In het derde trimester kende de Chinese economie een fikse opleving vergeleken met het tweede trimester. Maar het jaarresultaat blijft nog aanzienlijk onder de aanvankelijk geplande groei. En -vooral buitenlandse- analisten vragen zich af of de opleving niet tijdelijk is.
In het derde trimester groeide de Chinese economie met 3,9%. Dat is beter dan buitenlandse analisten voorspelden, maar flink onder de oorspronkelijke jaardoelstelling van 5,5%.Door de voortdurende maatregelen om covid-19 in te dammen is de dienstensector zwaar getroffen, de schuldencrisis in de vastgoedsector is nog niet bedwongen, de conjunctuur op de buitenlandse markten is zwak en de Amerikaanse technologie-oorlog tegen China begint zijn tol te eisen. Dat er desondanks toch groei is komt door de grote inspanningen van de regering om investeringen aan te moedigen of waar nodig zelf te investeren.
Buitenlandse analisten zijn sceptisch of men dit lang kan volhouden en stellen slechtere prestaties in het vooruitzicht. Naast externe factoren (de politiek van de VS) speelt vooral de onzekerheid over een exitstrategie uit de strenge Covid-19 maatregelen. Chinese aandelen op buitenlandse beurzen kregen flinke klappen nadat de cijfers voor het trimester bekend werden. Ook het partijcongres speelde mee: daar had men het vooral over politieke strategie, de concrete aanpak van economische problemen kwam niet ter sprake.
Kwartaalcijfers
De groei in het derde kwartaal bedraagt 3,9% jaar op jaar. Dat is veel beter dan die in het tweede toen de groei slechts 0,4% was. In dat kwartaal eisten lockdowns omwille van Covid-19 – bijna twee maanden in Shanghai- een hoge economische tol.
De investeringen stegen 5,7% op jaarbasis . In het tweede trimester was dat slechts 4,2%. In de industrie stegen ze zelfs10%.
In september steeg de industriële productie op jaarbasis met 6,3% maar de consumptie bleef zwak met slechts 2,5% vooruitgang.
Het inkomen van de gezinnen steeg op jaarbasis met 6,5%. Tot voor de pandemie was dat gemiddeld 8% per jaar.
Cijfers over negen maanden
Over de eerste negen maanden van het jaar groeide de economie met 3%. Na het eerste halfjaar was het slechts 2,5%.
De meerwaarde in de industrie steeg 3,9% tegenover 3,4% in de eerste jaarhelft.
De detailverkoop steeg 0,7% na een daling met 0,7% in de eerste jaarhelft
.
De investeringen stegen met 5,9%. Maar de verkoop van vastgoed daalde 22% en nieuwbouw zelfs met 38%. Ondanks overheidsmaatregelen om het verwerven van een eigen huis te vergemakkelijken was er in oktober tot nu toe nog een daling met 18%.
(Overheids)Investeringen in infrastructuur stegen met 8,6% op jaarbasis. De investeringen in de industrie stegen ongeveer 10%
Einde september bedroeg de werkloosheid in de steden 5,5%, even veel als in juni. De jeugdwerkloosheid piekte in juli, toen vele nieuw gediplomeerden naar werk zochten, op een recordhoogte van bijna 20%. In augustus en september is de seizoenspiek aan het wegebben.
De uitvoer steeg met 5,7%, een vertraging vergeleken met vorige jaren. De invoer bleef zwak, met een stijging van slechts 0,3%. Het handelsoverschot bereikte bijna 85 miljard dollar in augustus.
In juli gaf de regering toelating aan de staatsbanken om extra 800 miljard yuan (120 miljard euro) te lenen aan infrastructuurprojecten; ze liet lokale besturen toe 600 miljard yuan op te halen via obligaties en andere methoden. Recentelijk besloot de regering ongebruikte quota te gebruiken om zelf 500 miljard yuan te lenen aan grote infrastructuurprojecten. Naast de publieke investeringen worden de privé-investeringen aangemoedigd met allerlei fiscale en monetaire voordelen. Het wordt boeiend te zien met welke verdere middelen en met welk resultaat de Chinese regering zal proberen de groei op peil te houden.
Bronnen: Financial Times, Caixin, Natixis, People’s Daily