Greenpeace waarschuwt tegen grondenverkoop zonder sanering

De restauratie van ’s lands 174 sites met vervuilde gronden raamt Greenpeace op 7,75 miljard yuan. Omdat twee derden van de sites niet meer toe behoort aan de vervuiler, waarschuwt de ngo tegen de mogelijke verkoop van de gronden zonder sanering. Greenpeace pleit voor meer macht aan het lokaal milieubestuur.

Deze week maakte Greenpeace samen met de Nanjing University een studie bekend over het probleem van bodemvervuiling. De provinciale hoofdsteden hebben in opvolging van een richtlijn uit 2016 die in januari wet werd, lijsten opgemaakt van de vervuilde percelen grond. In totaal hebben deze hoofdsteden al lijsten opgemaakt met 174 vervuilde sites. Hieruit blijkt dat 41% van alle percelen op de lijsten sites betreffen van voormalige chemische bedrijven. Volgens hoofdonderzoeker Bao Hang die de studie deed, is de helft van de gronden vervuild door zware metalen en deze worde gelinkt aan gezondheidsrisico’s waarbij kanker. De impact is echter minder zichtbaar als bij luchtvervuiling.

De megasteden van Tianjin tellen 21 vervuilde sites, Chongqing 17 en Shanghai 14. De auteurs van de studie schatten dat de sanering van de 174 percelen in totaal 7,75 miljard yuan zal kosten. De lokale besturen hebben echter al het licht op groen gezet voor de herbestemming van 109 percelen die meestal een commerciële of residentiële bestemming krijgen, maar ook als scholen, ziekenhuizen of groene ruimte. Omdat dit kan leiden tot hoge bevolkingsdichtheid vinden de auteurs de oplossing van de onderliggende bodemvervuiling cruciaal.

Grondtransfers

Hoewel de studie de groeiende officiële openheid rond bodemvervuiling toejuicht, toch menen de auteurs dat de lokale besturen er mee sjoemelen omdat ze financieel afhankelijk zijn van grondtransfers. De meerderheid van de bestudeerde steden zijn ernstig afhankelijk van opbrengsten door grondtransfers. Deze besturen zouden door de verkoop van de bewuste vervuilde sites 104 miljard yuan opstrijken. Over het algemeen wordt gedacht dat steden die voor 35% van hun inkomen afhankelijk zijn van deze grondrechten geneigd zullen zijn de vervuilde sites vlug van de hand te doen zonder de nodige tijd te nemen voor de nodige sanering.

Hoewel in China ook het principe geldt van de vervuiler betaalt, toch is maar 33% van de vervuilde percelen nog in de handen van de vervuilende eigenaar. De rest is eigendom van de lokale besturen, staatsondernemingen en vastgoedontwikkelaars. Deze spelen niet zelden de kosten door naar de huurders en belastingbetalers. Dit is niet fair en werkt zeker niet ontmoedigend tegenover de potentiële vervuilers volgens de studie.

Maatregelen

Chongqing blijkt al tegenmaatregelen genomen te hebben door het lokaal milieubestuur te versterken. De studie roept de centrale en de lokale besturen op om de bestaande politiek te verfijnen. De lokale milieudiensten dienen meer macht te krijgen om de bodemkwaliteit te bewaken en te beoordelen, vooral in het begin van het planningsproces. Overigens vindt Bao dat een percentage van de transfersom opzij gezet moet worden voor een fonds dat de bodemsanering uitvoert. Ook zouden de lokale besturen meer toezicht moeten toelaten en de wetten herzien over het bepalen wie verantwoordelijk is voor het opruimen van de vervuiling.

Bron: sixthtone.com

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *