Hotel Quarantaine in Shanghai: ‘Binnen zit de angst voor besmetting er goed in, buiten zie ik een wereld waar covid-19 niet bestaat’

Sinoloog en consultant Pieter Verstraete moest in Shanghai veertien dagen in quarantaine op een hotelkamer van twintig vierkante meter, voor hij verder door China mocht reizen. Zijn relaas vescheen in afleveringen in Knack. Met toelating van de auteur publiceren we hier het tweede deel. Het eerste deel vind je hier.

‘Zhengchang ah, alles normaal.’ Het zijn de enige twee woorden die elke dag tegen me worden gesproken en dus ook meteen het enige menselijke contact. Dat op zich valt al bezwaarlijk normaal te noemen, maar alles went.
Deze minidialoog speelt zich elke dag klokvast om 9 uur en om 14 uur af. De aankondiging van dit dagelijks ritueel is een hard gebonk op de deur. Als ik niet snel genoeg een broek vind om aan te trekken komt er soms zelfs een tweede bonk, vergezeld van de roep ’temperatuurmeting, open doen!’. Mijn boxershort was immers al vanaf dag 2 omgedoopt tot mijn werkuniform, gezien het totaal gebrek aan menselijk contact. Scheren werd overbodig gemaakt vanaf dag 3. Op weg naar de deur pik ik het mondmasker van het eerste haakje van de kapstok en open ik de deur. Anderhalve meter verder staat receptioniste Li in vol beschermingspak en gewapend met een thermometer. Ik richt mijn bovenlijf en hoofd naar voren, met mijn voeten netjes achter het quarantainelijntje.

Gemeden als de corona

De eerste dagen probeer ik nog contact te leggen en een gesprekje aan te knopen. ‘Dank je voor je hard labeur. Altijd een goede opener in het Chinees. Normaal zegt de tegenpartij dan iets als “neen, het valt best mee hoor” of “dat hoort zo” en kan er een gesprek van start gaan. Maar mevrouw Li heeft geen zin in een babbeltje, loopt snel door en werkt plichtsbewust het rijtje kamers af, daarbij alle mogelijke contact mijdend. De melding dat alles normaal is, of af en toe mijn exacte lichaamstemperatuur, verder kom ik niet. Ik neem het haar niet kwalijk, het is ook niet wat ze had gedacht te moeten doen toen ze solliciteerde voor een job als hotelreceptioniste.

Daarnaast zit de angst voor besmetting er goed in. Dagelijks zijn er nieuwsbulletins met de cijfers van geïmporteerde Covid19-gevallen, mensen die bij aankomst positief testten op het virus. Nochtans moet een passagier voor het instappen in een vliegtuig naar China een negatieve coronatest kunnen voorleggen. Deze test mag maximum 72 uur oud zijn op het uur van vertrek. Toch zijn er nog altijd mensen die in China positief testen, hetzij bij aankomst, hetzij een paar dagen later in de hotelkamer.

In China heerst er nog een panische angst voor het virus bij het overgrote deel van de bevolking. De meeste Chinezen kwamen immers totaal niet met het virus in contact en Covid19 kwam niet in hun persoonlijke levenssfeer voor, hoewel de Covid19-pandemie uitbrak in Wuhan. De situatie hier in Shanghai is gevoelsmatig vergelijkbaar met de situatie in België begin maart, toen de eerste Covid19-patiënt in je gemeente of stad nog een nieuwsfeit was.


Ontsmetting van de hotelgangen, gevolgd door het leveren van de online bestelde pakjes © Pieter Verstraete

De gepolitiseerde ziekte

Intussen kent bijna iedereen in West-Europa iemand die het gehad heeft, of erger nog, een een dode te betreuren heeft. De beeldvorming wordt in het Chinese staatsnieuws dan nog eens versterkt door dramatische beelden uit het Westen van overvolle ziekenhuizen in Noord-Italië en heuse begraafloopgraven in de openbare parken van New York City. Dit is een reactie op de berichtgeving in de Verenigde Staten over het “China-virus”. Westers wanbestuur wordt afgezet tegen Aziatisch efficiënt bestuur. Nog nooit werd een ziekte zo gepolitiseerd.

