Aftredend premier Li Keqiang presenteerde in het nieuw verkozen parlement zijn eindrapport dat zoals gewoonlijk vooral rond economie draait. Het bevat een overzicht van 2022 en van de vijf jaar regeringsbeleid sinds de verkiezingen van 2018. Verder schetst het de
huidige uitdagingen en bevat het aanbevelingen voor de streefdoelen van 2023 en de middelen om die te realiseren.
In 2022 nam het bbp toe met 3%, minder dan de geplande 5,5% maar nog net beter dan de gechatte globale bbp fgroei van 2,9%. Met 12 miljoen nieuwe stedelijke banen zat men boven het streefdoel en bedroeg de werkloosheidsgraad in de steden (inclusief de werkloze migranten) 5,5%. De inflatie bleef gematigd met 2%. Het tekort op het overheidsbudget liep op tot 2,8%. De oogst van graangewassen haalde een record van 685 miljoen ton. De betalingsbalans was in evenwicht.
Covid-19, de verzwakkende vraag in de wereld en de scherpere economische oorlog door de VS zijn de belangrijkste redenen voor een naar Chinese normen zwak jaar.
Wat veranderde er in vijf jaar?
Sinds de huidige regering in 2018 aan de macht kwam nam de economische kracht sterk toe. De gemiddelde groei van het bbp bedroeg 5,2%. Dat is lager dan het tienjarig gemiddelde van 6,2% maar er was meer aandacht voor de kwaliteit. Het inkomen van de overheid steeg tot 21.000 miljard yuan, zowat 17% van het bbp. De productie van graangewassen bleef de hele tijd boven van 650 miljoen ton. Gemiddeld kwamen er jaarlijks 12,7 miljoen stedelijke banen bij. De deviezenreserves bleven stabiel op meer dan 3.000 miljard dollar, de hoogste ter wereld.
De absolute armoede is uitgeroeid. Na een campagne van 8 jaar waren tegen einde 2020 honderd miljoen arme plattelandsbewoners en 832 arme arrondissementen uit de armoede getild. In dat kader werden 9,6 miljoen personen geholpen om te verhuizen uit plaatsen die geen toekomstperspectief boden.
Er is een nationaal systeem opgezet om alle krachten te bundelen voor doorbraken op strategische technologische gebieden.In dat kader zijn nieuwe nationale labo’s geopend en werden belangrijke nationale labo’s samengevoegd. Er was opvallende vooruitgang in bemande ruimtevaart, maan- en Marsverkenning, diepzeeverkenning en diep bodemonderzoek, supercomputers, satellietnavigatie, quantuminformatica, technologie voor kernenergie, vliegtuigbouw en artificiële intelligentie.
De uitgaven voor O&O stegen van 2,1% tot 2,5% van het bbp. Daardoor kwam 60% van de economische groei van wetenschappelijke of technologische rendementsverbetering en verbeterden de perspectieven op verdere groei voortdurend.
Betere structuren, betere innfrastructuur
De structuur van de economie verbeterde. De toegevoegde waarde in de hoogtechnologische productie steeg gemiddeld 10,6% per jaar, die van de machinebouw met 7,9%, beiden sneller dan het bbp. Het aandeel van ‘nieuwe sectoren’ en ‘nieuwe zakenmodellen’ bedroeg 17% van het bbp. Het optimaal benutten van regionale troeven werd doeltreffend gecoördineerd.
Het aantal permanente stadsbewoners nam toe van 60,2% naar 65,2% van de totale bevolking. Tegelijk werd volop geïnvesteerd in een meer dynamisch platteland.
De infrastructuur is verder uitgebouwd. Verschillende omvangrijke waterprojecten tegen overstromingen en droogte of voor de waterbevoorrading zijn gelanceerd. De hogesnelheidslijnen namen toe van 25.000 tot 42.000 kilometer, de snelwegen van 136.000 naar 177.000 kilometer. Op het platteland werden 1,25 miljoen kilometer wegen aangelegd of verhard. Luchthavens kunnen 400 miljoen passagiers extra aan. De geïnstalleerde capaciteit voor elektriciteitsopwekking steeg 40%. Er is nu breedband internet in elk Chinees dorp en snel internet in alle steden op prefectuurniveau (een prefectuur is een deel van een provincie)
Nieuwe hervormingen maken de overheidsdiensten efficiënter, wetten en regels zijn verfijnd, de markt stemt het aanbod beter af op de vraag. Het zakenklimaat is in het algemeen verbeterd.
Groter buitenlands gewicht
Het Belt and Road Initiative (BRI, de nieuwe zijderoutes) ging stevig vooruit. Het Regional Comprehensive Economic Partnership (RCEP), de grootste vrijhandelszone ter wereld, werd van kracht niet in het minst door de Chinese inspanningen. De buitenlandse handel in goederen bedraagt nu meer dan 40.000 miljard yuan, een jaarlijkse groei van 8,6%. China is al vele jaren nummer één in buitenlandse handel. Het is nu niet alleen een ontvanger van buitenlandse investeringen, maar investeert ook zelf veel in het buitenland.
Groener, socialer
Er is grote vooruitgang op milieugebied. Per eenheid bbp is het energieverbruik gedaald met 8,1% en de CO2 uitstoot met 14,1%. In de grote steden (op of boven het niveau prefectuur) is het PM2.5 stof gemiddeld met 27,5% gedaald. Het aantal dagen met alarmerende luchtkwaliteit viel op de helft. 87,9% van het oppervlaktewater heeft nu een aanvaardbare kwaliteit, tegen slechts 67,9% vijf jaar eerder. Er zijn 9.000 natuurreservaten opgezet en de eerste groep nationale parken is een feit.
De inkomens stegen parallel met het bbp. De inflatie bedroeg gemiddeld 2,1%. Het gemiddeld aantal jaren onderwijs voor afgestudeerde jongeren ging omhoog van 13,5 naar 14 jaar. De pensioenverzekering sloot 140 miljoen nieuwe leden aan en dekt nu 1,05 miljard mensen, zowat drie kwart van de bevolking. De terugbetalingen van de universele ziekteverzekering werden stelselmatig opgetrokken. Er zijn 42 miljoen woningen gebouwd in voormalige sloppenwijken.
Allen samen tegen Covid-19
Ondanks de Covid-19 perikelen konden de Olympische winterspelen en de Paralympische spelen zonder problemen doorgaan in 2022.
Als laatste sprak Li over de Covid-19 pandemie. Hij onderlijnde dat gedurende de hele periode het beschermen van zoveel mogelijk mensenlevens centraal stond, benadrukte dat de aanpak flexibel evolueerde met de omstandigheden en loofde de enorme inzet van de hele Chinese bevolking.
Binnen- en buitenlandse uitdagingen
Li is ontslagnemend. Ondanks de goede resultaten van de voorbije periode zijn de uitdagingen die zijn opvolger zal moeten aanpakken volgens hem niet min.
‘China is nog steeds een groot ontwikkelingsland. Het zit nog steeds in de eerste fase van het socialisme met opvallende onevenwichten en onvolkomenheden in zijn ontwikkeling’. Li heeft het hier vooral over het nog steeds grote verschil tussen de moderne steden en achtergebleven delen van het platteland waar nog veel bijna-armoede is.
‘Vandaag staan we voor veel moeilijkheden en uitdagingen. De externe omgeving wordt steeds onzekerder. De wereldwijde inflatie blijft hoog, de globale groei van de economie en de handel vertraagt, en pogingen van het buitenland om China te onderdrukken of af te remmen worden driester’. Deze uitspraak van Li spoort met de recente wijziging van toon in de Chinese diplomatie, waarin de Amerikaanse politiek tegen China negatiever ingeschat wordt en de hoop op ontspanning opgegeven lijkt. De ballon- en Tiktok-hysterie die nu ook Europa bereikt heeft doen vrezen dat die inschatting juist is.
‘Binnenlands moet de basis voor een stabiele groei versterkt worden, onvoldoende vraag blijft daarbij een duidelijk probleem, en de verwachtingen van privé-investeerders en zakenlieden zijn onstabiel, kleine en middelgrote bedrijven en zelfstandigen ondervinden talrijke moeilijkheden in het runnen van hun handel of productie.’ Li alludeert hier op de Covid-19 pandemie die vooral de vraag naar diensten sterk afremde, die de leverketens van grote bedrijven verstoorde en die kleine bedrijven en zelfstandigen extra erg heeft getroffen. Maar er is ook de langere termijn. Om minder van uitvoer afhankelijk te worden moet de binnenlandse vraag omhoog, de koopkracht dus. Sommige grote privébedrijven zijn de voorbije jaren door de overheid gestraft toen ze zich sterk genoeg waanden om boven de wet te staan; misbruik van monopolie door internetbedrijven is maar één voorbeeld. Li suggereert dat het tijd wordt om de rangen terug te sluiten.
Hoofdbrekens: tewerkstelling, schulden, vastgoedcrisis
‘De tewerkstelling op peil houden is een uitdaging, en de budgettekorten van sommige lokale overheden zijn belangrijk’. Alhoewel de bevolking van China piekt en het aantal arbeidskrachten al een tiental jaren daalt, blijven er elk jaar miljoenen boeren van het platteland naar de stad verhuizen. Daardoor blijft de stedelijke werkloosheid rond de 5% schommelen en moeten er jaarlijks 10-12 miljoen nieuwe stedelijke banen bijkomen. Aangezien nog een derde van de bevolking op het platteland woont kan deze uitdaging nog een aantal jaren verder lopen. Er is bovendien een extra probleem met hooggeschoolde jongeren die niet de specifieke beroepskwalificaties hebben die nodig zijn.
Veel lokale overheden die een hoofdrol spelen in de uitbouw van infrastructuur hebben grote investeringen gedaan met fnanciering buiten budget, de grote uitgaven voor de preventie van Covid-19 dreigen sommigen in de problemen te brengen met schuldaflossingen.
‘Er zitten veel risico’s en verborgen gevaren in de vastgoedmarkt. De werkingsrisico’s van sommige kleine en middelgrote financiële instellingen zijn zichtbaar geworden’. Het vermarkten van woningen blijkt problematisch. Grote promotoren speculeren op bouwgrond met geleend geld dat ze niet kunnen terugbetalen, vooraf betaalde woningen raken niet gebouwd en nieuwe woningen worden onbetaalbaar voor jongeren. Sinds twee jaar komt de overheid actiever tussen om de vastgoedsector te saneren, maar het puin ruimen kan nog enige tijd duren, grote faillissementen zijn niet uitgesloten en de sector weegt zwaar in de nationale economie (volgens ruwe schattingen direct en indirect 20-25% van het bbp). De chaos dreigt kleinere banken te doen omvallen.
Punten voor verbetering: Instellingen, technologie, milieu en sociaal
‘Er zijn nog veel institutionele hinderpalen die de ontwikkeling afremmen’. De Chinese instellingen kunnen de razend snelle ontwikkeling van China van arm landbouwland tot hoogtechnologische industriële reus niet gemakkelijk volgen. De wetgeving, de manier waarop de overheid werkt, de manier waarop de communistische partij het land leidt zijn noodgedwongen in voortdurende verandering. De volgende punten die Li noemt illustreren dat.
‘Onze capaciteit voor wetenschappelijke en technologische innovatie moet verder verbeteren’. De nieuwste Amerikaanse maatregelen om te beletten dat China nog Nederlandse machines voor de productie van chips kan invoeren illustreren nog maar eens dat zo snel mogelijk een volledig eigen technologie op alle strategische gebieden ontwikkelen dringend is.
‘We hebben nog veel weg af te leggen op het gebied van milieubescherming. Er zijn ook nog belangrijke zwakheden in de stedelijke en landelijke infrastructuur om rampen te voorkomen of te bestrijden en op andere gebieden.’
Li eindigt de lijst van uitdagingen met het wat raadselachtige ‘Er zijn nog altijd tekorten op gebieden die belangrijk zijn voor het dagelijks leven de de mensen’. Heeft hij het over de noodzaak de sociale zekerheid verder te verbeteren, over te grote inkomensverschillen, over de hoge kosten voor de opvoeding van kinderen, de hoge kosten van een woning?
Voorzichtige realistische streefdoelen voor 2023
Li Keqiang deed dan een aantal weinig verrassende aanbevelingen voor de economische streefdoelen in 2023. De groei zal rond 5% bedragen. Dat sluit aan bij het nieuwe normaal sinds 2012: de kwaliteit van de groei is belangrijker dan maximale groei. Inflatie, aantal nieuwe banen en werkloosheid blijven stabiel. In- en uitvoer zouden verder stijgen en de betalingsbalans moet in evenwicht blijven. De graanproductie moet minstens 650 miljoen ton bedragen Het energieverbruik en de vervuiling per eenheid bbp moet verder omlaag, vooral het gebruik van fossiele brandstoffen wordt bestreden. De inkomens zullen de economische groei volgen.
De algemene teneur is realistische streefdoelen stellen en vooral streven naar economische stabiliteit na het turbulente jaar 2022.
Daarbij legde Li de nadruk op drie soorten maatregelen: Het verfijnen en veralgemenen van (vrijstelling van) belastingen als instrument om de markt te sturen; een wetenschappelijke en technologische politiek die gefocust is op zelfredzaamheid; maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en voor het terugdringen van de werkloosheid bij jonge afgestudeerden van het hoger onderwijs
Investeerders aanmoedigen, financiën beter controleren.
Li somde ook prioritaire domeinen op. Opvallende accenten daarbij zijn het verhogen van de binnenlandse vraag van particulieren en van de overheid enerzijds, en het verbeteren van het aanbod en de twerkstelling door gunstiger voorwaarden voor investeerders, of het nu staats- privé of buitenlandse zijn.
Een laatste belangrijk accent is het versterken van financiële controlemechanismen om situaties zoals de vastgoedcrisis met haar financiële vertakkingen te vermijden. In dat verband zijn intussen al ingrijpende reorganisaties tussen ministeries en overheidsdiensten die financiële bevoegdheden hebben aangekondigd.
Hoe kwam het rapport tot stand?
Het rapport van Li is niet het werk van de regering en de ministeries alleen. In februari werd het ontwerprapport voorgelegd aan twee seminaries: één waarop basisorganisaties en burgers uitgenodigd werden en één met de leiders van de acht niet-communistische politieke partijen, met de All-China Federation of Industry and Commerce, zeg maar de werkgeversorganisatie, en met belangrijke partijlozen. Volgens de Chinese pers waren de aanwezigen experts, academici en vertegenwoordigers uit het onderwijs, de wetenschap, de culturele sector , de gezondheidszorg, de sport en populaire organisaties. Dergelijke bijeenkomsten vinden traditioneel plaats telkens de regering een jaarrapport voorbereidt.
Bron: People’s Daily, Renmin Ribao, Caixin