Opinie Sven Biscop* (Egmont Instituut)
Als China Rusland had gesteund zoals de EU en de VS Oekraïne, dan zou de wereld weer uit elkaar zijn gevallen in twee rivaliserende blokken. Maar dat is niet wat er is gebeurd.
Dit artikel geeft de analyse en de mening weer van Prof. Dr. Sven Biscop. Het verscheen in de Engelse versie op 13 juni op de website van het Egmont Instituut. Wij vertaalden en publiceren het met toestemming van de auteur.
Als China Rusland had gesteund zoals de EU en de VS Oekraïne, dan zou dat een keerpunt zijn geweest voor de internationale politiek. De wereld zou weer uit elkaar zijn gevallen in twee rivaliserende blokken: Europeanen en Amerikanen tegen Russen en Chinezen, met Oekraïne als het eerste slagveld van een bipolaire confrontatie in de 21e eeuw.
Maar dat is niet wat er is gebeurd. Hoewel China’s retoriek zeker gunstig is voor Rusland, lijkt het eigenlijke beleid meer op non-interventie: China vermindert zijn betrekkingen met Rusland beslist niet, maar het land doet ook niets extra’s om Rusland te steunen. China houdt daarbij de lijnen open naar de EU en de VS en zelfs naar Oekraïne. In de praktijk blijft het Rijk van het Midden precies in het midden.
De reactie van de verschillende mogendheden op de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne bevestigt dus dat we ons in een multipolaire wereld bevinden. Er zijn meerdere mogendheden, waarvan sommige meer met elkaar samenwerken dan met andere, maar uiteindelijk volgt elke mogendheid zijn eigen koers tegenover elk van de andere mogendheden in het licht van zijn eigen belangen.
Dat is goed nieuws, want het alternatief, een nieuwe bipolariteit, zou de belangen van de EU schaden. Twee blokken die alle betrekkingen ontkoppelen, dat zou een economische catastrofe zijn; het zou een effectief klimaatbeleid onmogelijk maken; en het zou de EU reduceren tot een ondergeschikte rol, als adjunct van de VS, op een speelveld van tweede rang, want de belangrijkste confrontatie zou plaatsvinden in Azië, niet in Europa.
Het risico van een terugkeer naar bipolariteit is echter niet verdwenen. Een escalatie van de spanningen tussen de VS en China zou hiervoor nog kunnen zorgen. Stel dat China bijvoorbeeld oorlog zou voeren om zijn belangen te behartigen (wat het in tegenstelling tot Russen, Amerikanen en Europeanen sinds de oorlog tegen Vietnam in 1979, recente grensincidenten met India niet te na gesproken, niet meer heeft gedaan), dan zou dat ongetwijfeld een totaal andere situatie geven.
Hoe kan het Westen bijdragen aan een multipolaire wereld?
Multipolariteit is ook erg complex om in goede banen te leiden. Als de oorlog in Oekraïne eindigt in een militaire patstelling, zonder vredesakkoord of zelfs een formeel staakt-het-vuren (zoals steeds waarschijnlijker lijkt), zullen de EU en de VS hun sancties tegen Rusland handhaven, desnoods jarenlang. Kortom, de wereld zal een ‘mini-koude oorlog’ meemaken tussen enerzijds de EU- en NAVO-landen en hun naaste partners (zoals Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea) en, aan de andere kant, Rusland . Maar ‘het Westen’ zal de betrekkingen met China blijven onderhouden (hoe beladen ze ook zijn), zelfs als China zijn partnerschap met Rusland voortzet.
China is echter niet de enige grote speler die geen sancties oplegt aan Rusland: ook India, de grote meerderheid van staten in Afrika, Azië en Latijns-Amerika doen dat niet. Veel landen staan voor andere, urgentere uitdagingen. Of ze zien de oorlog als een zoveelste voorbeeld van grootmachten die doen wat grote mogendheden doen, en voelen zich niet geneigd om zich er hoe dan ook over uit te spreken.
Multipolariteit gaat dus niet samen met manicheïsme, (noot v.d. vertaler: het dualistisch opdelen van de wereld in goed en kwaad). De EU en de VS moeten de verleiding weerstaan om de internationale politiek af te schilderen als een confrontatie tussen democraten en autocraten. De realiteit is dat niet alle democratieën altijd aan hun kant staan, terwijl ze een deel van de autocratieën nodig hebben om hen te ondersteunen, al was het maar om de natuurlijke hulpbronnen te leveren die ze niet langer (en dat kan vele jaren duren) uit Rusland importeren. De wereld wordt niet gedreven door waarden, maar door staten die hun belangen nastreven.
In die context is het beleid tegen Rusland niet voldoende om staten te overtuigen dat ze de kant van de EU en de VS moeten kiezen, laat staan dat zich tegen China moeten keren. Andere staten, vooral als ze nauw samenwerken met Rusland en/of China, willen weten: wat kunnen de EU en de VS ons bieden? Niet ‘waar zijn ze tegen?’, maar ‘waar zijn ze voor?’.
Eén wereld
Voor de EU zou het grote project moeten zijn om de wereld bij elkaar te houden: één wereldorde, met een kern van regels, die alle staten onderschrijven, omdat ze een stabiel politiek en financieel-economisch kader nodig hebben om hun belangen na te streven. Multilateralisme is een natuurlijk gegeven voor de EU, maar het moet een veel proactievere rol spelen, zowel in de bestaande internationale organisaties als in nieuwe, ad hoc coalities, met daarin zowel democratische als niet-democratische staten die belang hebben bij concrete oplossingen voor specifieke problemen.
Om alle staten in het systeem houden zullen compromissen nodig zijn, maar compromissen aangaan is verreweg te verkiezen boven een situatie waarin grote mogendheden het systeem verlaten en het van buitenaf ondermijnen. Compromissen nastreven met andere mogendheden heeft natuurlijk alleen zin als ze zich houden aan, zowel oude als nieuwe, regels van het systeem. Dat is een uitdaging, vooral voor China.
Wil de Europese Unie aan de wereld bewijzen dat ze iets te bieden heeft, dan is de Global Gateway, haar antwoord op China’s Belt and Road Initiative, van cruciaal belang. Dit is wat de EU kan brengen: forse investeringen in infrastructuur (in de digitale sector, klimaat en energie, transport, gezondheidszorg en onderwijs en onderzoek). Essentieel is het dat de EU de Global Gateway niet mag verwarren met een ontwikkelingsproject. Het is een strategisch project, met als doel de aanwezigheid van de EU in landen van strategisch belang stevig te verankeren en ervoor te zorgen dat andere mogendheden daar geen exclusieve invloed krijgen. De rol van ontwikkelingsbeleid is anders en eerder instrumenteel: het kan landen die dat nodig hebben helpen om de opnamecapaciteit op te bouwen om de Global Gateway te implementeren.
Kunnen de Verenigde Staten zich aansluiten bij een dergelijk ‘One World Project’? Alles wel beschouwd richt hun eigen Build Back Better Framework zich op binnenlandse in plaats van internationale investeringen. Wie er ook in het Witte Huis zetelt, rivaliteit met China zal de belangrijkste strategische prioriteit van de VS blijven, in plaats van het multilaterale systeem als zodanig. Veel hangt natuurlijk af van de toekomstige richting die China zelf inslaat. Zijn geo-economische strategie zal gedijen onder de stabiliteit die ‘One World’ biedt. Maar schril uitgedragen nationalisme en toenemend autoritarisme kunnen ook leiden tot een meer confronterend beleid.
Het voorspellen of zelfs het lanceren van oorlog is eenvoudig genoeg. Aan vrede bouwen is veel moeilijker. Hoewel het zijn eigen afschrikkingsmacht en veerkracht moet versterken, is dat laatste de rol van de EU. Zolang er ook maar de geringste kans van slagen is, moet de inspanning worden voortgezet.
Vertaling: D. Nimmegeers
Prof. Dr. Sven Biscop (Egmont Instituut en Universiteit Gent) is de auteur van Grand Strategy in 10 Words – A Guide to Great Power Politics in the 21st Century.