Wat zijn volgens China de grote discussiepunten in Kopenhagen?
Xinhua ziet er drie: De beperkingen van de uitstoot door de ontwikkelde landen in 2020, de hulp aan ontwikkelingslanden om hun uitstoot te beperken en de schadelijke gevolgen van de opwarming op te vangen, en het lot van Kyoto.
De geïndustrialiseerde landen moeten volgens het IPCC hun uitstoot in 2020 met 25 tot 40% verminderen tegenover 1990. Xinhua heeft becijferd dat ze slechts 8-12% voorstellen.
De rijke landen willen 10 miljard dollar steun geven aan de ontwikkelingslanden, de Wereldbank heeft becijferd dat honderden miljarden nodig zijn.
Ten slotte is er het Kyotoprotocol: ondertekend door 187 landen, maar niet door de Verenigde Staten. Kyoto stelt dat iedereen moet meewerken, maar niet allemaal in dezelfde mate. Kyoto stelt ook dat ontwikkelde landen de ontwikkelingslanden financieel moeten vergoeden voor hun historische verantwoordelijkheid, terwijl ontwikkelingslanden de plicht hebben hun bevolking uit de armoede te halen (wat impliciet betekent dat hun uitstoot, tenminste voorlopig, zal stijgen). De ontwikkelingslanden willen een tweede fase voor Kyoto, de Verenigde Staten willen een nieuw verdrag waarin hun historische verantwoordelijkheid en verplichting tot compensatie afgezwakt wordt. Europa is bereid de Amerikanen hun zin te geven, als ze maar iets ondertekenen.
Impliciet verbonden met de discussie over het Kyotoverdag, maar niet vermeld door Xinhua, is de vraag of men aan groeilanden zoals China en India verplichte maxima voor 2020 kan opleggen. Binnen het Kyotoverslag is dat niet voorzien.
Wat is het Chinese standpunt voor Kopenhagen?
Het Chinese standpunt vertrekt van de verpletterende historische verantwoordelijkheid van de ontwikkelde landen. De historische uitstoot van ontwikkelingslanden daarentegen is marginaal. Daaruit vloeit logisch het volgende voort:
– De ontwikkelde wereld moet in 2020 40% minder uitstoten dan in 1990.
– De ontwikkelingslanden krijgen voor 2020 geen bindende maxima opgelegd, maar kunnen wel, zoals China, vrijwillige engagementen aangaan.
– De ontwikkelde wereld moet 0,5-1% van zijn BNP besteden aan extra hulp voor de ontwikkelingslanden, om de opwarming en zijn schadelijke gevolgen te bestrijden.
– China ondersteunt het 2050-objectief voor vermindering van de koolstofuitstoot in de hele wereld met 50% vergeleken met 1990. Dit moet op een manier dat het gemiddelde per inwoner in alle landen ongeveer gelijk is, dit wil zeggen dat veruit de grootste inspanning moet komen van de ontwikkelde wereld.
China stelt wel eigen beperkingen op vrijwillige basis voor: 40%-45% minder koolstofinhoud per geproduceerde eenheid tussen 2005 en 2020; en 15% niet-fossiele energie in 2020.
Dit betekent dat de totale koolstofuitstoot van China omwille van de economische groei wel nog een tijdje zal doorgaan. China wil zich niet vastpinnen op een datum vanaf wanneer de uitstoot zal beginnen dalen, officieel heet het voorzichtig ergens tussen 2030 en 2040, de grootste optimisten durven spreken van 2025-2030.
(Xinhua)
Waarom kan China in 2020 geen maximumuitstoot aanvaarden?
Volgens Zhuang Jian van de Asian Development Bank zou het vastleggen van de uitstoot op het huidige niveau vereisen dat de economische groei afgeremd wordt tot 5-6%. Volgens Ma Guoxian van de Shanghai Universiteit voor Financiën en Economie zou de groei dalen tot 2-3%. Pan Jiahua van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen gaat ervan uit dat de economie zou krimpen. Dergelijke voor China lage groeicijfers zouden leiden tot tientallen miljoenen bijkomende werklozen, grote delen van de bevolking voor langere tijd op een laag inkomensniveau laten en grote sociale onrust veroorzaken.
Elke procent economische groei vereist vandaag 0,8 tot 1 % meer energie, na aftrek van de hernieuwbare energie toch nog meer dan 0,5 % fossiele energie. Anderzijds betekent elk procent groei 2 miljoen bijkomende jobs. Een daling van de groei van de huidige 8 % tot 2 % betekent dat er elk jaar 10 miljoen nieuwe jobs te weinig zijn! (SCMP)
Schone lucht kopen in China
Een van de luiken van Kyoto is de CDM (Clean Development Mechanism). In dit door de VN opgezette systeem kunnen ontwikkelde landen hun uitstoot op papier verminderen door schone lucht te kopen in ontwikkelingslanden. Het volstaat dat ze daar betalen voor een project om de koolstofuitstoot te verminderen. Eén voorwaarde: het project moet ‘bijkomend’ zijn, het ontwikkelingsland zou dit zonder geld van buitenaf niet gedaan hebben. Het CDM-schema werkt al vijf jaar, en in die periode ging meer dan de helft van de contracten, voor 153 miljoen ton CO2, naar China; dat bracht China een miljard dollar op.
Sinds midden 2009 heeft de bevoegde VN-commissie de erkenning van 10 Chinese windmolenparken als CDM-project uitgesteld: de projecten zouden niet ‘bijkomend’ zijn; China geeft immers subsidies om windmolenparken rendabel te maken, maar zou gericht de subsidies verminderd hebben zodat ze onrendabel werden en dus mogelijk CDM. De Chinese regering daarentegen zegt dat de subsidies dalen omdat de investeringskost daalt.
In Kopenhagen proberen de ontwikkelde landen aan China een verplichte daling van de uitstoot op te dringen. In dat geval wordt het onmogelijk in China nog schone lucht te kopen en wordt het hele CDM-systeem in vraag gesteld. (FT)
Wereldbank bezorgd over Amerikaans wetsontwerp
De Verenigde Staten overwegen een wet waarbij goederen speciaal belast worden volgens de veroorzaakte koolstofuitstoot. Lovenswaardig, ware het niet dat hier een ideaal werktuig voor protectionisme in de maak is: de eigen industrie gratis rechten geven en de invoerders doen betalen; of arbitrair vaststellen dat buitenlandse producten koolstofnadeliger zijn. Volgens de Wereldbank zou de wet zoals ze nu voorligt neerkomen op 20% extra invoerrechten op Chinese producten en een daling van de Chinese invoer met 20% (FT)
Kijk ook naar CCTV-video over de meningsverschillen in Kopenhagen
Uitzending Dialogue (achtergrond 27 min)
Bronnen: Xinhua, South China Morning Post, Financial Times