China rapporteerde tot nu toe 85.372 gevallen van Covid-19, maar net geen 80% van die gevallen waren in de provincie Hubei, met de provinciehoofdstad Wuhan als epicentrum. Shanghai telt in totaal 997 gevallen waarvan ongeveer 90 mensen die positief testten bij aankomst uit het buitenland. En dat voor een metropool van 34 miljoen mensen. Zelfs al zouden die cijfers onvolledig zijn, dan is het nog steeds veilig om te stellen dat Shanghai nooit een serieuze uitbraak heeft gekend. Covid19 is dus een ver-van-mijn- bed-show voor de gemiddelde Shanghainees, en dus ook voor receptioniste Li, althans voor haar hotel werd omgetoverd tot een quarantainehotel.

De broodstengels eraf fitnessen

Waar mijn reis naar China bestond uit het aaneenrijgen van nieuwe ervaringen, kenmerken mijn dagen in het hotel zich door herhaling. Temperatuur meten wordt gevolgd door het drinken van mijn ochtendkoffie. Terwijl ik rustig wakker word, maak ik een actielijstje voor de dag. Ik wissel meetings met Chinese en Belgische bedrijven af. De Chinezen willen investeren in Europese technologie, met biotech- en farmabedrijven in fluostift op hun lijstje aangeduid. Europese bedrijven daarentegen zetten in op expansie richting China, zeker nu ze de enige grote economie zijn die economische groei laten optekenen. Ik beantwoord vragen over het hoe en wat van vestigingen in China opzetten, waar de markt ligt en hoe ze die zuurverdiende renminbi’s terug naar Europa kunnen halen. Voor vele bedrijven is het niet realistisch om op dit moment hun personeel ter plaatste te sturen, dus liggen er kansen voor mij om als lokale manager voor hen op de Chinese markt op te treden. Ook in coronatijden moet je het ijzer smeden als het heet is.

Lunch © Pieter Verstraete
Ontbijt © Pieter Verstraete

Mijn dagen met onlinemeetings worden opgebroken door de drie maaltijden die worden geleverd. Het zijn drie warme maaltijden, aangezien Chinezen driemaal per dag warm eten, en dus kan ik ze dus best niet te lang buiten aan mijn deur laten staan. Het typisch Chinese ontbijt dat bestaat uit gestoomde broodjes, gefrituurde broodstengels en gevulde pannenkoeken haal ik binnen bij de temperatuurcheck. Zeer appetijtelijk, maar een overvloed aan koolhydraten. Ik heb mezelf voorgenomen dat ik ondanks dat ik vastgekluisterd zit aan een bureau en bed, niet wil verdikken. Eenmaal per dag worden online bestelde pakjes naar de kamer gebracht na grondige ontsmetting. Mijn eerste bestelling zijn weerstandsbanden en die worden de dag zelf nog geleverd. Ze zijn perfect voor hotelkamerfitness. Het is verbazingwekkend hoe goed je kan trainen op een paar vierkante meter.

Af en toe doorbreek ik het patroon van Chinese maaltijden en gun ik mezelf een westerse maaltijd. Een westerse hap scoren zou geen probleem mogen zijn in Shanghai, een wereldstad die bekend staat om haar toprestaurants, maar ik zit ergens in de verste uithoeken van de metropool. Na wat zoeken slaag ik er toch in om een order te plaatsen bij een westerse healthy food-keten in de binnenstad. Een bezorger op een elektrische bromfiets levert de bestelling – een sandwich, zalmsalade en dessert – af. Hij tikt af op 35km en een bezorgprijs van €10.

De corona-aanpak van Azië: “go for zero”

Mondkapjes tellen vanuit de kamer © Pieter Verstraete

Op dode momenten staar ik uit het raam om een blik op te vangen van het normale, dagelijkse leven. In het commerciële blok tegenover me komen de studenten van de campus hun maaltijden nuttigen en, gezien het lawaai en gebral tot 2 uur ’s nachts, vermoedelijk ook hun pintjes drinken. Ik tel het aantal gedragen mondkapjes: nooit meer dan twee op vijftig mensen geteld, inclusief de diensters van het restaurant. Ik zie weinig sporen van een “nieuw normaal” of “leven met Covid19” zoals in het Westen, enkel een wereld waar covid-19 niet bestaat.

De rust en het monotone karakter van mijn verblijf wordt onderbroken op dag 5. Jele, een Servische vrouw die samen met mij en andere passagiers van de vlucht van Frankfurt in hetzelfde quarantainehotel werd gestopt, stuurt me een paniekbericht. Het Shanghai Center for Epidemics heeft haar gemeld dat een passagier op drie rijen van ons positief heeft getest bij aankomst en vraagt haar nu naar eventuele symptomen. Zij is niet de enige die wordt gebeld en een passagier bleek last te hebben van hardnekkige hoest. Tijdens de normaal o zo serene temperatuurchecks op de hotelgang was bijgevolg paniek en tumult uitgebroken onder de andere passagiers, gedreven door de panische angst voor een besmetting.

