In oktober steeg de inflatie op jaarbasis plots tot 4,4%, een pak boven het geplande maximum van 3%. De index van de productieprijzen stijgt zelfs 5%. Aangezien inflatie een belangrijke potentiële oorzaak van sociale onrust is wanneer de lonen niet (snel) volgen –de gebeurtenissen van Tian An Men in 1989 hadden zonder ontevredenheid over de sterke inflatie allicht niet plaatsgevonden- gingen meteen de rode knipperlichten aan.
De Chinese premier verklaarde dat de inflatie moet beteugeld worden. En de beurs van Shanghai zakte meteen 10 punten.
De banken kregen opdracht om hun kapitaalreserves voor de vijfde keer dit jaar te verhogen, tot een record van 18% voor de grote banken, dwz met hetzelfde eigen kapitaal kunnen die nu minder leningen verstrekken. De Centrale Bank verhoogde voor het eerst sinds 2007 haar rentevoet. De Chinese banken zouden in 2011 ‘slechts’ 6600 miljard yuan mogen uitlenen, 12 % lager dan het objectief van 7500 milard voor 2010. Tot nog toe werd uitgegaan een gelijkaardig objectief voor 2011. Voor dit jaar is intussen het objectief bijna opgebruikt en er wordt over gespeculeerd of de banken eerstdaags de kraan voor de rest van het jaar niet gewoon zullen moeten dichtdraaien, zeker voor vastgoedprojecten.
De banken zouden naast deze leningen dit jaar nog voor zowat 1500 miljard leningen uitgegeven hebben die dankzij boekhoudkundige spitsvondigheden niet in hun balans staan; die situatie moet tegen einde 2011 geregulariseerd zijn.
Alleen al in de vastgoedsector werd dit jaar in tien maanden al voor 3810 miljard yuan geinvesteerd, en dat is 36% meer dan het jaar voordien.
De regering heeft ook nieuwe regels uitgevaardigd voor de banken; die moeten proberen ‘hot money’ niet te laten binnenvloeien. Hot money is geld dat buitenlandse specculanten in yuan omzetten, in de hoop op een hogere rente of een nakende opwaardering van de yuan: ze kopen er ook vastgoed mee op. Er komen nu beperkingen op dergelijke aankopen door vreemdelingen of buitenlandse firma’s.
De regering dreigt ook met rechtstreekse tussenkomsten op de markt voor producten zoals granen, spijsolie, suiker en katoen : de strategische voorraden kunnen eventueel op de markt gegooid worden.. Ook een prijzenstop behoort tot het voorziene arsenaal.
En er wordt opgetreden tegen hamsteraars en speculanten van producten zoals steenkool, spijsolie, bonen, look gember,…
Voedsel tekent voor zowat een derde van de prijsindex en is daardoor ook de voornaamste inflatieboosdoener, met een stijging op jaarbasis van 10,1%.
De regering heeft dan ook maatregelen aangekondigd om de landbouwproductie te verhogen en de prijzen van kunstmest en andere landbouwmiddelen vast te zetten. Boeren moeten minder betalen voor stroom en voertuigen met landbouwproducten betalen minder wegentol.
De maatregelen hadden blijkbaar onmiddelijk resultaat met dalingen van minstens 2% voor katoen en voedsel zoals groenten, rijst, spijsolie.
Lokale regeringen kregen opdracht de uitkeringen voor pensioenen, werkloosheid en minimumloon aan te passen aan de inflatie en meer uit te keren aan behoeftigen of arme studenten.
De prijs van de woningen zou volgend jaar wel 20% kunnen dalen, aldus een studie van de renmin universiteit in Beijing. Vermits promotoren minder leningen kunnen krijgen, zullen ze sneller en goedkoper moeten verkopen. Nochtans verwacht men geen brutale ineenstorting van de markt. Voorlopig is van prijsdalingen echter nog geen sprake: men zit nog aan 8,6% stijging op jaarbasis, maar de stijging vertraagt onmiskenbaar.
Naast de interne oorzaken van inflatie , voornamelijk het te veel aan geld in omloop tengevolge van het anti-crisis stimuleringsplan, speelt ook de internationale toestand mee. De Amerikaanse Federale Bank voert met haar politiek van quantitative easing een beleid van dalende dollarkoers. Zolang de yuan zich aan de dollar blijft verankeren, daalt die mee, zodat de prijzen van ingevoerde producten uit bijvoorbeeld Europa stijgen. De inflatie oefent op die manier druk uit om de yuan sneller te laten stijgen tegenover de dollar.