Een maand voor de klimaatconferentie in Durban hebben de BASIC-landen (Brazilië, Zuid-Arika, India en China )op hun negende bijeenkomst daarover die in Beijing gehouden werd, een akkoord bereikt over de strategie voor de strijd tegen de klimaatopwarming. Ze staan lijnrecht tegenover een aantal ontwikkelde landen.
De BASIC-landen vragen met klem dat er een tweede fase van het Kyoto akkoord komt. In het Kyoto-protocol staat dat ontwikkelde landen bindende engagementen voor vermindering van de uitstoot aangaan, terwijl ontwikkelingslanden vrijwillige maatregelen nemen. Dit is logisch aangezien de historische verantwoordleijkheid van de ontwikkelde landen voor het probleem. Japan, Rusland en Canada daarentegen willen van Kyoto af en zijn dus tegen een fase 2. Zij gaan voor een nieuw verdrag op een andere basis.
Verder willen de BASIC landen dat er konkreet gewerkt wordt aan de financiering van de nodige maatregelen tegen klimaatsvernadering. Het Groene Klimaatfonds moet eindelijk opgestart worden met geld van de ontwikkelde landen zodat ontwikkelingslanden in hun inspanningen kunnen geholpen worden. In 2009 is 30 miljard dollar per jaar voor het fonds beloofd en dat zou vanaf 2013 naar 100 miljard per jaar gaan. Maar de concrete elementen om het Fonds te laten werken zijn nog niet uitgewerkt en het geld is nog niet echt betaald.
In het vooruitzicht van Durban is deze gezamenlijke stellingname van de vier belangrijkste ontwikkelingslanden erg belangrijk.