De Chinese oogst van granen (inclusief soya) zal dit jaar voor de zevende keer op rij stijgen, en het record van 546,4 miljoen ton bereiken (om een idee te geven, dit is drie keer het niveau van voor de Grote Sprong in de jaren vijftig).
De politiek van de regering is dat China voor 95% van zijn eigen bevoorrading moet instaan, en dat met slechts 7% van de beschikbare landbouwgronden in de wereld. Doch zelfs die 5% import betekent enkele tientallen miljoenen tonnen: die kwamen in 2010 voor 97% uit de USA; Australië zou graag meer leveren en ook Argentinië staat aan de deur te drummen ( de voedselimporten uit Afrika waar zoveel om te doen is in derdewereldmiddens zijn marginaal).
Ondanks de goede resultaten klinkt hier en daar bezorgdheid. De graanconsumptie stijgt nog, ook indirect door een hogere vleesconsumptie. Wanneer de graanproductie door een tegenspoed sterk zou dalen of zich zoals vroeg of laat verwacht op het huidige niveau zou stabiliseren (in het noorden wordt het watertekort al nijpender), dan wordt het moeilijk om de 95% zelfvoorziening aan te houden. En de gevolgen daarvan voor de relatief beperkte wereldvoedselmarkt zouden meteen dramatisch zijn.