Een Canadese professor brengt in de Washington Post verslag van zijn enquête bij 20.000 Chinezen. Het al hoge vertrouwen in de regering blijkt nog versterkt.
Cary Wu is een Chinese Canadees en professor aan York University in Ontario. De Washington Post, doorgaans erg kritisch voor de Chinese overheid, vond het rapport over zijn enquête de moeite om het te publiceren.
Wu deed empirisch onderzoek naar de gevolgen van de aanpak van de coronacrisis door de Chinese overheid op haar legitimiteit. Die bleek verhoogd in alle niveaus van overheden.
20.000 personen ondervraagd
Wu baseert zich op een grootschalige enquête gehouden einde april 2020, kort na de heropening van Wuhan. De enquête gebeurde online doch met een aantal eigenschappen die eerder leken op echte gesprekken.
Bij het project waren 17 Chinese academici betrokken, die in totaal 600 studenten van 53 universiteiten rekruteerden om online enquêtes van persoon tot persoon aan te gaan. Er was een goede regionale spreiding. De ondervraagde personen kregen de waarborg van anonimiteit. Elke enquête werd via een toegangscode beschermd. In totaal namen bijna 20.000 personen uit 31 provincies deel. De leeftijdsverdeling correspondeerde met de nationale leeftijdsstatistieken. Vrouwen en hoger opgeleiden waren oververtegenwoordigd.
Meer vertrouwen op elk niveau
Als referentiepunt vertrekt Wu van de 2018 World Values Survey. Die stelde dat 95% van de Chinezen veel of tamelijk veel vertrouwen in hun nationale regering hadden. In de lokale overheid had 69% vertrouwen.
In de enquête werd gepeild naar vertrouwen in de vijf niveaus van overheden: nationaal, provinciaal, stedelijk, arrondissementeel en kantonnaal. Het vertrouwen in de nationale overheid bleek gestegen tot 98%, dat in de lokale overheden steeg eveneens, van 91% op het kantonnaal niveau tot 95% op de hoogste, provinciale niveau.
De enquête peilde ook of het vertrouwen in de overheid door de pandemie veranderd was. 49% zegt nu meer vertrouwen te hebben in de nationale overheid terwijl slechts 3% er minder heeft en het voor 48% geen verschil maakt. Tegenover de lokale overheden veranderde er voor 63% niets; 30% kreeg meer vertrouwen en 6% minder.
Dat Chinese burgers meer vertrouwen hebben in de hogere overheid dan in de lagere is overigens een steeds opnieuw vastgesteld fenomeen.
Betekenisvol vertrouwen
Wu onderscheidt een verschil tussen diffuus en specifiek vertrouwen. Diffuus vertrouwen steunt op morele principes, waarden en een diepgeworteld gemeenschapsgevoel. Mensen die diffuus vertrouwen geven doen dat meestal aan alle niveaus van de overheid even veel. Specifiek vertrouwen is gebaseerd op het beoordelen van concrete regeringshandelingen en hun resultaten. Personen die specifiek vertrouwen geven hebben van nature een grotere variëteit in hun houding tegenover verschillende niveaus van overheden.
Uit de analyse van de data van de enquête blijkt dat bij 55% van de burgers diffuus vertrouwen speelt en bij 44% specifiek vertrouwen. Bij die 44% die de overheden kritisch en dus verschillend naargelang niveau beoordelen ligt het gemiddeld niveau van vertrouwen op 89%. Dat is hoog. Uit de data valt ook nog af te leiden dat slechts ongeveer 1% van de Chinezen specifiek ontevreden is over de aanpak van de pandemie door de overheid.
Wu gaat akkoord dat men voorzichtig moet zijn met uitspraken van de Chinese burgers over hun regering. Maar de toch zeer hoge niveaus van vertrouwen die uit de enquête blijken kan men niet zomaar wegzetten als het product van politieke vrees om iets verkeerd te zeggen. De resultaten zijn bovendien consistent met wat uit andere enquêtes blijkt. Er zijn verder ook andere experimentele studies die erop wijzen dat Chinese burgers niet bang zijn hun mening over de regering te geven.
Het kan natuurlijk zijn dat in China zoals in andere landen een crisis de burgers zich doet verenigen rond de vlag, of hen doet vastklampen aan de reddingsboei van de bestaande instellingen. Hoe de pandemie het vertrouwen van de Chinese burgers in hun regering op langere termijn zal wijzigen vraagt volgens Wu verder onderzoek.
Bron: Washington Post