Een veelzijdig voorkeursbeleid en tientallen miljoenen yuan moeten het leven in Xinjiang beter maken en de voedingsbodem voor strijd tussen de verschillende bevolkingsgroepen en voor separatisme wegnemen.
Gedurende drie dagen hebben topkaders afgelopen week op verzoek van de centrale regering het pakket maatregelen gefinetuned. Dat gebeurde op een conferentie in Beijing en het was de afsluiting van een maandenlange bezinning na de dodelijke rellen van vorig jaar in de autonome regio voor Oeigoeren. Net voor de conferentie waren waarnemers en onderzoekers uit 19 welvarende provincies en steden (o.a. Beijing, Shanghai, Guangdong en Shenzhen) op studiereis in de autonome Oeigoerenregio om er te praten over plannen om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling. Er zijn steden- en strekenbanden gelegd, zodat de rijkere Chinese gebieden hun assistentie systematisch op een doelwit, een zusterstad of een concrete streek kunnen richten.
De vele mogelijkheden die de bodemrijkdom en de ligging van Xinjiang bieden zijn tot nog toe niet voldoende benut, de economische ontwikkeling moet een flinke stimulans krijgen en er zijn nog te veel ongelijkheden onder de bevolking en ten aanzien van de rest van China.
De regio zal meer belastinggeld in de kas van de eigen regering houden en zal de grondstoffen (o.a. olie) die in de bodem van Xinjiang rijkelijk aanwezig zijn, meer voor de eigen bevolking kunnen aanwenden. De belasting op olie zal geheven worden op basis van de wereldprijzen, die de laatste jaren gestegen zijn, en niet langer op basis van de hoeveelheid gewonnen olie. Dit mechanisme, dat de plaatselijke regering veel geld kan opleveren, zou ook in andere gebieden worden toegepast. Maar Xinjiang krijgt de primeur.
Buitenlandse financiële en handelsbedrijven worden aangemoedigd vestigingen in de provincie te openen. Acht landen, die zelf beschikken over grote olie- en gasvoorraden, grenzen immers via deze provincie aan China. Ze is nu al een kruispunt aan het worden voor economische activiteiten en de doorvoer van energiebronnen in Centraal-, West- en Zuid-Azië. Indrukwekkende voorbeelden van dat laatste zijn de oliepijplijn tussen Kazachstan en China en de grote Centraal-Aziatische aardgaslijn. In de armste streken worden inkomstenbelastingen voor bedrijven uitgesteld of verminderd. Beijing gaat door met het hevig subsidiëren van infrastructuurwerken, gezondheidszorg en onderwijs.
Dankzij dit alles moet Xinjiang erin slagen het nationale gemiddelde bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking te halen binnen de komende vijf jaar. Nog vijf jaar zal er nodig zijn om er het doel van een ‘redelijk welvarende maatschappij’ te bereiken. Dat wil zeggen: een betere infrastructuur, meer kansen voor economische groei, een groene ontwikkeling, grotere eenheid onder de bevolking en een uitgebreide sociale zekerheid.
Het waren Hu Jintao en Wen Jiabao zelf die stelden dat deze doelstellingen absoluut moeten worden gehaald, omwille van het strategische belang van Xinjiang voor heel China. De regeringskranten wezen erop dat het sinds 1949 geleden was dat er door het allerhoogste regeringsniveau zoveel gerichte aandacht was geschonken aan de provincie.
Bronnen: Xinhua, SCMP, Wei Wei Po (goed geïnformeerd pro-Beijing krantje Hongkong)
Zie ook CCTV