Het Chinese staatsbudget uitgelegd

Het ministerie van financiën heeft aan het parlement ook het staatsbudget 2013 en de resultaten van 2012 voorgelegd. Droge cijfers, maar niettemin interessante informatie over de groeistrategie die China volgt.

De resultaten van 2012

naamloosHet staatsinkomen in 2012 bedroeg 11.721 miljard yuan, 12,8% meer dan in 2011. De nationale overheid ontving 5.613 miljard, lokale overheden iets meer, 6.107 miljard. Globaal genomen zijn de budgetten zowel aan inkomens- als aan uitgavenzijde goed gerespecteerd.

Van waar kwam dat geld? Nationaal brachten binnenlandse btw en accijnzen 2.755 miljard op, en op invoer nog eens 1.480 miljard. Invoerrechten nauwelijks 278 miljard. Bedrijfsbelastingen telden mee voor 1.208 miljard en personenbelastingen voor 349 miljard. Verder waren er nog 284 miljard andere inkomsten dan belastingen. 1.029 miljard btw en accijnzen op uitvoer werden terugbetaald. Over de lokale inkomsten geeft het nationale ministerie geen uitleg, maar we weten dat die naast diverse taksen vooral uit de opbrengsten van grondverkoop bestaat.

 De nationale uitgaven bedroegen 12.571 miljard, een stijging met 15,1%. Waar gingen die naartoe? De centrale overheid gaf 6.415 miljard uit. 1.876 miljard voor eigen rekening, 4.538 miljard als transfer naar de lokale overheden. Die konden daardoor 10.694 miljard spenderen.

Hoeveel bedroeg het tekort op de nationale begroting? 800 miljard yuan, rekening houdend met enkele correcties aan in- en uitgaven kant. Dat is iets meer dan 1.5% van het bnp, minder dan België of Nederland. 550 miljard daarvan komt op rekening van de nationale overheid. Die heeft voor 7.757 miljard schulden aan staatsbons, zowat 16% van het bnp. Locale overheden hadden een tekort van 250 miljard. Over het totaal van huns chulden geeft het nationale ministerie geen cijfers, maar sommige waarnemers schatten het op misschien wel 50% van het bnp. Dat zou het totaal van alle overheidsschuld op maximum 60-70% van het bnp brengen, een stuk onder de schuld van België (100% van het bnp).

Wat waren de belangrijkste uitgavenposten?
Onderwijs kreeg 378 miljard, een stijging met 15%. Dit is maar een deel van het verhaal. Wanneer we alle bestedingen voor onderwijs, nationaal en lokaal, plus speciale fondsen samen tellen, dan komen we aan 2.199 miljard, 4% van het bnp.
Landsverdediging ging lopen met 651 miljard, een verhoging met 11,6%.
Land- en bosbouw plus waterbeheer slokten 600 miljard op, een stijging met 25%.
Tewerkstelling en Sociale Zekerheid stegen 22% tot 575 miljard.
Aan sociale woningbouw is 260 miljard besteed, 45% meer dan het jaar voordien, maar hierin zitten eenmalige uitgaven.
Naar wetenschap en technologie ging 229 miljard ; rekening houdend met de investeringen in O&O van bedrijven, komen we echter aanongeveer 1.000 miljard, 2% van het BNP en meer dan België.
Gezondheidszorg steeg 17% tot 205 miljard.
In milieubescherming en energiebesparing werd 200 miljard geïnvesteerd.
Openbare veiligheid kostte 188 miljard, 10,9% meer.
Cultuur, Sport en media tenslotte stelden het met 50 miljard.

Naast deze budgetten zijn er de speciale fondsen, voor specifieke projecten zoals onderwijs, met een totaal inkomen van 3.751 miljard. Daarin levert de centrale overheid een klein aandeel, met 331 miljard, vooral van energietaksen. Lokale overheden konden 3.420 miljard inzamelen, voor meer dan 80 % winsten op de verkoop van gronden.
De speciale fondsen gaven 3.607 miljard uit, minder dan ze ontvingen. Dit heeft  te maken met vertraagde uitvoering van sommige grote projecten.

De staatsbedrijven droegen 97 miljard winsten af aan de nationale overheid, en 60 miljard aan de lokale overheden, in totaal 157 miljard. Daarvan is 148 miljard opnieuw in staatsbedrijven geïnvesteerd. 5 miljard werd naar de sociale zekerheid getransfereerd.

Het Ministerie werkte in 20121 volgens de strategische instructies die het kreeg van het parlement:  De belastingdruk, vooral van de btw, werd verlaagd. Er gingen meer subsidies naar lokale regeringen op arrondissementsniveau zodat ze hun sociale functies kunnen vervullen. De ongecontroleerde schuld van de lokale overheden is in kaart gebracht en wordt nauwgezet opgevolgd. De budgetten zijn veel transparanter gemaakt. Het respecteren van de budgetten is een prioriteit gemaakt . Tenslotte werd rekening gehouden met talrijke suggesties en voorstellen van het parlement en het publiek.

Wat in 2013?

Meer geld voor gezondheid

Meer geld voor gezondheid

Voor 2013 blijft de strategie gelijkaardig. Bedoeling is het overheidstekort en de schuld te verhogen om meer te kunnen uitgeven. De belastingen moeten verder structureel dalen. De overheidsuitgaven gaan meer gefocust worden op de prioriteiten om het welzijn van de bevolking te verbeteren en het groeimodel duurzamer en beter te maken: onderwijs, gezondheid, sociale zekerheid, technologie, milieubescherming, om er maar enkele te noemen. Budgetten zullen efficiënter besteed en strikter opgevolgd worden.

Wat zijn de belangrijkste cijfers voor 2013:
Het deficit van de centrale regering stijgt van 550 naar 850 miljard. Het bedrag van de uitstaande staatsbons mag stijgen 9.121 miljard, bijna 20% meer.
De lokale overheden zullen een budgettekort van 350 miljard mogen hebben. Dat tekort zal gedekt worden door leningen van het nationale ministerie in opdracht van de lokale overheden, zodat het nationaal onder controle is.
De totale overheidsuitgaven voor 2013 zijn op 13.963 miljard gebudgetteerd, 12% meer dan in 2012.
Onderwijs gaat 9,3% vooruit, wetenschap en technologie 10,4%, gezondheidszorg liefst 27%, sociale zekerheid 13,9%, sociale woningen 5,3% , landbouw 12,8%, milieu 18,8%, transportinfrastructuur 0,1%, defensie 10,7%, openbare veiligheid 7,9%. , openbare diensten 1,5%. , sport, cultuur en media 9,3%. Het verder verschuiven  naar sociale en milieuprioriteiten is duidelijk.
De transfers van de nationale naar de regionale overheden stijgen met 7,7%.
De nationale staatsbedrijven zullen 4,1% meer winsten afdragen aan de overheid. Die zal daarvan 6,5 miljard stoppen in de sociale zekerheid, en de rest herinvesteren.
In 2013 werkt men voor het eerst met een nationaal budget voor alle sociale zekerheidsfondsen. Het totale inkomen van al die fondsen zal 3.283 miljard bedragen, een toename met 9,9% tegenover de gecumuleerde schattingen van 2012.  Een kwart komt van subsidies, drie kwart van werkgevers- en werknemersbijdragen. De uitgaven stijgen met 16,8%, maar toch is er nog een aanzienlijk overschot van 492 miljard, zodat er einde 2013 een reserve van meer dan 4.000 miljard zal zijn.

Het verslag van het Ministerie van Financiën vind je hier:

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *