Premier Wen Jiabao verklaarde woensdag in een tele- en videoconferentie voor alle lokale besturen dat China absoluut zijn streefdoel van 20 % lagere energie-intensiteit van de economie tussen 2006 en 2010 moet bereiken. Lokale besturen moeten met “ijzeren hand” optreden.
De energie-intensiteit daalde in de eerste vier jaar van het plan met 14,38 %, nog een stuk verwijderd van de 20 % eind 2010. Bovendien steeg de energie-intensiteit in het eerste kwartaal van 2010 met 3,2 % op jaarbasis, omdat de groei van de economie vooral plaatsvond in de zware nijverheid en de elektriciteitsproductie. Door laks optreden van lokale overheden zijn bovendien fabrieken die eerder gesloten werden, weer opgestart.
Tegen eind september moet een groot aantal energieverslindende bedrijven sluiten: kleine electriciteitscentrales voor in totaal 10 GW, 25 miljoen ton ijzercapaciteit, 6 miljoen ton staalcapaciteit, 50 miljoen ton cementcapaciteit, 330.000 ton aluminiumcapaciteit, 300.000 ton vlakglascapaciteit, 530.000 ton papiercapaciteit. Lokale verantwoordelijken zullen afgerekend worden op hun resultaten in deze campagne. Dit jaar zal de centrale regering nog voor 83 miljard yuan investeren in energie-efficientie en zuiveringsinstallaties. Er wordt ook meer de nadruk gelegd op milieucompensaties: wie de natuurlijke bronnen misbruikt of gebruikt, moet betalen; wie de natuur beschermt, krijgt overheidssteun. Zo moeten koolmijnen al sinds 2007 een speciale milieubelasting betalen, en werkt men aan een systeem om vervuilers stroomopwaarts van waterlopen boete te laten betalen aan stroomafwaartse regio’s.
Op iets langere termijn bekeken, heeft een UNDP-rapport berekend dat het land 600 miljard yuan per jaar (1,2 % van het BNP) moet besteden indien het tegen 2020 de energie-intensiteit met 50 % wil verminderen. Het officiële objectief is tot heden 40-45 %.
Bronnen: China Daily; UNDP