Ik maak me eerder zorgen over een mogelijke automatische verlenging van mijn verblijf in Hotel Quarantaine. Het principe van quarantaineperiode is gestoeld op de 14 dagen ziekteduur. Als een besmette passagier op het vliegtuig andere passagiers zou hebben besmet, dan worden die pas ziek tegen ten laatste het einde van de eerste week erop. Dat betekent dat er sowieso een week quarantaine bij zou komen en ik zou niet de eerste zijn die in totaal 3 tot 4 weken in hotelkamerisolement verblijft. Immers, de doelstelling van het beleid is niet om het aantal gevallen tot een minimum te herleiden (de westerse aanpak), het doel is nul virale transmissies (de Aziatische aanpak), en dan houdt men ook rekening met uitzonderlijke gevallen om elk risico te mijden.

Productief in afzondering

De komende dagen blijft het echter stil. Ik hoor niets meer over besmettingen en ik wijt het kuchen van de medepassagier dan maar aan de hotelkamerairco die de zomertemperatuur van Shanghai moet temperen.

Ik heb ondertussen veel van de Chinese maaltijden ingewisseld voor fruit. Om geen onrust te wekken (“het eten van kamer 803 staat al drie dagen onaangeroerd voor de deur!”) kieper ik een deel van de maaltijden in het toilet. Met een chloortablet erna, want dit is een automatische gewoonte geworden. Het chloortablet geeft de gevulde stoombroodjes vreemd genoeg het uitzicht van een sterrengerecht uit de Michelin-gids (schuimpje van rode bonenpasta en chloor). Dat verschilt wellicht weinig van wat er anders mee zou gebeuren. Alle afval van de hotelkamers wordt gelabeld als medisch afval, en maaltijden die nog maar in de buurt geweest zijn van het hotel, gaan zonder twijfel onaangeraakt mee de verbrandingsoven in.

Naarmate het einde van de quarantaine nadert, reflecteer ik over de afgelopen periode. Het leven is ontzettend eenvoudig geweest: niet nadenken over wat te eten, wanneer te eten, geen tijd verspild met onderweg zijn, geen kleren uitkiezen, wassen of strijken, laat staan andere huishoudactiviteiten. Geen FOMO, waarbij je een schuldgevoel hebt dat je thuis zit in plaats van op een businessevent, een feestje van vrienden of op een culturele voorstelling. Dat alles maakt het leven ontzettend simpel en op werkvlak ontzettend productief. Toch kan ik het ook niet volledig asociaal noemen. Er zijn net heel veel telefoontjes van vrienden, want iedereen weet dat je tijd hebt en makkelijk te bereiken bent als je toch nergens moet zijn.

Roomservice

Covid19 testbrigade © Pieter Verstraete

Een negatieve coronatest afleggen is alles wat me nog scheidt van een terugkeer naar de buitenwereld. Op dag 12 wordt op mijn deur geklopt door de Covid testbrigade die onaangekondigd kamer per kamer afgaat om stalen af te nemen. Ik krijg de instructies om de airco uit te zetten, het raam te openen en mijn stoel met de rugleuning naar buiten gericht in het deurportaal te plaatsen. Ik had mijn conference call met een Singaporees bedrijf onderbroken, met de melding dat ik even een Covid test moest gaan afleggen. Twee staafjes in de neus en één in de keel later vervoeg ik de vergadering, tot complete verbazing van mijn gesprekspartners. Het verdict en mijn eventueel vrijlatingsattest volgen overmorgen.

Doorreizen naar mijn eigenlijke eindbestemming – mijn nieuwe stek in de stad Chengdu – hou ik nog even af. Het stadsbestuur eist er immers na 14 dagen hotelquarantaine nog 7 dagen thuisquarantaine, waarbij je appartement wordt verzegeld. Ik stel me de waarschuwingsborden al voor: “Hier woont een mogelijk besmettingsgevaar!” Ik kan me toch een betere kennismaking met mijn nieuwe buren voorstellen. Ik blijf dus best nog even in Shanghai.

Pieter Verstraete is sinoloog en consultant, auteur van ‘Winnen met de Chinezen’ (2019)

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *