Er leven en werken honderdduizenden buitenlanders in China. Sven Agten is er één van en bij mijn weten de eerste Nederlandstalige die zijn ervaringen en visie zelf in het Nederlands in boekvorm uitgeeft. Het is een aanrader.
Agten trok in 2002 voor het eerst naar China en heeft er sindsdien het grootste deel van de tijd geleefd. Hij heeft ervaring als leraar en nadien als zakenman in metropolen zoals Shanghai en in provinciestadjes als Qianan. Hij spreekt Chinees, heeft een Chinese vrouw, kinderen, schoonfamilie en vrienden. En hij vindt dat de westerlingen China beter moeten leren begrijpen.
Als jongere ontdekte hij China zonder de vooroordelen van de Koude Oorlog en zonder het onderhuidse superioriteitsgevoel waar de oudere generatie bij ons nog mee kampt. Hij is enthousiast over de fenomenale successen, en verbijsterd over de problemen, en hij bewondert het vermogen van de Chinezen om die aan te pakken.
In het boek vertrekt hij van zijn eigen ervaringen en van wat hij hoort van Chinese gesprekspartners. Dat geeft het een authentiek karakter met vele – soms hilarische – anekdotes. Zo kan de administratie van een provinciestadje niet besluiten wat de nationaliteit van de Belgisch-Chinese kinderen is, met alle papieren rompslomp van dien. Maar Agten gaat verder. Hij onderbouwt zijn indrukken en visie op de huidige situatie overtuigend en uitgebreid met feiten en de meest recente cijfers.
Oppervlakkiger zijn de korte historische passages. De Dengperiode betekent vooruitgang, de Maoperiode armoede. Daarbij valt relevante vooruitgang zoals vrouwenrechten, gezondheidszorg of alfabetisering tussen de plooien.
Agten ontleedt het hedendaagse China in een dozijn hoofdstukken die telkens één aspect uitdiepen. Die aspecten zijn de hete hangijzers waarover vandaag door de Chinezen en de westerlingen gediscussieerd worden. Een greep uit het aanbod: China is niet langer het land van lage lonen en goedkope minderwaardige producten. Hoe stabiliteit de sleutel tot succes is en de communistische partij de hoeder daarvan. Waarom de wereld er alle belang bij heeft dat het met de Chinese consument goed gaat. China als voorloper van de digitale revolutie. Waarom we niet bang moeten zijn dat China onze technologie wil ‘stelen’, binnenkort zullen wij immers van hen gaan leren. De morele crisis en waarom president Xi zo populair is met de strijd tegen corruptie.
Een bijzonder levendig hoofdstuk gaat over de jaren die de auteur als fabrieksdirecteur doorbracht in het staalstadje Qianan (600.000 inwoners). Hij maakt er van binnenuit de opkomst en de crisis van de lokale staalnijverheid mee. Het is tegelijk een leerzaam hoofdstuk voor diegenen die nu Europees protectionisme tegen Chinees staal preken.
Agten benadert zijn onderwerpen grotendeels vanuit het perspectief van zijn Chinese kennissenkring. Zo komen mensenrechten hier en daar aan bod, maar krijgen ze geen apart hoofdstuk. Chinezen vinden immers dat ze nu beter leven en meer vrijheid hebben dan ooit voordien. Over internetcensuur weet hij dat de Chinezen daar nauwelijks last van hebben; het is vooral een probleem van de buitenlanders in China.
De schrijver biedt geen echte analyse van het politieke karakter van China. Zonder verder commentaar stelt hij dat China ‘kapitalisme met socialistische trekjes’ heeft ingevoerd en de communistische partij vooral hoeder is van de stabiliteit. Dat onderschat de beslissende rol van de partij in het uitzetten van strategische bakens. Het negeert de strijd binnen de partij over hoe het ‘socialisme op zijn Chinees’ er moet uitzien, sinds Mao en Deng tot vandaag de discussies over privékapitaal en markt. Het boek beschrijft een maatschappij in beweging, maar vergeet een beetje de commandopost.
Agten brengt een fascinerend beeld van een land in zeer snelle ontwikkeling. Een land waarvan westerlingen nog niet ten volle beseffen hoezeer het de toekomst van de wereld gaat bepalen. En dat ze volgens hem positief moeten benaderen.
Het boek leest vlot en schildert een breed en degelijk panorama voor de lezer die het land wil leren kennen. Aan de ervaren Chinaganger geeft het een gevoel van herkenning van concrete situaties en tegelijk bijkomende elementen voor beter begrip. Daarom, en omwille van het onbevooroordeeld perspectief, is het een aanrader.
Sven Agten kan aanstaande donderdag 9/03 gehoord worden tijdens het Guanxi China Café in WTC The Hague. Hij zal geïnterviewd worden door Dr. Ingrid d’Hooghe over ondernemen in derde en vierderangssteden in China. Zijn boek kan dan ook aangeschaft en gesigneerd worden. Voor meer info: http://www.guanxi.nl