Een kartel van halfgeleider-producerende landen is nodig om de ontwikkeling en economische groei van China af te remmen, schrijft strateeg Paul Verhagen in EW Podium, 26 april 2021. China in zijn technologische achilleshiel treffen zal echter niet alleen consequenties hebben voor de mensen daar, antwoordt Fred Sengers in een reactie in EW Magazine. Daarna postte hij zijn artikel op zijn eigen blog, Blogaap.nl
ChinaSquare kreeg toestemming om zijn stuk te publiceren. Het is een opiniestuk. Dus het geeft niet noodzakelijk de mening van de redactie weer.
China is inmiddels de tweede economie ter wereld en in het voetspoor van zijn economische slagkracht is China’s invloed overal voelbaar. De westerse hegemonie die wij zo vanzelfsprekend vinden is daarmee doorbroken. De vraag is hoe we met die nieuwe realiteit omgaan. Vinden we een modus om in een nieuwe multipolaire wereld onze plek te vinden, of proberen we China’s groei te vertragen of zelfs kapot te maken?
Risky Business
In zijn artikel ‘Opkomst China noopt tot OPEC van halfgeleiderlanden’ bepleit Paul Verhagen een kartel van landen die halfgeleiders produceren, zoals Nederland, met als doel top of the line chips “niet meer aan China te verkopen en innovatie te beschermen”. Dat is een riskant idee.
De OPEC Is opgericht in 1960 om in een markt met overproductie de prijs te reguleren (lees: voldoende hoog te houden). Aan halfgeleiders daarentegen is wereldwijd een schreeuwend tekort dat de prijs opdrijft. Een tekort dat zo ernstig is dat fabrieken over de hele wereld hun productie moeten staken en Philips om voorrang bedelt.
Een tekort dat zich niet zomaar laat wegwerken door productiecapaciteit bij te bouwen. Daarmee zijn miljarden gemoeid en het duurt minimaal een jaar voordat zo’n faciliteit kan leveren. Dat wil zeggen, de fabrieken die ordinaire chips van 28 nanometer maken. Want met het produceren van hightech 5 nanometer-chips zijn investeringen van tientallen miljarden gemoeid en ondanks jarenlang proberen is het een bedrijf als Intel nog altijd niet gelukt het proces onder de knie te krijgen. De Chinezen moeten de benodigde kennis nog ontwikkelen of kopen.
Chip-kartel zal wereldhandel midscheeps treffen
De auteur wil van die voorsprong gebruik maken door marktafspraken te maken met als doel China uit te sluiten van de levering van de modernste computerchips. Dus niet alleen een embargo op het leveren van machines om die chips te maken (zoiets bestaat in feite al, zie de ingetrokken exportvergunning voor een EUV-machine van ASML aan China), maar om te voorkomen dat China nog hoogwaardige computerchips uit het buitenland kan betrekken.
Er valt best iets voor te zeggen om te proberen China nog even afhankelijk van het westen te houden voor wat betreft de mogelijkheden die zelf te produceren. Maar iets heel anders is, zoals de auteur schrijft, om China af te sluiten van leveranties.
Zo’n ban zal niet alleen Chinese fabrikanten treffen, maar iedereen die in China laat produceren, dus ook Apple, Philips, Volkswagen etc. En zelfs als we het zo weten te organiseren dat alleen Chinese bedrijven niet krijgen geleverd, zal het enorme gevolgen hebben. Computerchips zitten bijna overal in en vaak zelfs meerdere: auto’s, laptops, medische apparaten, mobiele telefoons etc.
Gezien China’s positie als Fabriek van de Wereld zal zo’n chip-embargo de mondiale handel midscheeps treffen. Alledaagse producten zullen enige jaren niet leverbaar zijn totdat andere landen de productie hebben overgenomen. Producten zullen daarna in ieder geval duurder zijn. Maar dat geeft niet, want de wereld zal in een economische crisis verkeren, waardoor u toch geen geld heeft voor een nieuwe iPhone of BMW. Ruim een vijfde van de wereldwijde economische groei wordt de komende jaren immers gegenereerd door China, blijkt uit calculaties van het IMF. Het land welbewust economisch kapot maken heeft niet alleen gevolgen voor de mensen daar, maar voor ons allemaal.
China exporteert zijn politieke model helemaal niet
Zulk zwaar geschut zet je, kortom, alleen in met zeer zwaarwegende redenen. En wat zijn die dan volgens de auteur? Verhagen vreest toenemende macht van China in de wereld die ertoe zal leiden dat we onze normen en waarden moeten opgeven. Ik zal niet ontkennen dat China’s invloed in de wereld in het voetspoor van zijn economische macht groter wordt. Welbeschouwd ook weer niet zo gek, dat het land met de meeste inwoners (een op de vijf aardbewoners is Chinees) en de tweede economie ter wereld zijn stem in de wereld laat horen.
Maar ook op zichzelf een merkwaardig verwijt. China heeft een alternatief politiek en bestuursmodel ontwikkeld en daarmee successen behaald. Probeert het zijn model te exporteren? Er zijn wel autoritaire leiders en regeringen die er verlekkerd naar kijken. Maar er is geen handelsverdrag, investeringsovereenkomst of kredietcontract waarin de Chinezen eisen dat buitenlandse regeringen hun politieke en/of economische model overnemen. Dat is ook precies de reden dat veel regeringen in de wereld graag zakendoen met de Chinese staat. Die stelt geen lastige vragen, daar waar westerse regeringen juist allerlei randvoorwaarden stellen over mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieuregels, schoon bestuur etc. Wie probeert hier nou zijn normen en waarden te exporteren?
China zet zich wel luidruchtig af tegen democratie, maar dat is vooral bedoeld voor binnenlands gebruik: Chinese burgers zouden eens op het idee kunnen komen dat er een alternatief is voor de eenpartijstaat.
De Lange Arm van Beijing dan, die door sommigen zo wordt gevreesd. Heeft u er al veel van gemerkt? Heeft de regering in Den Haag ondanks al die miljarden aan Chinees investeringsgeld of exportbelangen al één beslissing genomen omdat de Chinese leiders in Zhongnanhai dat van ze verwachten? Ik ken ze niet. Het kabinet is naarmate de wederzijdse belangen groter werden hooguit voorzichtiger geworden met hoe het zijn Chinabeleid formuleert en communiceert. Er is in die zin wel sprake van groeiende invloed van Beijing, maar van macht zou ik niet willen spreken. Laat staan dat wij onze manier van leven opgeven. En ik zie dat ook niet snel veranderen, om de simpele reden dat het de Chinese leiders echt geen snars interesseert of wij een democratie of een autoritair geleid land zijn. Zolang we maar kunnen handelen.
Conclusie
Ik vat het nog even samen. Verhagen stelt voor de wereldeconomie te torpederen uit vrees dat China economisch te dominant wordt. En hij is bereid spelregels van de liberale economische orde zoals vrijhandel vrijwillig los te laten, uit angst dat China ons dwingt ze op te geven. Dat klinkt als een slecht doordacht idee. Maar wie ben ik?
*Fred Sengers is China-deskundige en publiceert op Blogaap.nl en in andere media over het nieuws en de belangrijkste ontwikkelingen uit en over China op politiek, economisch en cultureel gebied.
Goed dat deze China deskundige de verdediging van China opneemt tegen de idee van het invoeren van een embargo tegen China. Anderzijds gaat de auteur wel erg ver mee in een bepaald discours over de wereld: democratie – mensenrechten -milieu, op en top in het Westen. In China is het een dictatuur, zijn er slechte werkomstandigheden, etc… China zou zich “luidruchtig afzetten tegen democratie”, omdat “de Chinese burgers eens op het idee zouden kunnen komen dat er een alternatief is voor de eenpartijstaat.” Voor zover ik de Chinezen ken, zit daar niemand te wachten op een democratie à la de VS, noch op een fantastische staat van mensenrechten en democratie in landen als Libië en Irak, die Bush, Macron en Cameron al bombarderend zouden hebben verwezenlijkt. Chinezen worden niet blind gehouden voor hoe het Westen functioneert. Hoe de mensen in het Westen, ten eerste over hun eigen systeem en dan nog over China denken en opgevoed worden, heeft daarentegen zeer weinig met de realiteit te maken.