Het gevecht tegen COVID_19 vereist social distancing en het isoleren van besmettingshaarden. China koos voor een draconische lockdown. Twee academici van de Australische University of New South Wales beschrijven hoe dit werkte.
Bingqin Li is Associate Professor en directeur van het Chinese Social Policy Program aan de University of New South Wales (UNSW). Bei Lu is er onderzoeker aan het Centre of Excellence in Population Ageing Research (CEPAR). Ze delen hun bevindingen in een artikel op eastasiaforum.org.
De Chinese draconische lockdown sloot niet alleen steden af, maar soms ook stadsdistricten, buurtgemeenschappen en zelfs individuele gebouwen.
De lockdown was echter niet overal even streng. In de meeste steden mocht van elk gezin één persoon om de twee of drie dagen boodschappen gaan doen. Maar op de plaatsen met de zwaarste besmettingsgraad zaten mensen een tijdlang volledig vast in hun woning. De maatregelen waren zo streng omdat de beleidsmakers vreesden anders nooit de social distancing vereist om het virus te verslaan te kunnen realiseren. We waren immers aan het begin van de Chinese nieuwjaarsperiode, met naar schatting drie miljard verplaatsingen en jaarlijkse bijeenkomsten in elke familie.
De strenge lockdown werd vergemakkelijkt door de structuur van de Chinese steden. Die bestaan uit vele buurtgemeenschappen in een cluster van gebouwen omringd door hoge muren met slechts enkele poorten.
Buurtgemeenschappen als basiseenheid
De taak om social distance en het verbod op verplaatsingen te handhaven kwam vooral bij die gemeenschappen terecht. Men liet één bewaakte poort open en alleen mensen met een geldige identiteitskaart en met maskers konden erin of eruit. Aan de poort kwam een ID-lezer. Op smartphones werden tracking apps geïnstalleerd die automatisch controleren of de betrokkenen zich aan de toegelaten verplaatsing hielden. In de provincie Zhejiang met een sterke digitale economie gebeurde de poortcontrole zelfs grotendeels digitaal, met minimale menselijke interventie.
De gezondheid van de bevolking werd systematisch gecontroleerd met temperatuurmetingen thuis, aan de ingangen van alle openbare gebouwen en aan de poorten van de woonwijken. Dat werd aangevuld met het digitaal opsporen van contacten met besmette personen.
Alle vermoede besmettingen werden van dichtbij opgevolgd. Mensen zonder of met lichte symptomen gingen in quarantaine in speciale instellingen of hotels. Ernstige gevallen gingen naar de intensive care hospitalen. De ‘normale’ hospitaalbezoeken werden tot een minimum teruggebracht. Chronisch zieken die hun voorschriften normaal in de kliniek halen werden nu verwezen naar gezondheidscentra op wijkniveau.
Veel aandacht ging naar de voedselbezorging van de mensen die thuis zaten. In wijken waar het huis verlaten niet toegelaten was werd voedsel aan huis geleverd of op een centraal collectiepunt voor de woongemeenschap.
Ambtenaar, bewonerscomité en syndicus samen voor de buurt
Dit is een erg onvolledig overzicht van acties op het niveau van de woongemeenschappen om de centrale maatregelen tegen de pandemie uit te voeren. Maar het is duidelijk dat er daarvoor een aanzienlijk aantal mensen nodig was.
Een groot aantal ambtenaren werd ingeschakeld. Zo waren er in Wuhan 12.000 buurtverantwoordelijken. Die werkten samen met bewonerscomités van vijf tot negen leden voor een groep van 100 tot 700 gezinnen.
Een voorbeeld is de Baibuting wijk in Wuhan die negen bewonerscomités heeft. Deze bewonerscomités zetten hun normale taken voort, maar stonden ook extra in voor het welzijn van de bewoners gedurende de lockdown. Concreet kreeg elk lid dagelijks 200 à 300 telefoonoproepen van bewoners die een verzoek hadden.
In de bewonerscomités zitten onbezoldigde meestal gepensioneerde bewoners die optreden namens hun buurt.
Daarnaast is er de betaalde syndicus, de verantwoordelijke voor het onderhoud van de gebouwen en de openbare ruimte in de woonwijk. Gedurende de lockdown werd de syndicus ook coördinator van de acties tegen het virus binnen de ommuurde buurt.
Daar kwamen tijdelijke helpers bij die gerekruteerd werden bij partijleden, ambtenaren, het leger en vrijwilligers. Er was ook veel spontane onderlinge hulp van de bewoners, via de sociale media. Supermarkten en kruideniers bleven open. Maar er werd meer online gekocht. Sommige restaurants leverden ook afhaalmaaltijden.
Lessen
Dit klinkt goed georganiseerd, maar in het begin was er toch wel algemene verwarring, er werden fouten gemaakt door gemeenschapswerkers die overwerkt waren of professioneel niet voorbereid. De sociale spanningen liepen op.
Een belangrijke les uit China is dat organisatie op het niveau van buurtgemeenschappen een belangrijk steunpunt vormen voor de medische sector in de strijd tegen het virus. De Chinese ervaring kan niet zonder meer veralgemeend worden, maar voor alle landen geldt toch om de menselijke tol zo laag mogelijk te houden, acties op het niveau van de buurtgemeenschappen cruciaal zijn.
Bron: Eastasiaforum.org
https://www.eastasiaforum.org/2020/04/07/how-china-made-its-covid-19-lockdown-work/
”We waren immers aan het begin van de Chinese nieuwjaarsperiode, met naar schatting drie miljard verplaatsingen en jaarlijkse bijeenkomsten in elke familie.” Je bedoel 300 miljoen zeker vertaling fout met het Chinese cijfer.
aan hahaha: het cijfer is overgenomen uit het oorspronkelijk artikel. Mogelijks is het een vertaalfout uit het Chinees.