindex hadden er 6,4% een vrouwelijke CEO. Voor alle groeilanden was het gemiddelde 5,4% en voor de ontwikkelde landen 5,2%. Die gegevens komen uit het jaarlijks Women On Boards Progress Report. De groeilanden presteerden voor het eerst sinds 2017 beter dan de ontwikkelde vooral dankzij China en India dat 5% haalde.
Van de Chinese CFO’s was 26,3% vrouw, aanzienlijk beter dan het wereldgemiddelde van 15,8%.
Het meest vrouwen aan de top vinden we in de gezondheidszorg, de vastgoedsector en de consumptiegoederen.
In de Chinese raden van bestuur maken vrouwen 13,8% uit, een stijging met 0,8% in een jaar. Dit is echter zwak vergeleken met het wereldgemiddelde van 22,6% en zelfs dat van groeilanden met 14,5%. Van alle Chinese bestuursraden bestaat 27,4% uitsluitend uit mannen, terwijl dat wereldwijd slechts 14,2% bedraagt. Hongkong maakt goede vooruitgang sinds de wet er een aantal vrouwelijke bestuurders verplicht. Dat er weinig Chinese vrouwelijke bestuurders komt waarschijnlijk door het ontbreken van wettelijke minima en van druk van het publiek. De relatief talrijke vrouwelijke topkaders zijn echte entrepreneurs die zich ondanks de obstakels een weg naar de top baanden.
Bronnen: South China Morning Post, Xinhua