Groene huisvesting valt in China weliswaar duurder uit dan de conventionele, maar de nationale- en lokale toelagen vlakken deze ongelijkheid weg. Feit is dat dit zonder meer de trend bij uitstek wordt van de huisvestingssector in de toekomst.
Met een verstedelijkingsgraad in China van 56 % in 2015 overstijgt de vraag naar sociale huisvesting ver de vraag. Volgens onderzoek door McKinsey kan 60 % van de gezinnen in de steden van meer dan 7 miljoen inwoners zich geen basiswoning aanschaffen voor markttarieven. Het is bijgevolg geen verrassing dat de regering het aanbod wil verhogen en de kosten van de huisvesting wil verlagen. Het afgelopen jaar investeerde ze $ 236 miljard in meer toegankelijke woningen. Naast de plannen om het woningaanbod uit te breiden, bestaan er ook plannen om meer groene woningen te bouwen. Dit in een poging om de uitstoot van koolstof tegen te gaan en ook om de ambitieuze doelstellingen qua schone energie te halen. Het plan voor een nieuwe verstedelijking 2014-2020 voorziet met name in het stijgen van het aandeel groene woningen van 2 % in 2012 tot 50 % in 2020. Geen peulenschil dus.
Punt is dat de Chinese bouwbedrijven nog onvoldoende vertrouwd zijn met groene materialen en dat buitenlandse bedrijven beter uitgerust zijn om deze kloof te dichten. Sommige van hen vrezen dat dit onvoldoende opbrengt, maar nochtans beschikt het land over zowel een nationaal- als een regionaal kader die de investeringen de moeite waard maken. In China worden hoofdzakelijk twee soorten standaarden erkend voor groene gebouwen: de eigen Chinese ‘Green Building Evaluation Standard’ (GBES) en de Amerikaanse ‘Leadership in Energy and Environmental Design’ (LEED).
Gebouwen met 2 sterren volgens de standaard kunnen over 45 yuan per m2 beschikken en gebouwen met 3 sterren over 80 yuan per m2. Volgens statistieken bedraagt de procentuele subsidie door de regering voor de gebouwen met 2 sterren 68 % van de bouwkosten voor de woningen en 44 % voor de overheidsgebouwen terwijl dat voor de 3 sterren gebouwen 66% en 50 % bedraagt. Daarnaast bepaalt de ondernemingstaks dat O&O voor groene gebouwen in China afgetrokken mag worden. Voorts zijn er nog lokale initiatieven. In westelijk China bedraagt de aftrek van de ondernemingstaks in deze 15 % terwijl de provincie Shanxi een nog bijkomende subsidie verschaft van tussen 10 en 20 yuan naar gelang de rating van de standaard. Op het stedelijk vlak bestaan nog er tegemoetkomingen in de steden van eerste tot derde rang. Dongguan beschikt over een speciaal fonds met $ 1,5 miljoen yuan terwijl Heze in Shandong aan zijn kantons oplegt dat 30.000 m2 bij elk nieuwbouwproject groen en toegankelijk moet zijn.
Het is wel zo dat de vooruitbetaling van groene huisvesting hoger ligt, maar onderzoek wijst uit dat de subsidies dit dragelijker maken. Bovendien daalden de kosten van groene huisvesting vergeleken met het verleden. Zo zijn ervaren bouwers in staat dit type huisvesting te bouwen voor dezelfde prijs van conventionele huisvesting. De nood van dit type huisvesting zal enkel maar aangroeien. Groene en toegankelijke huisvesting staan hoog op de prioriteitenlijst van de bouwsector zowel op middellange als op lange termijn.
Bron: China Business Review