Hoe zit het met de werkloosheid?

Bij het begin van de wereldcrisis in 2008 sputterde de Chinese uitvoer en ontstond er snel een zichtbare werkloosheid in de Chinese steden. 20 miljoen migrantenarbeiders verloren hun werk. De regering ving dat op door een relanceprogramma van liefst 4.000 miljard yuan. Hoe is de situatie nu?
Uit verschillende signalen zoals de index van de aankoopverantwoordelijken blijkt dat de economische groei terug snel vertraagt. De kranten staan ook vol over sluitingen van ondernemingen en migranten die terug naar huis keren.
De Chinese statistieken helpen ons weinig vooruit, want de werkloosheidscijfers van het Nationale bureau voor Statistiek tellen alleen de werkloze stadsbewoners. Stadsbewoners hebben meestal stabielere banen dan migranten, en het is dus geen wonder dat die index al acht trimesters vaststaat op 4,1%. Het Ministerie van Arbeid heeft cijfers over het aantal vacatures in verhouding tot het aantal werkzoekenden. Die index viel tussen april en juni van 108 op 105, wat betekent dat er nog altijd meer vrijstaande banen is dan werkzoekenden. De regering houdt echter haar eigen enquêtes over tewerkstelling en die moeten negatief zijn want op die basis riep premier Wen einde juli het bevorderen van de werkgelegenheid uit tot topprioriteit.
Toch is de situatie niet eenduidig. Hoewel de werkloosheid bij migranten toeneemt, zijn er nog altijd veel bedrijven die moeilijk aan bekwaam personeel geraken, en de lonen stijgen nog steeds sterk, wat historisch gezien in de kapitalistische wereld niet samengaat met hoge werkloosheid. Sommige experts denken dat de lonen blijven stijgen omdat de arbeidsreserve in China opgedroogd is, m.a.w. er zouden geen nieuwe migranten van het platteland meer naar de stad trekken. Ze wijzen erop dat het aantal 15-34-jarigen sinds een piek in 2000 al met 17% gedaald is. Maar volgens het IMF zijn er nog steeds 150 miljoen arbeidskrachten op overschot, en zal dat overtallig aanbod pas tegen 2020-25 weggesmolten zijn; het IMF ziet de loonstijgingen dan ook vooral als gevolg van de regeringspolitiek, namelijk het optrekken van de wettelijke minimumlonen en het verbieden van te veel overuren. Een tweede factor is dat vacatures voor geschoold personeel niet overeenkomen met het aanbod van ongeschoold personeel. Een gelijkaardig probleem is er voor de 6-7 miljoen jaarlijkse afgestudeerden van het hoger onderwijs: afgestudeerden van de prestigieuze Tsinghua universiteit in Beijing verdienen het eerste jaar minder dan een gemiddelde migrantarbeider. Recentelijk heeft men echter de tertiaire sector meer ontwikkeld, die meer jobkansen voor hoogopgeleiden biedt. En voor de ongeschoolde migranten is het werk in de landbouwsector of in de lokale economie van hun dorp dankzij de verbeterde infrastructuur op het platteland aantrekkelijker geworden. Bovendien zijn veel firma’s op zoek naar lagere lonen zelf verhuisd van de kust naar het binnenland. Daardoor is het aantal werkzoekenden in de uitvoerzones zoals Guangdong gedaald. Tenslotte aarzelen firma’s meer dan in 2008 om personeel te ontslaan; toen na 2008 de economie terug aantrok hebben ze namelijk extra moeten betalen om terug geschikt personeel aan te trekken; en vermits nogal wat economisten naar het einde van 2012 toe betere tijden aankondigen proberen veel firma’s het nu uit te zweten. De druk op de firma’s is nu overigens kleiner dan in 2008 omdat veel van hun productiekosten, zoals voor grondstoffen, gedaald zijn. Voorlopig is er dus nog geen fenomeen van belangrijke werkloosheid zichtbaar.(Bron:BBC)

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *