Hoe groen is China’s Ontwikkelingsbank?

Omdat China’s ontwikkelingsbank wat kredieten in het buitenland betreft, de Wereldbank naar de kroon begint te steken, hebben de “Friends of The Earth” een studie gemaakt die beoordeelt hoe groen de bank te werk gaat.

CDB-toren


China’s ontwikkelingsbank is nu ‘ s werelds grootste ontwikkelingsbank en tevens China’s grootste ontlener die grensoverschrijdende transacties financiert. De “China Development Bank”(CDB) is een Chinese politieke bank die opgericht werd in 1994, toen een opsplitsing werd gemaakt tussen commerciële banken en politieke banken. De bank financiert strategische projecten die kaderen in de objectieven van regering en planorganen. Zo was de bank niet weg te denken in de financiering van de 3 klovendam, de zuid-noord wateromleiding, de Pudong-luchthaven en ook de projecten voor het stimuleringsprogramma uit 2008 met snelwegen, spoorwegen, vliegvelden e.a. infrastructuur. Eind 2010 had CDB twee maal zo veel leningen uitstaan als de Wereldbank.
Sinds de regering na de eeuwwende de Chinese ondernemingen uitnodigde naar het buitenland te trekken, speelde de bank een belangrijke rol in de financiering van de buitenlandse activiteiten van de staatsondernemingen, meer bepaald bij het verwerven van grondstoffen. CDB komt aan eigen kapitaal door aan institutionele beleggers obligaties op lange termijn uit te schrijven en dit zowel in de renminbi als in buitenlandse valuta. In 2011 schreef CDB voor meer dan 1000 miljard yuan bonds uit en dit jaar is de bank van plan voor 240 miljard yuan obligaties op lange termijn uit te schrijven. Als de bank kortlopend krediet nodig heeft, springt de “People’s Bank of China” wel bij gezien de CDB de impliciete steun van de regering geniet. Deze drong aan op het vormen van een corporatie: nu zijn het ministerie van Financiën en het soeverein “Hujin Investment fonds” de twee hoofdaandeelhouders van de “China Development Corporation” naast het Nationaal Sociaal Zekerheidsfonds dat 2 % bezit.  De bank aanvaardt echter geen deposito’s en heeft bijgevolg ook geen lokale filialen zoals de commerciële banken. De CDB wordt geleid door de zoon van Chen Yun, Chen Yuan -de

Chen Yuan


enige Chinese bankvoorzitter met het statuut van minister. Chen fungeert ook als partijsecretaris in zijn bank en is tevens voorzitter van de “Vereniging van Banken” sinds vorig jaar. Een “Raad van Bestuur’ rapporteert aan de aandeelhouders. Sinds Chen Yuan in 1998 aan het hoofd kwam te staan, is de hoeveelheid niet performante leningen tot het laagste percentage gezakt onder de Chinese banken. Eind 2011 had de bank voor 210 miljard leningen staan in vreemde valuta en dit betekent een zevenvoud vergeleken met 5 jaar voordien. De bank heeft leningen uitstaan in 90 landen en heeft een vestiging in Egypte en Rusland. Haar filiaal het “China-Afrika Development Fund” (CAD Fund) heeft een handvol burelen doorheen Afrika. Gezien de investeringen in 90 landen toch hun capaciteit overtreft, worden de buitenlandse activiteiten geleid bijvoorbeeld uit Henan en Chongqing of vanuit Chinese ambassades.
Sectoren
Volgens het eigen CSR-rapport uit 2010 ontvangen infrastructurele projecten het meest fondsen, namelijk 38 % van alle leningen. 11 % gaat naar petroleum en petrochemie, zowel in binnenland als buitenland. Andere begunstigde sectoren zijn wegen (25 %), elektriciteit (15%), spoorwegen (5%), landbouw en aanverwante activiteiten (3%), PTT (2%) en steenkool (1%). In het buitenland gaan de meeste gelden naar energie en grondstoffen. Sinds 2009 heeft de bank China’s energiegiganten gesteund met tussen 10 tot 30 miljard $. Nu werd ook gestart met grootschalige landbouwprojecten: bv voor een katoenplantage van 100.000 ha in Malawi. Volgens het blad Phoenix Weekly uit januari 2012 hebben Chinese firma’s voor 800.000 ha landbouwgrond in het buitenland.
Tezelfdertijd heeft de bank duidelijk een agenda m.b.t. duurzame energie. Zo werd in 2010-11 voor 47 miljard $ kredieten verleend aan wind- en zonne-energiebedrijven. Daardoor is het volgens Bloomberg de grootste financier van duurzame energie in de wereld. Ook werden aan het buitenland kredieten verleend om uitrusting voor duurzame energie te kopen in China: bv 55 miljoen aan het Braziliaanse Desenvix om Chinese windmolens aan te schaffen.
Geografisch
Eind 2011 rapporteerde CDB investeringen in minstens 90 landen en partnerschappen in 140 landen. De lijsten van ThompsonOne en Bloomberg geven sinds 2002 158 deals weer in Taiwan en 28 landen. Taiwan en Australië staan hierbij voorop met 28 en 26 deals. Indonesië en Rusland komen op de derde en vierde plaats met 12 en 10 overeenkomsten. Het VK prijkt echter vooraan in waarde en dit vooral door een deal van de bank met Kazakhmys, een mijnvennootschap met zetel in het VK en operaties in Kazachstan. De Russische transacties worden gesteund door de aandelen van CDB in Vnesheconombank, vroeger bekend als de “Russian Development Bank”. CDB had medio 2011 28 miljard geleend in Centraal Azië, vooral in energie en infrastructuur.  Ook brede telecomdeals in landen als Indië, Indonesië en Mexico vervolledigen het plaatje. In andere landen ligt de klemtoon op het delven van grondstoffen: bv. in Australië ( deal 8 miljard $ in Pilbara) en Latijns-Amerika (61 miljard aan bv Argentinië, Brazilië, Ecuador en Venezuela). Landen uit het sub-Saharagebied kregen 7 miljard $ steun.
Strategie
De CDB gebruikt 3 strategieën om de Chinese investeringen in energie en grondstoffen te bewerkstelligen. Vooreerst worden energieleningen verstrekt aan buitenlandse regeringen en nationale petroleummaatschappijen. Ten tweede biedt de bank leningen aan Chinese staatsondernemingen om hun buitenlandse uitbreiding te steunen en ten laatste investeert CDB in Chinese firma’s die in het buitenland actief zijn door participaties te helpen financieren.

CAD-Fonds in Nigeria


De bank verstrekt dus kredietlijnen aan buitenlandse regeringen en energiebedrijven en dit wordt gegarandeerd door inkomen uit petroleum en gas voor China’s energiegiganten. Sommige overeenkomsten gaan over tientallen miljarden en lopen twintig jaar. Voor het tweede objectief steunde CDB in 2010 438 Chinese bedrijven bij hun uitbreiding in het buitenland en dit ter waarde van 117 miljard $. Het gaat zowel om steun voor staatsondernemingen als voor privéfirma’s als Huawei. Bij de toppers behoren een vijfjarenlening van 30 miljard voor de overzeese operaties van “National Petroleum Corporation”. De lening van 20 miljard $ voor het aandeel in Chinalco, deal die door de Australische regering niet doorging, was niet nodig. 5 miljard werd geleend aan Chinese privébedrijven in Zambia. Het “The China-Africa Development Fund” (CAD Fund) is het voornaamste vehikel dat Chinese firma’s fondsen verstrekt om aandelen in bedrijven te kopen. Bij het ontstaan van CAD-Fund in 2007 investeerde CDB een miljard $, maar het is de bedoeling dit tot 5 miljard te verhogen. Eind 2011 was het oorspronkelijk miljard al besteed aan 50 projecten in 30 Afrikaanse landen. In april dit jaar ontving het CAD-Fund een verdere tranche van 2 miljard $ kapitaal. Een voorbeeld is een gemeenschappelijke investering met CITIC om 89 % aandeel te verwerven in een Zuid-Afrikaanse goudmijn.
Milieu
Nadat de CDB bekritiseerd werd door Ngo’s voor de rol in de 3 Klovendam heeft de bank zijn milieupolitiek verrechtvaardigd. In 2005 was de CDB zelfs de enige bank met een milieupolitiek, zij het dat deze nauw aansloot bij de regeringspolitiek terzake. De regering drong in 2007 aan op meer bankrestricties voor vervuilende en energieverslindende bedrijven en dit concretiseerde de bank in meer concrete richtlijnen. In 2010 ging de bank nog verder in zijn raamwerk met het opnemen van 142 indicatoren die gebaseerd zijn op United Nations Global Compact’s tien principes i.v.m. mensenrechten, milieu, arbeid en corruptie. De Bank ontwikkelde een systeem om bedrijven te helpen die milieuproblemen kenden in gastlanden.
In februari 2012 lanceerde de “Chinese Bankkommissie” van haar kant de Green Credit Directive waar alle Chinese banken zich aan moeten houden. De directieve benadrukt zowel milieu- als sociale risico’s, specifieert verder de noodzaak van transparantie en openbaarheid en stelt dat ook commerciële banken in het buitenland de internationale standaarden moeten naleven. Dit houdt onder meer het naleven in van de Equator-principes voor het financieren van internationale projecten. Gezien CDB een politieke bank betreft, is niet duidelijk hoever de CDB daar onder valt. Feit is dat zowel de Wereldbank als de “International Finance Corporation” voorop liggen met het verwerken van milieu- sociale en mensenrechten bij hun buitenlandse leningen.

Op deze plaats in Argentinie fianciert CDB het grootste windmolenpark vh continent


Los van internationale principes, heeft de bank toch al groene initiatieven op zijn naam. CDB werkt met het ministerie van Leefmilieu aan een onderzoeksproject om milieu- en sociale factoren mee te betrekken in het beoordelen van voorstellen tot projecten die leningen vragen. Een ander onderzoeksproject liep in samenwerking met de “Chinese Academie voor Wetenschappen” en het WWF over de weerslag van klimaatsverandering en grootschalige bouwprojecten op het milieu rond de Yangtze rivier. Het rapport vond dat 90 meren verdwenen tijdens de jongste 30 jaar. Internationaal is CDB ook betrokken in diverse seminaries, colloquia of bezoeken over preventie en het bestuur van milieurisico’s, waaronder ook deze in conflict- en onstabiele gebieden.
Milieuprestaties
Sinds 2005 financiert de Bank infrastructuur in samenwerking met het ministerie van Leefmilieu. 100 miljard steun werd beloofd aan de grootste milieuprojecten tussen 2009 en 2015. Tussen 2006 en 2010 vergrootte de bank zijn leningen voor het milieu van 46 miljard tot 232 miljard, zowat een vervijfvoudiging. Meestal vallen deze kredieten uiteen in 3 sectoren: behoud van milieu in steden en rivierbekkens; controle van industriële vervuiling en specifieke projecten als bebossing, bescherming fauna en natuurgebieden. Vanuit westers standpunt is meer bedenkelijk dat ook waterkracht en kernenergie als alternatieven van schone energie worden beschouwd. In elk geval wordt milieu een groter deel van de portfolio: milieu was in 2008 goed voor 8,4 % van de nieuwe leningen en tijdens het eerste semester van 2011 bedroeg het cijfer al 13 %. Het rapport van de “Friends of The Earth” vreest dat de bank minder consequent is bij het verminderen van leningen aan vervuilers of energieverslinders. Het meent deze vrees te kunnen staven met het feit dat de bank de grootste ontlener is van Chinese bedrijven die azen op petroleum en grondstoffen in het buitenland en met de vaststelling dat de grootste leningen in het buitenland de aankoop ondersteunde van fossiele brandstoffen.
Chinese banken worden door de “Chinese Vereniging Van Banken” verplicht om jaarlijks een corporate social responsibility (CSR)-rapport op te stellen. Hoewel de CDB dit lichtjes voor was, vindt het rapport van de “Friends of The Earth” dat nog aardig wat werk aan de winkel is qua transparantie: zo bestaat er geen klachtmechanisme in geval van overtreding van de normen die zelf nog te onduidelijk zijn, vindt het rapport. Het rapport sluit af met aardig wat kritiek op enkele concreet gesteunde projecten: een olie-en gasproject in Myanmar en een pijplijn in Canada en steun voor een filiaal van een Indonesische papier-en pulpgroep die verantwoordelijk gesteld wordt voor massale ontbossing en het produceren van een hoeveelheid CO2 die overeenkomt met 2/3 van de Belgische uitstoot in 2005. “Friends of the Earth” vraagt aan CDB dat de bank het debat aangaat met de civiele maatschappij en de betrokkenen bij het uitstippelen van verdere groene en meer sociale criteria.
Bronnen: rapport FOE, Wikipedia

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *