Het wisselend succes van Sinopec in Angola

De Chinese regering heeft een audit gemaakt van een 10 miljard dollar olieproject in Angola. Het gaat om een project van staatsbedrijf China Petroleum & Chemical Corp. (Sinopec) waarbij een zakenman uit Hongkong een rol als bemiddelaar speelde. Sinopec riskeert op dit project veel geld te verliezen.

olieDe audit van het project dat als doel heeft offshore olie te winnen uit vijf blokken in Angola, en dat loopt sinds 2008, is eigenlijk al klaar, maar er zou nog een staartje komen: de twijfelachtige rol van de bemiddelaar Sam Pa uit Hongkong. Dat verneemt het economisch tijdschrift Caixin via diverse informanten.
De auditeurs zouden besloten hebben dieper te gaan graven toen ze ontdekten dat er sinds 2008 nog geen noemenswaardige hoeveelheden olie opgepompt zijn en Sinopec nog geen inkomen uit het 10 miljard kostende project gehaald heeft. Alleen al het vruchteloos boren naar olie zou 1,6 miljard dollar opgeslorpt hebben.
Het project zou gelanceerd zijn op basis van overdreven schattingen van de oliereserves. Volgens een haalbaarheidstudie van 2008 zouden drie blokken 2,6 miljard vaten olie bevatten. Maar de auditeurs die rekening hielden met onzekerheden kwamen in hun berekeningen niet verder dan 1,1 miljard vaten. Sinopec betaalde bovendien destijds 1,87 miljard dollar aan Sam Pa voor een aandeel in drie van de vijf blokken, maar dat was slechts 933 miljoen waard. Waarom te veel betalen aan Pa?
Pa onderhield sinds 2004 goede relaties zowel met SINOPEC als met het Angolese staatsoliebedrijf Sonangol. In 2004 richtte hij samen met Sonangol twee joint ventures op. En nog hetzelfde jaar vormde één van die joint ventures op haar beurt een joint venture waarin een filiaal van SINOPEC 55% van de aandelen bezat. Dank zij dit initiatief kon Sinopec offshore veld Blok 18 verwerven, dat bijzonder veel olie bleek te bevatten. Op basis van dat succes, het eerste Chinese offshore project in Angola, besloot Sinopec verder in Angola te investeren en de banden met Pa aan te halen.
Sam Pa is een Chinees die als jonge man uitweek naar Hongkong en intussen ook een Brits en Angolees paspoort verwierf. Hij trad sinds 2003 op als tussenpersoon voor Chinese bedrijven in Angola, Venezuela, Madagaskar en Zimbabwe, vooral in projecten voor olie en ertsen. Het was de periode dat de Chinese bedrijven voor het eerst op grote schaal naar die landen trokken. Zijn grote succes boekte hij met Blok 18 in Angola, in 2004. Shell had een aandeel van 50% in dit blok, maar wilde verkopen. Aanvankelijk werd de deal toegekend aan een Indisch-Japans consortium. Dankzij relaties met topmensen van Sonangol en Sinopec kreeg Pa het zover dat de Angolese regering Shell dwong het blok aan staatsbedrijf Sonangol te verkopen, dat vervolgens de exploitatierechten aan de joint-venture met Sinopec doorspeelde. Sinopec betaalde de volledige som van 864 miljoen dollar plus 2 miljard investeringen, terwijl Sonangol en Pa zelf een belangrijk aandeel kregen dat ze slechts achteraf aan Sinopec moesten terugbetalen uit de olieopbrengsten van het project. Blok 18 werd een groot succes. In 2011 had Sinopec zijn investering al terugverdiend en einde 2014 had het blok alles bijeen al 2,6 miljard dollar winst opgeleverd; er zijn nog aanzienlijke geschatte reserves. Het is de beste overzeese investering van Sinopec tot nu toe.
Blijkbaar werd een gelijkaardig financieringsmechanisme opgezet voor de vijf nieuwe blokken. Sinopec betaalde alles maar verwierf slechts een deel van het eigendom. De rest ging naar Sonangol en naar Pa. Maar de nieuwe blokken waren nog in de vroege exploratiefase en lang niet klaar voor oliewinning. Volgens insiders zou Pa bovendien als onkostenvergoeding ingeklede commissies ter waarde van 58 miljoen Hongkong dollar gekregen hebben. Ook andere kopstukken van de joint ventures kregen commissies. De joint venture van Pa met Sonangol streek ook 51 miljoen US dollar op als administratieve consultant, om de vergunningen en andere administratieve documenten in orde te brengen. Tot heden hebben slechts twee blokken al een beetje olie opgeleverd, en de rest niets. Het netto verlies bedraagt al 1,6 miljard dollar. Zoals het er nu uitziet zullen drie blokken zeker verlieslatend blijven, zelfs met een olieprijs van 100 dollar per vat, en kunnen de twee andere alleen uit de kosten komen mits een hoge olieprijs. Sinopec zou uit het project willen stappen, maar dat kan niet zonder het akkoord van de partners Sonangol en Pa.
In 2009 wilde Sinopec een 5% aandeel kopen in een olieblok van Total in Angola. Pa kwam hier echter tussen ten nadele van Sinopec! Sonangol dwong Total om het aandeel aan hen te verkopen en verkocht het dan door aan Sinopec. Resultaat: de kost voor Sinopec steeg van 393 miljoen naar 789 miljoen dollar. Ondanks deze kwade trouw kon Sinopec blijkbaar niet zonder de verdere samenwerking met Pa.
Het zou kunnen dat investeren in Angola voor Sinopec een dure les wordt.
Ter herinnering: de wegens corruptie veroordeelde ex-topleider Zhou Yongkang was ooit directeur van Sinopec en in de marge van zijn zaak is een aantal kaderleden van Sinopec afgezet en aangehouden.
Bron: Caixin

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *