Vijay Prashad*
Bij de confrontatie tussen de VS en China gebruikt de regering van Donald Trump elk middel om China uit de mondiale toeleveringsketen te verwijderen, maar niets lijkt te werken, want een vastberaden China is niet bereid terug te krabbelen en afstand te doen van zijn technologische verworvenheden.
De onderstaande analyse is een vertaling van het artikel Trade and tensions between the U.S. and China dat online verscheen op frontline.thehindu.com. Het is vertaald en wordt als opiniestuk geplaatst door ChinaSquare.
Vrijheid vs tirannie?
Er gaat geen dag voorbij zonder harde woorden over China vanwege de regering Trump. Vooral de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo raast erop los. Op 19 juni sprak hij voor de Copenhagen Democracy Summit, een platform gevormd door de Alliance of Democracies (in 2017 opgericht door Anders Fogh Rasmussen, voormalig hoofd van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de NAVO). China, zei Pompeo, was een ‘misdadig regime’ geworden en de Europeanen moesten samen met de VS een groot bondgenootschap vormen tegen China. ‘Ik heb tirannie van nabij meegemaakt’, sprak Pompeo. ‘En ik heb in mijn vorige rol als directeur van de CIA (Central Intelligence Agency, de buitenlandse Inlichtingendienst van de VS) en nu in mijn huidige functie als Secretary of State (minister van Buitenlandse Zaken) van de Verenigde Staten van Amerika met allerlei onvrije regimes te maken gekregen. De keuze is niet tussen de Verenigde Staten en China, maar tussen vrijheid en tirannie.’
Dat is taalgebruik van vroeger, uit de tijd van de Koude Oorlog, clichés over vrijheid en autoritarisme, die het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS inzette tegen de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken. Onder het woord ‘vrijheid’ gaan ongemakkelijke waarheden verborgen, zoals het feit dat de VS de grootste gevangenispopulatie ter wereld heeft en dat het de belangrijkste aanstichter is geweest van bloedige oorlogen over de hele planeet. Dergelijke feiten worden terzijde geschoven. Pompeo kan zelfs met de CIA aankomen om vast te stellen dat de essentiële ‘vrijheid’ van het Westen tegen China gericht is. Niemand trok de wenkbrauwen op daar op die top in Kopenhagen.
Twee soorten diplomatie
Vroeger zou China deze verklaringen hebben genegeerd. Nu niet meer. Wang Wenbin, woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, noemde de verklaringen van Pompeo over China en COVID-19 ‘ongegrond’; hij beschuldigde Pompeo ervan te liegen tegen de bevolking. Xu Bu, de Chinese ambassadeur in Chili, is uitgesproken in zijn kritiek op Pompeo en de anti-Chinese retoriek die de VS hebben geprobeerd te slijten aan het publiek in Latijns-Amerika. In de Chileense krant La Tercera noemde Xu Bu minister Pompeo een ‘leugenaar’. Dat zowel Wang Wenbin als Xu Bu de beschuldiging hebben geuit dat Pompeo liegt, wijst op een nieuwe houding van Beijing; dit zijn scherpe woorden in de wereld van diplomatie. Van Chili tot Iran hebben Chinese diplomaten de stelling naar voren gebracht dat hun land zich heeft ingezet voor het wederzijds voordeel van zowel China als van de afzonderlijke landen; dit, zeggen ze, is het tegenovergestelde van de Amerikaanse houding: verdragen bevorderen ten voordele van multinationale ondernemingen en niet van de verschillende landen in de wereld.
Escalatie door wie?
De toestand is snel geëscaleerd. Eind juli liet de VS aan het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken weten dat het consulaat in Houston een paar dagen later dicht moest. Er werden geen specifieke beschuldigingen gericht aan dit consulaat, maar de algemene teneur is dat dit deel uitmaakt van een aanval van de Amerikaanse regering op Chinese spionage tegen Amerikaanse bedrijven. Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken noemde dit een ‘politieke provocatie die eenzijdig voor rekening van de VS was, en een ernstige schending van het internationaal recht, van de basisnormen voor internationale betrekkingen en de bilaterale consulaire overeenkomst tussen China en de Verenigde Staten’.
Dit diplomatieke geruzie volgde op Pompeo’s harde verklaring dat de VS voortaan China de voet dwars zou zetten in het hele gebied van de Zuid-Chinese Zee. Dat is al tientallen jaren het beleid van de VS, maar de bekendmaking alleen al en op zo’n uitgesproken toon, met daarbij de inzet van twee Amerikaanse vliegdekschepen – de USS Nimitz en de USS Ronald Reagan – in de regio, beklemtoonde het allemaal aanzienlijk. China reageerde door troepen naar twee eilanden in de Paracel-archipel te sturen voor oefeningen waarbij met scherp werd geschoten. De Chinese regering zei dat ze reageerde op de inmenging door de VS, die ‘de echte aanstichter is van militarisering in de Zuid-Chinese Zee’.
De koude oorlog die nooit ophield
Deze woordenoorlog draait om kwesties die de VS regelmatig en op goed uitgekozen momenten uitspeelt om China te bedreigen: beschuldigingen van industriële spionage, beschuldigingen van valutamanipulatie, beschuldigingen rond de coronaviruspandemie, beschuldigingen van schendingen van de mensenrechten in Hongkong en Xinjiang. Elke kwestie wordt op zichzelf niet serieus uitgewerkt, maar het geheel samengenomen dient om China af te schilderen als gevaarlijk of onbetrouwbaar, en – naarmate de retoriek luider klinkt – om te laten horen dat China een andere regering moet krijgen. Het lijdt geen twijfel dat achter het Amerikaanse beleid sinds 1949 altijd de wens heeft gezeten om de communistische regering in Beijing omver te werpen; ongetwijfeld was de toenadering in 1972 toen president Richard Nixon naar China ging, slechts een pauze in de Koude Oorlog en geen echte verzoening met de Chinese regering; het lijdt ook geen twijfel dat de huidige verhoogde spanning niet alleen gaat over valutamanipulatie of Hongkong, maar over de wens om de opkomst van China in de wereld te schaden en de politieke situatie in China te laten veranderen.
Conflictstof
Op 1 april vroeg admiraal Philip Davidson – het hoofd van de U.S. Indo-Pacific Command – 20 miljard dollar aan het Amerikaanse Congres om een robuust militair cordon te creëren dat loopt van Californië tot Japan en langs de Pacific Rim van Azië. In zijn voorstel, een document met de titel Regain the Advantage (onze voorsprong terugwinnen), ging het over ‘de hernieuwde dreiging waarmee we worden geconfronteerd door een Great Power Competition, een strijd tussen de grote machten… Zonder een deugdelijk en overtuigend conventioneel afschrikmiddel zullen China en Rusland zich aangemoedigd voelen om in de regio actie te ondernemen en de Amerikaanse belangen te verdringen’. In januari 2019 vertelde waarnemend minister van Defensie Patrick Shanahan aan Amerikaanse militaire functionarissen dat het probleem ‘China, China, China’ was. Dit was de belangrijkste focus van alle door Trump voorgestelde kandidaten voor de post van minister van Defensie, of het nu Shanahan of de huidige minister Mark Esper was. Esper kan zijn mond niet openen zonder China te beschuldigen. Hij vertelde de Italiaanse krant La Stampa dat China de coronacrisis gebruikte om voordeel te behalen door ‘kwade machten’ zoals Huawei in te zetten en door hulp naar Italië te sturen. Als het van Trump en Esper afhangt, moeten China en in mindere mate Rusland door de VS met wapengeweld worden ingeperkt.
De ‘rakettenkloof’ in het voordeel van China
Senator Tom Cotton (een Republikein uit Arkansas) is van mening dat het militaire moderniseringsprogramma van China een ‘rakettenkloof’ in het voordeel van dat land heeft gecreëerd. In maart 2018 vroeg Cotton admiraal Harry Harris, commandant van het Amerikaanse Pacific Command (nu de Amerikaanse ambassadeur in Zuid-Korea), hoe het zat met de raketten van China. ‘We hebben nu een nadeel ten opzichte van China. Dat heeft ballistische raketten waarmee het vanop grondstations een bedreiging vormt voor onze basissen in de westelijke Stille Oceaan en onze schepen’, vertelde Harris het Congres. Om dit te verhelpen stelde Harris voor dat de VS het Intermediate-Range Nuclear Forces Treaty (verdrag over middellangeafstandsraketten, INF) zou verlaten. Trump deed dat ook, begin 2019. De Amerikaanse president beschuldigde hierbij de Russen ervan dat ze het verdrag niet naleefden, maar het was duidelijk dat de echte reden deze angst voor een Chinees voordeel was. In augustus 2019 testten de Verenigde Staten een middellangeafstandsraket, een teken dat ze al langer de bedoeling hadden om uit het INF te stappen.
Reële feiten?
In maart 2019 hield Cotton een toespraak voor de Heritage Foundation waarin hij stelde dat de Verenigde Staten de productie van middellangeafstandsraketten moesten opstarten die ze dan konden stationeren op hun basissen op het Amerikaanse eiland Guam en het grondgebied van hun bondgenoten; deze raketten moesten China rechtstreeks kunnen bedreigen. ‘Beijing heeft duizenden raketten staan die onze bondgenoten, onze basissen, onze schepen en onze burgers in de hele Stille Oceaan kunnen aanvallen’, zei Cotton met de hem kenmerkende overdrijving. De dingen opblazen is standaard voor figuren zoals Cotton. Angst zaaien is hun manier om beleid door te drukken, en reële feiten kunnen ze daarbij niet gebruiken.
In november 2018, voordat de VS het INF verlieten, sprak admiraal Davidson een denktank in Washington toe over ‘China’s Power’. In 2015, zei Davidson, maakte mijn voorganger Harry Harris het grapje dat de eilanden voor de kust van de Volksrepubliek China een ‘Grote Muur van Zand’ waren. Nu, zei hij, waren die eilanden een ‘Grote Muur van SAM’s’ geworden. (SAM’s zijn surface-to-air missiles, grond-luchtraketten). Davidson, vanuit de militaire hoek, en Cotton, vanuit die van de burgerlijke politiek, bleven er telkens weer op hameren dat China een militair voordeel had door de ‘rakettenkloof’, en niemand vond het nog nodig dat zorgvuldig na te trekken.
De Verenigde Staten hebben de grootste strijdmacht ter wereld. In april constateerde het Stockholm International Peace Research Institute dat het militaire budget van de Verenigde Staten het afgelopen jaar met 5,3 procent is gestegen tot 732 miljard dollar; die toename over een jaar was op zich gelijk aan de gehele militaire begroting van Duitsland. China gaf ondertussen 261 miljard dollar uit aan zijn strijdkrachten, een stijging van het budget van 5,1 procent. De VS hebben 6.185 kernkoppen, terwijl China er 290 heeft. Slechts vijf landen hebben raketten die overal op aarde doelwitten kunnen treffen: de Verenigde Staten, Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Of het nu gaat over intercontinentale wapens of over de luchtmacht, China bezit simpelweg geen enkel militair voordeel ten opzichte van de VS.
Militarisering in de Pacific
Elke lijst waarin het wapenbezit van landen in kaart is gebracht laat onomstotelijk zien dat de VS een veel grotere capaciteit heeft om zware schade aan te richten in een militaire confrontatie met welk land dan ook, inclusief China, maar de VS begrijpt dat hoewel het een land kan vernietigen, het niet langer alle landen kan onderwerpen. Het is beangstigend dat de Amerikaanse bondgenoten nu hun eigen offensieve buitenlandse strategie voeren: Japan heeft aangegeven dat het een first-strike-positie zal ontwikkelen. India heeft dan weer agressief deelgenomen aan door de VS aangestuurde marine-oefeningen in de Indische Oceaan.
In zijn rapport van april 2020 roept admiraal Davidson op tot de vorming van ‘offensieve, roterende gezamenlijke strijdkrachten’ als de ‘meest geloofwaardige manier om Amerikaanse inzet en besluitvaardigheid aan potentiële tegenstanders te tonen’. Wat de commandant van het Indo-Pacific Command wil zeggen is, dat de VS, in plaats van een vaste basis te hebben die kwetsbaar is voor aanvallen, zijn bommenwerpers naar basissen op het grondgebied van zijn bondgenoten in het Indo-Pacific-netwerk (Australië, India en Japan) zal sturen, en naar dat van andere landen in de regio (bijvoorbeeld Zuid-Korea); de bommenwerpers, zo legt hij uit, zullen daar beter beschermd zijn. Zij zullen China nog steeds bedreigen, maar Chinese raketten zullen – zo luidt de theorie – moeilijker Amerikaanse militaire middelen kunnen bedreigen als die laatste mobiel zijn. Davidsons rapport heeft veel weg van een verbluffend sciencefictionscenario. Het dringt erop aan om ‘bijna onvernietigbare netwerken voor precisiebombardementen’ te creëren langs de Pacific Rim, met verschillende soorten raketten en radars in Palau, Hawaii en in de ruimte. Hij vraagt enorme bedragen om een leger te ontwikkelen dat al zeer machtig is. Bovendien besluit de VS tot de ontwikkeling van anti-ruimtewapens, autonome wapens, glide vehicles (drones), hypersonische raketten en offensieve cyberwapens – allemaal bedoeld om raketafweertechnologie te destabiliseren en om elke mogelijke tegenstander te overmeesteren. Dergelijke ontwikkelingen zijn de voorbode van een nieuwe wapenwedloop die erg duur zal zijn en de wereldorde verder zal ontwrichten.
De onmogelijke handelsoorlog
De handelsoorlog van Trump gaat alle kanten op. De ene keer doet Trump botte uitspraken dat hij China uit de mondiale toeleveringsketen zal gooien en leden van de Communistische Partij van China zal straffen. Dan weer wil hij de Chinese productiesectoren sparen en China de rol gunnen van leverancier van goederen en krediet aan de wereld. De realiteit is moeilijk te verdragen en de handelsoorlog zelf lijkt te zijn gebaseerd op een enorm gebrek aan realiteitszin. Invoerrechten op Chinese goederen heffen zou betekenen dat er in deze goederen geen Amerikaanse investeringen zitten (wat wel degelijk het geval is) en gaat voorbij aan het feit dat de goederen worden geproduceerd in opdracht van Amerikaanse multinationals (wat vaststaat). De handelsoorlog van Trump heeft de Chinese export zeker geschaad, maar heeft ook de wereldeconomie aanzienlijk geschaad. Er is eenvoudig geen ruimte voor een tactiek van de verschroeide aarde tegen de Chinese handel.
Zo werd Australië, een trouwe bondgenoot van de VS, gedeeltelijk beschermd tegen de recessie ten gevolge van het coronavirus door de handel met China. Keith Pitt, de Australische minister van Grondstoffen, zei eind juli: ‘Grondstoffen zijn een lichtend voorbeeld in het economische verhaal van Australië. De sector is erin geslaagd vrijwel al zijn mensen aan het werk te houden en van werkgelegenheid te voorzien; dat zijn meer dan 240.000 directe banen. Als je specifiek naar ijzererts kijkt, heeft China de afgelopen twee jaar 62 procent van zijn ijzererts uit Australië ingevoerd.’ Elke escalatie van handelsoorlogen tussen China en Australië zal de Australische economie fataal worden. India besloot een verbod uit te vaardigen op Chinese apps, die een groot percentage van de apps vertegenwoordigen, maar is er niet in geslaagd om ze te vervangen door apps die elders zijn gemaakt. Daarom zitten er nu weer klonen van die apps op Indiase telefoons. Elke poging om China in het algemeen uit de wereldwijde toeleveringsketen te stoten – een openlijk beleden Amerikaans beleid – zal op korte of middellange termijn eenvoudigweg stranden. Alle landen ter wereld zijn bijna totaal afhankelijk van China voor hun industriële productie – niet alleen voor de winning van grondstoffen, maar ook voor de productie van hoogtechnologische goederen; middenin de recessie veroorzaakt door het coronavirus zal het duur zijn om een zo reusachtige koerswijziging door te voeren.
Hongkong en Xinjiang
Noch de kwestie Hongkong, noch de kwestie Xinjiang is belangrijk op zich. De gedachte dat westerse regeringen, die geen problemen hadden met de vernieling van Irak en Libië en de archipel van ‘black sites’, met de CIA-gevangenissen voor foltering (inclusief de Amerikaanse basis in Guantanamo), dat die zich nu speciaal zouden bekommeren om de moslims, zoiets tart elke verbeelding. Beschuldigingen van schendingen van de mensenrechten in Xinjiang hebben politieke en commerciële bedoelingen, ze zijn niet ‘louter door de bezorgdheid over mensenrechten’ ingegeven. De nieuwe veiligheidswetten voor Hongkong, die in het niet verzinken vergeleken met het gebrek aan politieke vrijheden in Saoedi-Arabië, kunnen onmogelijk het werkelijke probleem zijn dat de Britse regering bezighoudt; daar waar ze China wil bestraffen, zal ze aan Saoedi-Arabië nog meer wapens verkopen. Deze problemen – Hong Kong en Xinjiang – maken deel uit van een bredere aanval op de rol van China in de wereld, die het imago van China in de publieke opinie moet verzwakken, omdat het niet gemakkelijk is om China economisch te verzwakken.
5G-technologie
China als fabriek van de wereld, China dat arbeiders levert voor multinationale ondernemingen, allemaal goed en wel, maar China dat een belangrijke technologische wereldproducent wordt, dat is andere koek! Ziehier de reden waarom de Amerikaanse regering – aangespoord door Silicon Valley – zo gebeten is op het technologiebedrijf Huawei. De volgende generatie high-speed draadloze technologie, 5G, wordt momenteel gedomineerd door Huawei, en het laat daarbij het Zweedse Ericsson en het Finse Nokia ver achter zich. Geen enkel Amerikaans bedrijf komt in de buurt van deze drie bij de productie van 5G-technologie.
In april 2019 bracht de Defense Innovation Board van de Amerikaanse regering een rapport uit waarin dit werd opgemerkt: ‘Wie de leiding heeft van 5G zal de komende tien jaar honderden miljarden dollars aan inkomsten genereren, en zal overal in de sector van de draadloze technologie kunnen zorgen voor nieuwe werkgelegenheid. 5G heeft ook het potentieel om een revolutie teweeg te brengen in andere industrieën, aangezien technologieën zoals die van de autonome voertuigen enorme voordelen zullen halen uit de snellere, grotere gegevensoverdracht. 5G zal ook het internet of things verbeteren door de hoeveelheid en de snelheid van gegevens te vergroten die tussen meerdere apparaten stromen. Het kan zelfs in de plaats komen van de glasvezel in de internetbackbone van zo veel huishoudens. Het land dat 5G bezit, zal veel van deze innovaties bezitten en de normen voor de rest van de wereld bepalen. Om de volgende redenen is dat land momenteel waarschijnlijk niet de Verenigde Staten.’ Aangezien Amerikaanse bedrijven de apparatuur die momenteel door Huawei en anderen wordt gemaakt niet kunnen vervaardigen, valt slechts 11,6 procent van de Amerikaanse bevolking onder 5G. Niets wijst erop dat AT&T en Verizon snel genoeg het soort zenders zullen kunnen produceren dat nodig is voor het nieuwe technologische systeem.
De uitholling van Amerikaanse bedrijven in de telecomindustrie kan rechtstreeks worden toegeschreven aan de deregulering van de industrie door de Telecommunications Act van 1996. Veel bedrijven vochten om marktaandeel te winnen, met verschillende mobiele standaarden en carrier-plannen met verschillende configuraties die het voor consumenten moeilijk maakten om naar een ander bedrijf over te stappen. Deze versnipperde markt zorgde ervoor dat geen enkel bedrijf de nodige investeringen deed voor de volgende generatie. Het betekent dat Amerikaanse bedrijven een grote achterstand hebben in de technologie van de volgende generatie.
De snelle opmars van Huawei en van Europese bedrijven bedreigt Amerikaanse technologiebedrijven en de Amerikaanse economie in het algemeen. In de afgelopen decennia zijn de Amerikaanse technologiebedrijven de belangrijkste investeerders in de Amerikaanse economie geworden en de motor van de groei. Als deze bedrijven wankelen door de opkomst van bedrijven zoals Huawei, begint de Amerikaanse economie te sputteren. De oorlog van Trump tegen Huawei is niet zo irrationeel als het lijkt. Zijn regering heeft, net als andere daarvoor, zo veel mogelijk politieke druk uitgeoefend om de groei van technologie in China te beperken. Beschuldigingen van diefstal van intellectueel eigendom en van nauwe banden tussen de bedrijven en het Chinese leger zijn bedoeld om consumenten angst in te boezemen voor Chinese producten. Deze beschuldigingen hebben het merk Huawei zeker schade berokkend, maar het is onwaarschijnlijk dat ze Huawei het vermogen zullen ontnemen om wereldwijd uit te breiden.
De aanval op Huawei, waarbij het Verenigd Koninkrijk nu met de VS is overeengekomen om de producten van het Chinese bedrijf niet te gebruiken, is voor een groot deel ingegeven door de angst voor China. De kandidaat van Mexico voor de functie van hoofd van de Wereldhandelsorganisatie, Jesus Seade, heeft gezegd dat hij in zijn functie de spanning tussen de VS en China wil verminderen. Hij wil graag zorgen voor een stevig ‘mechanisme om geschillen te beslechten dat de handelsspanningen tussen de VS en China zou kunnen helpen oplossen’. Daar gaat het echter niet om. De spanning komt niet voort uit een gebrekkige geschillenregeling: China en de VS hebben al herhaaldelijk met elkaar gesproken over hun meningsverschillen. Het probleem is het besef in de VS dat de snelle technologische groei van China een enorme bedreiging vormt voor het belangrijkste voordeel dat de VS de afgelopen decennia heeft gehad, namelijk zijn technologische superioriteit. Om de technologische opkomst van China tegen te houden heeft de VS alle middelen gebruikt, van diplomatieke druk tot militaire druk; maar geen ervan lijkt te werken. Tot nog toe blijft China vastberaden. Het is niet bereid terug te krabbelen en afstand te doen van zijn technologische vooruitgang. Er is geen oplossing mogelijk tenzij door de realiteit te erkennen dat China qua technologische productie het Westen heeft ingehaald of zelfs is voorbijgestreefd, en dat is niet iets wat je kunt terugdraaien door oorlog te voeren.
Het artikel Trade and tensions between the U.S. and China werd online gepubliceerd door Frontline, een magazine van The Hindu Group of publications in Chennai, India. The Hindu, de krant van deze uitgeverij, is het op één na grootste Engelstalige dagblad van India. Het artikel Trade and tensions between the U.S. and China verschijnt op 14 augustus in de tweewekelijkse gedrukte versie van Frontline. Ook Monthly Review bracht het. Het is vertaald en met toestemming van de auteur gepubliceerd op ChinaSquare.
* Vijay Prashad is een Indiase historicus, journalist en waarnemer. Hij is directeur van Tricontinental Institute for Social Research, een marxistisch internationaal onderzoeksinstituut. Prashad is hoofdredacteur van LeftWord, een bekende uitgeverij in India.
Wat staat er op het spel bij een extreme escalatie tussen China en de VS?
Voor China: tijd en geld. De welvaart vermindert of wordt uitgesteld in de tijd.
Voor de VS: existentie van het land. De opties die de VS op dit ogenblik nog heeft is:
– Financieel: uitsluiting van China uit de SWIFT
China is de grootste handelsnatie op aarde. De wereld kan niet zonder China. Zonder SWIFT zullen landen gezamenlijk verplicht worden om over te schakelen naar de RMB.
– Militair: conflict in de eerste eilandengordel
China is hier perfect in staat om Amerikaanse vaste en mobiele eenheden uit te schakelen. Het geloof in de onoverwinnelijkheid van Amerika barst. Landen zullen Chinese wapentuigen bestellen om zich te beschermen tegen Amerikaanse agressie.
De interne cohesiekrachten in Amerika zijn dan onvoldoende om het land bijeen te houden.