De Chinese regering heeft formele regels uitgevaardigd voor Chinese investeringen in het buitenland. Hiermee herstelt ze haar greep op kapitaalstromen die het land verlaten en corrigeert ze het beleid van sommige investeerders.
Al driekwart jaar lang is de regering bezig ongewenste investeringen af te remmen. Twee maanden geleden draaiden banken de kredietkraan dicht voor te riskante projecten van privébedrijven zoals Wanda, Fosun, Anbang en HNA (Hainan airlines) .
Er komt nu, zoals eerder gemeld, officiële regelgeving voor investeringen in het buitenland. Die worden in drie categorieën onderverdeeld: aangemoedigd, beperkt en verboden. In de eerste categorie vinden we infrastructuurprojecten voor het B&R initiatief (De Nieuwe Zijderoutes), geavanceerde machines, hoogtechnologisch en innovatief onderzoek, energie en mijnbouw, landbouw en visserij, handel, cultuur, logistiek en sommige sectoren van dienstverlening.
In de categorie met strenge beperkingen zitten investeringen in oorlogsgebieden of in landen die geen diplomatieke betrekkingen met China hebben. Verder is er een kritische visie op vastgoed, hotels, cinema’s, ontspanning- en sportclubs, aandelenfondsen, verouderde machines, en investeringen in strijd met milieu-, energie- of veiligheidsnormen.
Volledig verboden zijn investeringen in het buitenland waarbij belangrijke Chinese militaire technologie of producten betrokken zijn, investeringen in technologie en producten die niet mogen uitgevoerd worden, gokken en prostitutie. Ook investeringen die een inbreuk maken op door China erkende internationale verdragen, en investeringen die ingaan tegen de veiligheidsbelangen van China moeten stoppen.
Goede redenen
De Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervormingen legt uit dat de beperkingen bedoeld zijn om irrationele buitenlandse investeringen tegen te gaan. Sommige bedrijven zijn onbesuisd in het buitenland gaan investeren en hebben heel veel geld verloren. Vooral de investeringen in vastgoed gingen gepaard met een grote kapitaalsvlucht die de munt in gevaar bracht. Sommige bedrijven hebben het imago van China bezoedeld door inbreuken op milieu- , energie- en veiligheidsnormen.
De nieuwe regels komen rechtstreeks van de regering. Ze zullen langer en zwaarder doorwegen dan de beperkende maatregelen van december 2016, die slechts van drie ministeries uitgingen.
Volgens Ernst & Young bedroegen de Chinese buitenlandse investeringen in vastgoed, horeca en bouw in de eerste jaarhelft nog maar 6% van die in de eerste helft van 2016. De totale buitenlandse investeringen van China daalden met 44%.
Het Peterson Institute for International Economics geeft in een analyse zijn eigen verklaring voor de strengere politiek. De uitstroom van kapitaal is verschoven van investeringen in buitenlands overheidspapier (met laag rendement), naar rechtstreekse privé-investeringen (normaal gesproken met een hoog rendement). Die vertegenwoordigen nu al meer dan 20% van het totaal. Samenhangend met de evolutie van de aard van de investeringen veranderde ook de investeerder. Vroeger was dat voor meer dan 80% de Chinese nationale bank. Nu tekenen bedrijven en privépersonen al voor 38%.
Uit de cijfers blijkt echter dat het rendement op buitenlandse activa in totaal gedaald is. Dat wijst op slechte investeringen. Een deel van de particuliere ‘investeringen’ maskeert inderdaad banale kapitaalsvlucht. Het lage rendement kan de terugbetaling van de leningen aan de Chinese staatsbanken in gevaar brengen. De overheid wil een herstel van haar verminderde controle op de kapitaalstromen naar het buitenland.
Bronnen: SCMP, People’s Daily, Peterson Institute for International Economics